Vaststellen plaatsen verzamelcontainers incontinentiemateriaal en luiers, gemeente West Betuwe

De vicevoorzitter van het dagelijks bestuur van Avri heeft op grond van artikel 7A van de Afvalstoffenverordening Avri 2021 de plaats van een verzamelcontainer in West Betuwe vastgesteld. Deze plaats is in nauwe samenwerking met de gemeente West Betuwe bepaald.

De inwoners gebruiken deze verzamelcontainer voor het aanbieden van incontinentiemateriaal en luiers. Deze hoeven dan dus niet meer bij het restafval.

 

Uitkomst zienswijzeprocedure (inspraak)

Dit besluit is voorbereid op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om vanaf 8 april gedurende 6 weken hun zienswijzen naar voren brengen. Er is één zienswijze ontvangen.

 

Bent u het niet eens met de plaatsen van de containers?

Binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit, kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

 

Het dagelijks bestuur van Avri

 

Overwegende dat

 

  • het algemeen bestuur van Avri bij gelegenheid van de vaststelling op 16 november 2017 van het Regionaal Beleidsplan van Afval naar Grondstof en het Projectplan Invoering nieuw afvalbeleid akkoord is gegaan met:

     

    • de ambitie van de gemeenten uit de regio Rivierenland om de hoeveelheid restafval te verminderen;

    • de ambitie om te komen tot meer en betere afvalscheiding;

    • de ambitie om te komen tot een betere kwaliteit van de grondstoffen;

    • met een uitbreiding van de capaciteit voor handhaving om ontwijkgedrag (o.a. bijplaatsingen, dumpingen en vervuiling van herbruikbare stromen) te voorkomen en te bestrijden.

  • het algemeen bestuur van Avri op 11 februari 2021 het besluit heeft genomen tot het bieden van de mogelijkheid aan gemeenten om per 1 januari 2022 het incontinentiemateriaal en luiers gescheiden van het restafval te laten inzamelen;

  • De gemeente West Betuwe hier toe besloten heeft;

  • het dagelijks bestuur van Avri op grond van artikel 7 van de Afvalstoffenverordening Avri 2021 de bevoegdheid heeft om regels te stellen over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de dienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel;

  • het dagelijks bestuur van Avri op grond van artikel 7A van de Afvalstoffenverordening Avri 2021 de bevoegdheid heeft het aangewezen inzamelmiddel en inzamelvoorziening inclusief de inzamellocaties vast te stellen waar(in) huishoudelijke afvalstoffen mogen worden aangeboden. Dit gaat in nauwe samenwerking met de gemeente;

  • het dagelijks bestuur van Avri op grond van artikel 10 van de Afvalstoffenverordening Avri 2021 de bevoegdheid heeft om regels op te stellen omtrent het gebruik van inzamelmiddelen en -voorzieningen;

  • het algemeen bestuur van Avri op 19 april 2018 (en geactualiseerd op 7 juli 2021) heeft besloten de volgende richtlijnen voor het plaatsen van inzamelvoorzieningen vast te stellen voor:

  • de (verkeers)veiligheid, de bereikbaarheid, de fysieke geschiktheid van de locatie en de omgeving, de aanwezigheid van kabels en (riool)leidingen in de bodem, het beperken van overlast en het voorkomen van (milieu)schade, bestaande groen- en parkeervoorzieningen, historische kernen, een doelmatige afvalinzameling en een doelmatige bedrijfsvoering;

  • dit aanwijzingsbesluit alleen betrekking heeft op de inzamellocatie zoals aangeduid in de bijlage behorende bij dit besluit;

  • het dagelijks bestuur heeft besloten om de aanwijzing van de inzamellocatie voor te bereiden conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure op grond van de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • belanghebbenden de gelegenheid hebben om tegen de plaatsbepaling van de aanbiedplaatsen, ingevolge afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, gedurende 6 weken zienswijzen in te dienen. Het conceptbesluit heeft van 8 april tot 20 mei 2022 ter inzage gelegen;

