Blad gemeenschappelijke regeling van CJG Drimmelen Geertruidenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
CJG Drimmelen Geertruidenberg | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 355 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
CJG Drimmelen Geertruidenberg | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 355 | Beleidsregels |
Privacyprotocol gegevensverwerking jeugdhulp BVO CJG Drimmelen Geertruidenberg 2020
Het bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen Geertruidenberg (hierna: de BVO CJG);
gelet op het gestelde in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, hoofdstuk 7 en paragraaf 8.4 van de Jeugdwet en hoofdstuk 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
er, om aan de cliënten van de BVO CJG een integrale en effectieve ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van jeugdhulp, persoonsgegevens worden verwerkt. Het verwerken van persoonsgegevens dient zorgvuldig te gebeuren, waarbij er balans nodig is tussen de informatie die nodig is om een integrale en effectieve ondersteuning te kunnen bieden, en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van cliënten. Dit protocol geeft daar richtlijnen voor.
Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, gegevens wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken, verspreiden, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen, wissen of vernietigen.
Het verwerken van persoonsgegevens wordt gedaan met als doel te voldoen aan de gemeentelijke taken bij de jeugdhulp (zie art. 7.4.0 Jeugdwet):
Artikel 4: De voorwaarden voor verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens mogen slechts worden verwerkt indien daarvoor een wettelijke grondslag aanwezig is:
de gegevensverwerking is noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van en derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.
Artikel 5: Wettelijke grondslagen voor de verwerking van persoonsgegevens
De toegang tot de jeugdhulp, artikel 2.3 lid 1 Jeugdwet: inzake de toegang tot jeugdhulp moeten gegevens verwerkt worden die het mogelijk maken om te bepalen of het nodig is dat voor een jeugdige een voorziening wordt getroffen en zo ja, welke. Op grond van artikel 7.4.0 Jeugdwet worden de gegevens verwerkt.
Individuele beslissing jeugdhulpplicht: de gemeente is (ingevolgde artikel 2.3 eerste lid Jeugdwet) de aangewezen partij om de voorziening op het gebied van jeugdhulp te treffen indien de jeugdige of zijn ouders dit nodig hebben in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Artikel 7.4.1 lid 2 Jeugdwet biedt de grondslag voor de gemeente om die gegevens te verwerken, die hiervoor noodzakelijk zijn.
Het doen van een verzoek tot onderzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming: zodra het college tot het oordeel komt dat een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige die zijn woonplaats heeft binnen onze gemeente overwogen moet worden, doet het college een verzoek tot onderzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming, art. 2.4 lid 1 Jeugdwet.
De financiering: inzake de financiering zal de gemeente gegevens verwerken in verband met de inkoop, bekostiging en betaling van jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Voor zover het daarbij om persoonsgegevens gaat, betreft het met name gegevens in het kader van de facturering. Dit kan op grond van artikel 7.4.0 Jeugdwet.
Artikel 6: Zorgvuldigheidseisen bij de verwerking van persoonsgegevens door CJG BVO
Elke verwerking dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:
In het dossier worden alleen die persoonsgegevens van de cliënt opgenomen die noodzakelijk zijn voor de ondersteuning van de cliënt. Hieronder worden in ieder geval de volgende persoonsgegevens verstaan:
- de NAW-gegevens, geboortedatum en het Burgerservicenummer van de cliënt;
- voor zover als relevant voor de ondersteuning; de samenstelling van het gezin van de cliënt en zo nodig de NAW-gegevens, geboortedatum en het Burgerservicenummer van één of meer gezinsleden;
- voor zover relevant voor de ondersteuning de NAW-gegevens van de leden van het sociaal netwerk;
- de geconstateerde opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen en de te diens aanzien uitgevoerde verrichtingen;
- de doelen die de cliënt met de ondersteuning wil bereiken, de oplossingen binnen het eigen netwerk, de omvang van de geboden hulp, de namen en contactgegevens van de beroepskrachten en van anderen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het plan;
- de afsluiting van de ondersteuning, het oordeel van de cliënt hierover, en de resultaten die met de ondersteuning zijn behaald.
