Vragen van de leden Kerstens en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Alsof het journaal in het Frans wordt voorgelezen» (ingezonden 20 maart 2019).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 juni 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2913.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Alsof het journaal in het Frans wordt voorgelezen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid ervoor te zorgen dat in crisissituaties, bijvoorbeeld bij live uitgezonden persconferenties, voortaan ook via een gebarentolk wordt gecommuniceerd?

Antwoord 2

Het is belangrijk dat tijdens crisissituaties zo veel mogelijk mensen worden bereikt. Daarom gaan we samen met cliëntenorganisaties en de veiligheidspartners aan de slag om te kijken hoe we de crisiscommunicatie voor kwetsbare groepen, waaronder doven en slechthorenden, kunnen verbeteren. Dat zal onder meer de inzet van gebarentolken betekenen. Voor de concrete uitwerking maken we een plan van aanpak, conform het verzoek van de Kamer (Kamerstuk 29 754, nr. 497, motie lid Drost c.s.), dat uw Kamer na de zomer zal ontvangen. Zie verder ook de antwoorden op de Kamervragen van de leden Slootweg, Van der Molen en Van Dam (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3040, allen CDA) en van het lid Bergkamp (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3039 D66).

Naar boven