  • ten aanzien van onderstaande locaties is één zienswijze ingebracht;

besluit:

 

  • 1.

    de locatie aangegeven op de bij dit besluit behorende bijlage, aan te wijzen als inzamellocatie voor huishoudelijk incontinentiemateriaal en luiers;

  • 2.

    het besluit van 2 november 2021, voor zover de locatie Weverstraat tegenover nr. 30, Ophemert is vastgesteld, in te trekken;

  • 3.

    het besluit van 2 november 2021 voor het overige in stand te laten.

bepaalt:

 

  • -

    dat het bovenstaande besluit wordt bekendgemaakt.

namens het dagelijks bestuur van Avri

de vicevoorzitter

S. van Someren

 

Belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit, kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit beroep instellen bij de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Bijlage 1  

 

1.Indruk locatie

Figuur 1 (kaartbeeld container) geeft de globale ligging van de containerlocatie weer op kaart. Figuur 2 (omgeving containerlocatie) geeft een sfeerimpressie van de directe omgeving en de precieze locatie (aangegeven met een gele stip).

 

Figuur 1: Kaartbeeld containerlocatie

 

Figuur 2: Omgeving containerlocatie

 

2.Verantwoording locatiekeuze

a. Afweging

 

De locatie bevindt zich nabij het perceel van huisadres: Molenstraat nr. 21. De locatie bestaat uit een groenstrook die aansluit op een trottoir. De groenstrook bevat beplanting die, in geval van plaatsing, plaats zal maken voor de benodigde ruimte van de INCO-container en ten behoeve van de bereikbaarheid voor alle gebruikers. De Avri ziet erop toe dat er naar en rondom de container voldoende bestrating wordt aangelegd zodat voetgangers en mindervaliden de container goed kunnen bereiken. Er zijn op de locatie geen bovengrondse obstakels die het inzamelvoertuig belemmeren tijdens ledigingsacties. Er is voldoende vrije takelruimte om de container te ledigen.

 

Om de beschikbare ruimte in de ondergrond te toetsen is er reeds een proefsleuf gegraven op de locatie (zie figuur 3). Uit de resultaten van de proefsleuf is gebleken dat er geen kabels en / of leidingen zijn aangetroffen op de plaats waar de container komt te staan. Dit betekent dat de locatie voldoende ruimte biedt voor een INCO- container.

 

Aangezien er in de huidige situatie al diverse andere (ondergrondse) containers worden gebruikt en geledigd aan de overkant van de straat, achten we deze locatie op het gebied van verkeersveiligheid en bereikbaarheid (voor het inzamelvoertuig) ook geschikt. In de directe omgeving liggen geen beschermingszones (A-watergangen) van het Waterschap of dijklichamen waar rekening mee gehouden dient te worden.

 

Figuur 3: Proefsleuf t.b.v. vrije ruimte voor INCO-container

 

In de richtlijnen wordt uitgegaan van een minimale afstand van 2 meter tot de erfgrens en 3 meter tot de gevel van de woning, gemeten vanaf de container. De oppervlakte die benodigd is voor de container bedraagt 1,55m x 1,55m. Het digitale kaartmateriaal toont dat de vrije ruimte (in de groenstrook) tussen het trottoir en de erfgrens circa 3,75m bedraagt. Indien de container direct aan de rand van het trottoir geplaatst wordt, kan de minimale afstand van 2,00 meter tot de erfgrens behouden worden (zie figuur 4). De afstand tot de dichtstbijzijnde gevel bedraagt circa 23 meter. Er wordt hierbij aan de richtlijn voldaan.

 

Figuur 4: Afstand trottoir tot erfgrens t.h.v. containerlocatie

 

Conclusie: De locatie voldoet aan de richtlijnen en is daarmee geschikt voor een INCO-container.

Naar boven