Artikel 8: Beveiliging en inzage
Indien noodzakelijk voor de taakuitoefening hebben daarnaast inzage in de persoonsgegevens in het dossier:
- De juridisch kwaliteitsmedewerker alsmede de administratieve medewerkers voor zover zij specifiek zijn belast met de administratieve ondersteuning van de jeugdprofessionals voor hun werkzaamheden binnen de BVO CJG. `
- Degene die belast is met de afhandeling van klachten over de geboden ondersteuning, of de behandeling van de bezwaar- en of beroepschriften, inclusief de leden van de commissie voor de bezwaarschriften en de klachtencommissie, uitsluitend voor zover het noodzakelijk is voor de beoordeling van de klacht, het bezwaar- en/of beroepschrift en het dossier betrekking heeft op de betreffende klacht, bezwaar- en/of beroepschrift;
- Indien er huiselijk geweld aan de orde is, de medewerkers van Veilig Thuis.
In het kader van de uitvoering van de jeugdhulp, mag het medisch beroepsgeheim slechts worden doorbroken wanneer er sprake is van:
a. De ondubbelzinnige toestemming van de cliënt gericht op het doorbreken van de geheimhoudingsplicht;
b. Bij een conflict van plichten. Een conflict van plichten kan zich voordoen wanneer er sprake is van een zwaarwegend belang van de cliënt of een ander dan de cliënt die de doorbreking van de geheimhoudingsplicht rechtvaardigt. Dit besluit moet zorgvuldig worden genomen op basis van twee vragen:
1. Is het, gelet op de veiligheid van alle betrokkene, echt niet mogelijk en verantwoord om in gesprek te gaan en toestemming te vragen en zo ja; heb ik me voldoende ingespannen om deze toestemming te krijgen?
2. Welk zwaarwegend (vitaal) belang van de cliënt of van een ander wil ik behartigen door de gegevens te verstrekken?
Artikel 11: Ondubbelzinnige toestemming
Toestemming kan alleen als grondslag worden gebruikt als het voldoet aan de volgende eisen:
- het geven van toestemming dient vrijelijk gegeven te worden. De cliënt moet zich vrij voelen of ja of nee te zeggen er mag eigenlijk geen sprake zijn van een afhankelijkheidsrelatie;
- de toestemming is specifiek en wordt niet in andere verklaring meegenomen;
- de cliënt is zorgvuldig geïnformeerd over de aard en het doel van de verwerking;
- toestemming moet vastgelegd worden;
- toestemming vereist een actieve handeling of wilsuiting;
- de cliënt moet geïnformeerd worden over mogelijkheden tot intrekking van toestemming.
Toestemming kan als grondslag dienen wanneer het gaat om:
- toestemming als basis voor het doorbreken van het beroepsgeheim van een beroepskracht vanuit de WGBO, BIG en Jw.
- toestemming voor feitelijke dienst- of hulpverlening
- toestemming als instemming voor een hulpverleningsplan
- toestemming voor het opvragen van (medische) gegevens bij hulpverleners.
Mondelinge toestemming. Het is mogelijk om mondeling toestemming te krijgen. De voorkeur gaat uit naar schriftelijke toestemming, maar mocht dit wegens omstandigheden niet mogelijk zijn, dan is het mogelijk om de toestemming mondeling te krijgen. Het is hierbij erg belangrijk deze toestemming zorgvuldig vast te leggen in het dossier. Daarbij moet duidelijk worden wie voor welke informatieverstrekking wanneer en met welk doel toestemming heeft gegeven.
Artikel 12: Leeftijdsgrenzen bij toestemming
De CJG professional moet nagaan van wie de toestemming nodig is. Als er sprake is van een jeugdige persoon dan geldt het volgende:
Bij de jeugdige van 12 tot 16 jaar is toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger nodig. Tevens geeft de jeugdige tussen de 12 tot 16 jaar zelf toestemming, mits de jeugdige in staat is tot een redelijke waardering van zijn/haar belangen. Wanneer dit niet het geval is, is toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger voldoende. Voor jeugdigen tussen de 12 en 16 jaar geldt dan ook een dubbel toestemmingsvereiste.
Collegiale consultatie: Bij een zorgvuldige besluitvorming behoort ook dat de professional zijn afweging aan een deskundige collega en/of leidinggevende voorlegt, voordat er tot een besluit gekomen wordt, met als doel om het besluit te toetsen. Bij dit overleg hoeft er geen sprake te zijn van tot de persoon herleidbare gegevens.
Integrale gegevensverwerking binnen het sociaal domein: de specifieke wetten binnen het sociale domein bieden geen ruimte voor uitwisseling van persoonsgegevens onderling. Enkel wanneer er in de zin van de AVG toestemming is verleend door de betrokkene, is dit mogelijk. In bijlage 3 is hiervoor een stappenplan opgenomen.
