Vragen van de leden Jasper vanDijk en Siderius (beiden SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de hoge declaraties bij Hogeschool Windesheim in Zwolle (ingezonden 3 juli 2015).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 27 augustus 2015)

Vraag 1

Acht u het wenselijk dat twee directieleden – die reeds hoger worden bezoldigd dan een Minister – in vier jaar voor € 364.000 declareren bovenop het salaris van € 212.000 en € 178.000 per jaar? Voldoen dergelijke bedragen aan uw morele norm voor bestuurders in de publieke sector?1 2

Antwoord 1

Bestuurders mogen kosten declareren die zij maken in het kader van hun functie. De vergoeding van dergelijke kosten, voor zover deze onbelast zijn in het fiscale regime, is niet aan te merken als bezoldiging. In 2011 heeft mijn ambtsvoorganger geregeld dat alle instellingen in het hoger onderwijs vanaf 2012 over voor de gehele organisatie geldende declaratievoorschriften moeten beschikken. Daarnaast is geregeld dat alle instellingen in het hoger onderwijs vanaf het verslagjaar 2011 declaraties van individuele leden van het college van bestuur openbaar moeten maken in het jaarverslag en vanaf 2012 ook op de website van de instelling. Bij de jaarlijkse accountantscontrole controleert de instellingsaccountant of de instelling voor de gehele organisatie geldende voorschriften heeft met betrekking tot te declareren vergoedingen. In deze voorschriften nemen instellingen op welke declaraties mogen worden vergoed. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat deze uitgaven sober, doelmatig, eenduidig en transparant zijn. Inmiddels heb ik de Inspectie van het Onderwijs opdracht gegeven het declaratiegedrag van bestuurders in het hoger onderwijs te onderzoeken. De inspectie betrekt in haar onderzoek ook de declaraties van de bestuurders van Hogeschool Windesheim.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de rol van de Raad van Toezicht in deze situatie? Trekt u eveneens de conclusie dat het bestuursmodel van hogescholen mislukt is waarbij Raden van Toezicht de dienst uitmaken en beslissingen nemen die niet in belang van het hoger onderwijs zijn?

Antwoord 2

In het stelsel van hoger onderwijs is de raad van toezicht onder meer belast met het vaststellen van de beloning van de leden van het college van bestuur en het toezien op de doelmatige en rechtmatige besteding van middelen uit de rijksbijdrage. Dat betekent dat de raad ook toezicht moet houden op het declaratiegedrag van bestuurders. Uw conclusie dat het bestuursmodel van hogescholen is mislukt, deel ik niet.

Vraag 3

Ziet u mogelijkheden om de beslissingsbevoegdheid met betrekking tot het uitbetalen van declaraties te verschuiven van de Raad van Toezicht naar de medezeggenschapsraden?

Antwoord 3

De raad van toezicht fungeert als werkgever van het college van bestuur en heeft derhalve ook beslissingsbevoegdheid met betrekking tot declaraties. Ik vind het niet bij de functie van de medezeggenschapsraad passen om deze bevoegdheid volledig over te nemen. Wel kan de medezeggenschap de betreffende informatie opvragen en het declaratiegedrag kritisch volgen.

Vraag 4

Welke maatregelen gaat u nemen om – na het zoveelste incident – de hele declaratiecultuur in het hoger onderwijs aan te pakken? Bent u bereid een voorstel hierover naar de Kamer te sturen?

Antwoord 4

Zoals gezegd heb ik de Inspectie van het Onderwijs opdracht gegeven het declaratiegedrag van de bestuurders in het hoger onderwijs te onderzoeken. Op basis van de uitkomst van het onderzoek van de inspectie zal ik bekijken of nadere maatregelen nodig zijn om het toezicht op de naleving of de regels zelf aan te scherpen. Ook ga ik met de Vereniging Hogescholen en de VSNU in gesprek over hoe we deze uitgaven zo eenduidig, transparant, sober en doelmatig mogelijk krijgen.

Vraag 5

Kunt u een overzicht naar de Kamer sturen met het declaratiegedrag van alle bestuurders van Hogescholen in Nederland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

In de individuele jaarverslagen van de hogescholen is een overzicht opgenomen van de declaraties van de bestuurders. De inspectie zal deze gegevens in het kader van het onderzoek inventariseren. Ik zal dit onderzoek aan uw Kamer sturen.

Vraag 6

Ziet u mogelijkheden om voor bestuurders van hogescholen in Nederland een maximum «graaigrens» in te stellen, waarbij er heldere afspraken worden gemaakt over het morele declaratiegedrag? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zie mijn antwoord op vraag 4.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Mohandis (PvdA), ingezonden 2 juli 2015 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3162)


X Noot
1

De Stentor – «Declaratieposten van formaat» – 1 juli 2015

X Noot
2

Bestuurders hogeschool Windesheim declareren tonnen – 1 juli 2015 – De Stentor

Naar boven