Verordening Plassenschap Loosdrecht

Overwegingen

  • -

    Gelet op de in 2018 in werking getreden nieuwe Verordening Plassenschap Loosdrecht (VPL) waarin per abuis geen mogelijkheid is opgenomen ontheffing te verlenen voor het ligplaats innemen met vaartuigen in het openbaar water binnen het op kaart A met een enkele arcering aangegeven gedeelte van het gebied;

  • -

    Overwegende dat er op grond van de voorgaande vervallen Verordening Bescherming Plassengebied (VBP) een 50-tal ontheffingen zijn verleend voor het ligplaats innemen met vaartuigen;

  • -

    Overwegende dat de veelal sinds 1976 verleende ontheffingen overdraagbaar zijn op volgende particuliere eigenaren en daarmee waarde verhogend werken bij verkoop van het perceel;

  • -

    Gezien het feit dat de verleende ontheffingen op grond van de vervallen VBP telkens voor een periode van 5 jaar opnieuw werden verleend;

  • -

    Gezien het feit dat de meeste verleende ligplaatsontheffingen per 1 november 2019 zijn verlopen en dat de ontheffinghouders vragen om de gebruikelijke verlenging van hun ontheffing met 5 jaar;

  • -

    Gelezen het nieuwe Ligplaatsenbeleid Vaartuigen 2020 dat door het DB is vastgesteld mits de Plassenraad instemt met de voorgestelde wijziging;

Besluit de Plassenraad van Plassenschap Loosdrecht e.o.:

  • 1.

    De VPL aan te passen door aan artikel 18 een lid 6 toe te voegen dat luidt: “Het bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Plassenraad van Plassenschap Loosdrecht e.o. gehouden op 12 december te Maarssen,

Mw. C.R. (Crys) Larson

voorzitter

Mw. S. Stolwijk

Secretaris

Toelichting

1. Inleiding

Op 21 februari 2018 heeft de Plassenraad de nieuwe Verordening Plassenschap Loosdrecht (VPL) vastgesteld. Deze is als bijlage 8.a bij dit voorstel toegevoegd. In artikel 18 van de VPL is het ligplaats innemen met vaartuigen geregeld. In het eerste lid is een ligplaatsverbod opgenomen op alle openbare wateren in het gebied dat op kaart A met een enkele arcering is aangegeven. In het tweede lid zijn de uitzonderingen opgesomd waarin het ligplaatsverbod niet geldt.

 

In deze verordening is er geen mogelijkheid meer ontheffing te verlenen voor het ligplaats innemen met vaartuigen in het openbaar water binnen het op kaart A met een enkele arcering aangegeven gedeelte van het gebied. Op grond van de oude Verordening Bescherming Plassengebied (VBP) is echter een 50-tal ontheffingen verleend voor het ligplaats innemen met vaartuigen op plaatsen waar dat verboden is. Deze ontheffingen werden telkens voor een periode van 5 jaar opnieuw verleend. Eind 2019 verloopt de datum van een groot aantal van deze verleende ontheffingen, die volgens de VPL dus niet meer verleend kunnen worden. Ontheffinghouders vragen nu om de gebruikelijke verlenging van hun ontheffing met 5 jaar.

2. Doel

Artikel 18 VPL beoogt het permanent afmeren van vaartuigen zo veel mogelijk te beperken tot de daarvoor bestemde jachthavens en woongebieden. Op deze wijze blijft het Plassengebied voor de recreant vanuit langschappelijk oogpunt aantrekkelijk en krijgen plasoevers, rietkragen en natuurgebieden de kans om zich te ontwikkelen.

 

De op grond van de VBP verleende ontheffingen zijn bedoeld voor het behoud van de ligplaatsen die reeds voor het tot stand komen van het ligplaatsenbeleid (1976) in gebruik waren. Het vervallen van deze ontheffingen betekent dat alle ontheffinghouders hun vaartuigen moeten gaan stallen in een jachthaven. Dat is niet redelijk omdat de ontheffinghouders reeds lange tijd over een eigen ligplaats beschikken en die in de toekomst willen behouden. Daar komt bij dat de sinds 1976 verleende ontheffingen voor het afmeren van een pleziervaartuig aan een particuliere akker overdraagbaar zijn op volgende eigenaren en daarmee waarde verhogend werken bij verkoop van het perceel. Het is ook niet realistisch omdat het gaat om circa 200 ligplaatsen voor vaartuigen. Denk hierbij niet alleen aan particulieren met een ligplaats voor een vaartuig aan een onbebouwde legakker maar ook aan watersportverenigingen met ligplaats voor veel vaartuigen. Ontheffinghouders willen hun recht op ontheffing behouden.