Artikel 14: Gebruik verwijsindex Risicojongeren
De Jeugdprofessional kan zonder toestemming van de jeugdige of zijn wettelijke vertegenwoordiger en zo nodig met doorbreking van de op grond van zijn ambt of beroep geldende plicht tot geheimhouding, een jeugdige tot en met 23 jaar melden aan de Verwijsindex Risicojongeren indien hij een redelijk vermoeden heeft dat de jeugdige door één of meer van de hierna genoemde risico’s in de noodzakelijke condities voor een gezond en veilige ontwikkeling naar volwassenheid daadwerkelijk wordt bedreigd:
a. de jeugdige staat bloot aan geestelijk, lichamelijk of seksueel geweld, enige andere vernederende behandeling of verwaarlozing;
b. de jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen, waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen;
c. de jeugdige heeft meer dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen;
d. de jeugdige is minderjarig en moeder of zwanger;
e. de jeugdige verzuimt veelvuldig van school of andere onderwijsinstelling, dan wel verlaat die voortijdig of dreigt die voortijdig te verlaten;
f. de jeugdige is niet gemotiveerd om door legale arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien;
g. de jeugdige heeft geen vaste woon- of verblijfplaats;
h. de jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen;
i. de jeugdige is een gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag;
j. de jeugdige laat zich in met activiteiten die strafbaar zijn gesteld;
k. de ouders of andere verzorgers van de jeugdige schieten ernstig tekort in de verzorging of opvoeding van de jeugdige, of
l. de jeugdige staat bloot aan risico’s die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak voorkomen.
Naast het burgerservicenummer van de jeugdige worden in de verwijsindex bij een melding uitsluitend de volgende gegevens opgeslagen:
a. de identificatiegegevens en contactgegevens van de meldingsbevoegde die de melding doet;
b. de datum en het tijdstip van de melding;
c. de datum waarop de melding op grond van artikel 7.1.4.5 tweede lid, onderdeel a Jeugdwet, uit de verwijsindex wordt verwijderd.
Artikel 15: Melding Veilig Thuis
De jeugdprofessional is te allen tijde bevoegd om inlichtingen, die noodzakelijk worden geacht om een situatie van huiselijk geweld of kindermishandeling te beëindigen of een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken, aan Veilig Thuis desgevraagd of uit eigen beweging te verstrekken zonder toestemming van de betrokkene die het betreft en indien nodig met doorbreking van de plicht tot geheimhouding op grond van een wettelijk voorschrift op grond van hun ambt of beroep.
Rechten van betrokkene op grond van de Jeugdwet
De jeugdprofessional draagt er zorg voor dat een betrokkene zo spoedig mogelijk wordt geïnformeerd over de verwerking van persoonsgegevens. De betrokkene wordt geïnformeerd over welke gegevens er worden vastgelegd, met welk doel dit gebeurt, hoe lang deze worden bewaard, met wie deze gegevens worden gedeeld, welke rechten de betrokkene kan uitoefenen ten aanzien van de verwerking van zijn gegevens en tot wie hij zich voor de uitoefening van deze rechten kan wenden, tenzij de cliënt hier reeds van op de hoogte is. In de praktijk wordt dit door de jeugdprofessional besproken tijdens het intakegesprek met ouders en/of jeugdige.
De betrokkene heeft recht op inzage in het jeugdhulpdossier. De jeugdprofessional verstrekt aan de betrokkene zo spoedig mogelijk inzage in en afschrift van het dossier, of delen daarvan. De verstrekking blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander.
Rechten van betrokkene op grond van de AVG
De verwerkingsverantwoordelijke deelt de betrokkene binnen vier weken mee of persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, worden verwerkt. Deze termijn kan onder omstandigheden worden verlengd met twee maanden. Indien er sprake is van verwerking biedt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene een volledig overzicht van de persoonsgegevens die zijn opgenomen in het dossier en die op hem betrekking hebben, het doel daarvan, alsmede een overzicht van de personen en instellingen aan wie de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens van de betrokkene heeft verstrekt en het doel van deze verstrekkingen.
De rechten van betrokkene genoemd in dit artikel kunnen worden geweigerd in het belang van:
- het voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten;
- gewichtige economische en financiële belangen van de Staat en van andere openbare lichamen; - het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de hier boven bedoelde belangen;
- de bescherming van de betrokkene, of van de rechten en vrijheden van anderen.
Artikel 20: Recht op correctie
De betrokkene kan de verwerkingsverantwoordelijke verzoeken de op hem betrekking hebbende persoonsgegevens, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen voor zover deze gegevens onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel in strijd zijn met de wet. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Leidt het verzoek tot aanpassing of verwijdering van gegevens, dan draagt de verwerkersverantwoordelijke er zorg voor dat deze aanpassingen zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd en dat derden die op grond van deze regeling kennis hebben genomen van deze persoonsgegevens tevens bekend zijn met deze aanpassingen.
Artikel 21: Recht op verwijdering
Betrokkene kan een verzoek indienen tot verwijdering van de op hem betrekking hebbende persoonsgegevens bij de verwerkingsverantwoordelijke. De verwerkingsverantwoordelijke moet in de volgende gevallen aan dit verzoek van verwijdering voldoen:
Artikel 22: Recht op bezwaar en verzet
De betrokkene kan bezwaar maken tegen de gegevensverwerking. Is de grondslag voor de verwerking het algemeen belang of het gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke, dan kan verzet alleen worden ingeroepen vanwege bijzondere persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.
Artikel 23: Recht op beperking
Als de betrokkene bezwaar heeft gemaakt tegen de gegevensverwerking, of als hij meent dat de gegevens niet juist zijn, kan hij de verantwoordelijke verzoeken om de gegevensverwerking tijdelijk stil te zetten in afwachting van de beslissing over de correctie of het bezwaar. In dat geval mag er doorgaans alleen op basis van toestemming nog met de gegevens gewerkt worden.
Artikel 24: Recht op overdraagbaarheid van gegevens
De betrokkene heeft recht op een kopie van de gegevens die hij heeft verstrekt zodat hij deze zo nodig mee kan nemen naar een andere instantie. Dit recht geldt alleen voor door de betrokkene verstrekte gegevens die geautomatiseerd worden verwerkt op basis van de grondslagen toestemming of uitvoering van een overeenkomst.
Artikel 25: Recht om niet onderworpen te worden aan geautomatiseerde individuele besluitvorming
De betrokkene heeft het recht om niet onderworpen te worden aan geautomatiseerde individuele besluiten waaronder profilering als zo’n besluit rechtsgevolgen voor de betrokkene heeft of het besluit deze anderszins aanzienlijk raakt.
Artikel 26: Uitoefenen van rechten door de wettelijke vertegenwoordigers
In geval een betrokkene van zestien jaar of ouder voor het uitoefenen van zijn rechten wilsonbekwaam wordt geacht, worden zijn rechten uitgeoefend door zijn wettelijk(e) vertegenwoordiger(s). Heeft een meerderjarige wilsonbekwame betrokkene geen wettelijk(e) vertegenwoordiger(s), dan oefent de echtgenoot of de levensgezel, of wenst deze de rechten van de betrokkene niet uit te oefenen, dan kan een ouder, een meerderjarige broer of zus, of een meerderjarig kind van de betrokkene zijn rechten uitoefenen.
Artikel 27: Uitzonderingen bij uitzonderlijke situaties
Als er geen wettelijke grondslag is voor het verwerken van persoonsgegevens en er is geen toestemming verleend, kan in uitzonderlijke gevallen besloten worden om zonder voorafgaande toestemming persoonsgegevens te verwerken (waaronder ook het verstrekken van persoonsgegevens wordt verstaan):
• als er vitale belangen van de betrokkenen (of anderen) in gevaar zijn, maar iemand is (mentaal) niet in staat om toestemming te geven;
• het geval er sprake is van een zeer ernstige situatie of dringende noodzaak;
• en pogingen om toestemming te verkrijgen niet geslaagd zijn of niet kunnen slagen (bijvoorbeeld zorgmijders).