3. Context

Op grond van de VBP zijn 49 ontheffingen verleend voor het ligplaats innemen met pleziervaartuigen en 3 ontheffingen voor het afmeren van een bedrijfsvaartuig.

In de nieuwe VPL is geen onderscheid meer gemaakt tussen pleziervaartuigen en bedrijfsvaartuigen om de regels eenvoudiger te maken en de voorlichting aan de gebruikers van het gebied te vergemakkelijken en de handhaving te verbeteren.

 

In de Toekomstvisie voor de Kievitsbuurten wordt gesproken over het creëren van ruimte in de Noordelijke Kievitsbuurt voor een nieuw concept met circa 10 à 15 verblijfsaccomodaties in de vorm van ecolodges. Samen met de gemeente wordt bestudeerd of en hoe hieraan invulling kan worden gegeven. Voor de invulling ontbreekt nu nog een ontheffingsmogelijkheid van het verbod in artikel 18 lid 1.

4. Afwegingen

Om enerzijds het permanent afmeren van vaartuigen zo veel mogelijk te beperken tot de daarvoor bestemde jachthavens en woongebieden, en anderzijds het behoud van de rechten van de ontheffinghouders zeker te stellen en daarnaast ruimte te bieden voor nieuwe ontwikkelingen die voortkomen uit de uitwerking van het Gebiedsplan Oostelijke Vechtplassen, wordt voorgesteld

  • 1.

    De Plassenraad op 12 dec. 2019 voor te stellen de VPL aan te passen door aan artikel 18 een lid 6 toe te voegen dat luidt: “Het bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod”.

  • 2.

    Indien de Plassenraad instemt met het 1e besluit, de Plassenraad voor te stellen voor het verlenen van ligplaatsontheffingen bijgaand Ligplaatsenbeleid Vaartuigen 2020 vast te stellen.

  • 3.

    Voor een wijziging van de verordening waarin aanpassingen van niet ingrijpende aard zijn verwerkt, hoeft de wijziging voor besluitvorming niet eerst aan de deelnemers te worden voorgelegd.

5. Financiën

In de Tarieventabel 2020 is een tarief van € 316,- opgenomen voor een ligplaatsontheffing.

Het opnieuw verlenen van 52 ligplaatsontheffingen voor de komende 5 jaar betekent een eenmalige opbrengst van € 16.432.

6. Uitvoering

Per 1 oktober 2019 is de vergunningverlener van RMN (0,8 fte boven formatief) met pensioen. RMN heeft niet de benodigde capaciteit in huis om alle ontheffingen die het schap verleent voor 2020 tijdig uit te geven. Voor de vergunningverlening voor 2020 is daarom met ingang van 1 november 2019 een nieuwe tijdelijke medewerker aangetrokken voor 3 dagen per week.

Ook op het gebied van handhaving is er al jaren te weinig capaciteit om de pleziervaartuigen die buiten de jachthavens en woongebieden liggen te inventariseren. Geconstateerd moet worden dat het aantal overtredingen de afgelopen jaren is toegenomen. In november 2019 komen er 3 stagiaires (2 bij toezicht en handhaving en 1 administratieve kracht). De stagiaires moeten een goede begeleiding krijgen om succesvol aan de slag te kunnen.

7. Risico’s

Onvoldoende capaciteit betekent dat niet alle ontheffingen tijdig verleend zullen worden. Dit leidt nu al tot vragen en ongenoegen van de ontheffinghouders, hetgeen weer extra tijd gaat kosten. Onvoldoende capaciteit betekent ook dat er sprake is van overtredingen waartegen niet wordt opgetreden. Het digitaliseren van de ontheffingen kan er voor zorgen dat er minder capaciteit voor de ontheffing verlening nodig is. Zover is het echter op dit moment nog niet. De begeleiding van de stagiairs is afhankelijk van 1 BOA/toezichthouder, die niet vervangen kan worden, hetgeen een kwetsbare situatie is.

8. Communicatie

Na aanpassing van de Verordening door de Plassenraad kan de gewijzigde VPL worden bekendgemaakt middels het eigen publicatieblad.

Na publicatie kunnen de 50 ontheffinghouders worden aangeschreven (zoveel mogelijk per e-mail) voor de verlenging van hun ontheffing.

Het ligplaatsenbeleid wordt bekend gemaakt via de website van RMN, meegestuurd met de ligplaatsontheffingen en vervolgens aan alle belangstellenden ter beschikking gesteld.

9. Vervolg

Nadat de Plassenraad de aangepaste VPL heeft vastgesteld en de ligplaatsontheffingen zijn verleend volgt een inventarisatie van de vaartuigen die ligplaats hebben in het op kaart A gearceerde gebied (door de stagiaires met begeleiding) en indien nodig bestuursrechtelijk handhaving.

Naar boven