Aldus vastgesteld te Geertruidenberg op 9 januari 2020,
Het bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen Geertruidenberg,
M.P.C. Hofkens J.G.M. Vissers
Bijlage 1: Overzicht gegevensverwerking in de Jeugdwet
Adellijke titel / predicaat persoon
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2
Aanduiding bijzonder Nederlanderschap
Identificatiecode verblijfplaats
identificatiecode nummeraanduiding
Datum aanvang adres buitenland
Voorvoegsel geslachtsnaam kind
Gegevensset jeugd (ouder/wettelijke vertegenwoordiger)
Adellijke titel/ predicaat persoon
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon
Aanduiding bijzonder Nederlanderschap
Huwelijk/ geregistreerd partnerschap
A-nummer echtgenoot / geregistreerd partner
Burgerservicenummer echtgenoot / geregistreerd partner
Voornamen echtgenoot / geregistreerd partner
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot / geregistreerd partner
Geslachtsnaam echtgenoot / geregistreerd partner
Geboortedatum echtgenoot / geregistreerd partner
Geboorteplaats echtgenoot / geregistreerd partner
Datum huwelijkssluiting / aangaan geregistreerd partnerschap
Datum ontbinding huwelijk / geregistreerd partnerschap
Identificatiecode verblijfplaats
Identificatiecode nummeraanduiding
Datum aanvraag adres buitenland
Voorvoegsel geslachtsnaam kind
Bijlage 2: Interne regeling inzage- en schrijfrechten in cliëntdossiers.
Jeugdprofessional heeft alleen toegang tot zijn/haar eigen cliëntdossiers. Hierbij heeft de jeugdprofessional zowel inzage- als schrijfrechten. Er kan een onderscheid gemaakt worden:
- 1e en/of 2e casushouder: Hierbij voert de jeugdprofessional de regie en is hij/zij verantwoordelijk voor het dossier. Je bent hierbij gedurende de gehele looptijd betrokken bij het dossier.
- betrokken CJG-er: hierbij draagt de jeugdprofessional zorg voor een deel van de ondersteuning. De jeugdprofessional is dan ook alleen voor dat deel van de zorg betrokken bij de ondersteuning. Deze jeugdprofessional bekijkt alleen het dossier wanneer dat nodig is om zijn/haar deel van de begeleiding uit te voeren. Wanneer deze begeleiding/ondersteuning klaar, zal de betrokken jeugdprofessional ook geen inzage in het dossier meer hebben.
Hoofdregel is dat alleen de 1e of 2e casushouder toegang heeft tot het cliëntdossier. De betrokken CJG-er heeft toegang tot het dossier voor dat deel waarin hij/zij ondersteuning/begeleiding biedt. Hierop zijn een drietal uitzonderingen:
Bereikbaarheidsdienst: het is mogelijk dat er een vraag komt in een dossier tijdens de bereikbaarheidsdienst. Dit zal genoteerd moeten worden in het dossier. Daarnaast kan het nodig zijn om inzage in het dossier te krijgen om de vraag te kunnen beantwoorden. Alleen in deze gevallen is het mogelijk om toegang te krijgen tot een dossier dat niet behoort bij de jeugdprofessional zelf.
Manager CJG heeft toegang tot alle cliëntdossiers. De manager heeft hierbij een inzagerecht in het cliëntdossier. Op deze manier kan de manager de voortgang bewaken.
Ondersteunend medewerker: de ondersteunend medewerker heeft zowel inzage- als schrijfrechten in het dossier. De ondersteunend medewerker is belast met het opvragen van de brp-gegevens van ouders en jeugdige; het verwerken van de stukken uit de cliëntdossiers; het versturen van de beschikkingen; het afgeven van EED-beschikkingen en het berichtenverkeer. Daarnaast is de ondersteunend medewerker applicatiebeheerder van Kedo, waardoor het mogelijk wordt om foutieve beschikkingen te verwijderen, gearchiveerde dossiers terug te zetten etc.
Juridisch kwaliteitsmedewerker: heeft inzagerechten in alle cliëntdossiers. De kwaliteitsmedewerker heeft geen eigen cliëntdossiers. Er is toegang nodig tot de dossiers De kwaliteitsmedewerker is belast met de toetsing van de kwaliteit van de cliëntdossiers. Daarnaast adviseert de kwaliteitsmedewerker in dossiers wanneer het gaat om:
De kwaliteitsmedewerker is verder belast met de voorbereiding en ondersteuning bij klachten, bezwaar- en beroepszaken.
Bijlage 3: Toestemmingsformulier voor het delen van persoonsgegevens
Gegevens wettelijk vertegenwoordiger/gemachtigde (indien van toepassing)
……………………geeft toestemming om informatie op te vragen bij / te verstrekken aan :
Het gaat om de volgende informatie:
Deze informatie is nodig omdat:
Ik geef toestemming onder deze voorwaarden:
Handtekening kind/jongere, Handtekening wettelijk vertegenwoordiger(s)
……………….………………….. ……………….…………………..
Heeft u vragen? Neem dan contact op met CJG Drimmelen Geertruidenberg via 0162-690120 of via het contactformulier op www.cjgdrimmelengeertruidenberg.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2020-355.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.