Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 1044 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 1044 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent mandaten- en volmachten (Mandaten- en volmachtenlijst ODZOB 2020)
Bij besluit van 13 maart 2013 is de directeur gemandateerd om namens het Dagelijks Bestuur een aantal bevoegdheden uit te oefenen. In verband met organisatorische wijzigingen heeft het Dagelijks Bestuur voor het laatst bij besluit van 9 mei 2018 de mandaatregeling gewijzigd. Daarnaast is de directeur middels besluiten van een aantal colleges van burgemeester en wethouders en het college van gedeputeerde staten gemandateerd om namens hen bevoegdheden uit te oefenen.
Om tot een efficiënte dienstverlening te komen is het van belang dat een aantal aan de directeur gemandateerde bevoegdheden worden ondergemandateerd of dat bevoegdheden via een volmacht/ondervolmacht aan de directeur wordt verleend. Het gaat daarbij om bevoegdheden die de omgevingsdienst zelfstandig uitvoert of de organisatie van de eigen dienst betreffen zoals bijvoorbeeld personeelsgerelateerde zaken, maar ook om bevoegdheden die de directeur van externe bestuursorganen (provincie en gemeenten) gemachtigd of gemandateerd heeft gekregen.
In de mandaat- en machtigingsbesluiten van de provincie en diverse gemeenten aan de directeur, is opgenomen dat de gemandateerde danwel gemachtigde bevoegdheden in ondermandaat/machtiging of volmacht/ondervolmacht verleend mogen worden aan functionarissen binnen deze dienst.
In het besluit worden in de eerste kolom de bevoegdheden beschreven. In de tweede kolom staat aan wie de bevoegdheid tot (onder)mandaat, (onder)volmacht wordt verleend en in de derde kolom staan voorschriften, voorwaarden en bijzonderheden.
Deel A van het besluit bevat bevoegdheden die de directeur gemandateerd heeft gekregen van het Dagelijks Bestuur of waarvoor de dienst vanuit haar dienstverlenende opdracht zelf verantwoordelijk is. Het betreft dan stukken die namens de eigen organisatie worden verzonden.
Deel B van het besluit bevat bevoegdheden die de directeur gemandateerd heeft gekregen van andere bestuursorganen en die verder ondergemandateerd mogen worden binnen de eigen organisatie. In deze gevallen gaat het altijd om bevoegdheden die namens een extern bestuursorgaan worden uitgevoerd.
Deel C van het besluit bevat bevoegdheden die de interne organisatie betreffen, gericht op personeelsaangelegenheden, en waarvoor volmacht, ondervolmacht is verleend.
Ten aanzien van de bevoegdheden die betrekking hebben op de algemene bedrijfsvoering, geldt dat de meeste bevoegdheden door het Dagelijks Bestuur aan de directeur zijn gemandateerd. Bevoegdheden van algemene aard zijn verder ondergemandateerd. Er is een algemene omschrijving gehanteerd waarbij de bevoegdheden in ondermandaat worden verleend aan de coördinatoren bedrijfsvoering (waaronder de Coördinator bedrijfsvoering, Controller en Adviseur P&O-I), aan de managers en bij uitzondering aan de medewerker zelf. Bevoegdheden die aan de medewerker worden verleend vallen onder de hierboven al genoemde “eenvoudige correspondentie”. Het gaat dan om zaken die niet zijn gericht op enig rechtsgevolg of kunnen leiden tot enige verplichting. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het verzenden van documenten en brieven door de ODZOB die niet gericht zijn op enig rechtsgevolg of kunnen leiden tot enige verplichting zoals e-mails, opsturen van reeds openbaar gemaakte stukken zoals rapporten e.d. waaruit geen rechtsgevolg meer voortvloeit.
Bevoegdheden door externe bestuursorganen
Naast de bevoegdheden die de directeur gemandateerd heeft gekregen van het Dagelijks Bestuur, beschikt de directeur over bevoegdheden die door andere bestuursorganen (gemeenten en provincie) aan haar zijn gemandateerd. In de verleende mandaten aan de directeur is tevens opgenomen dat de mogelijkheid bestaat om deze bevoegdheden te ondermandateren aan onder de directeur ressorterende (leidinggevende) functionarissen. Uitgangspunt is, om daar waar de mandaatbesluiten dit toestaan, ondermandaat te verlenen aan medewerkers, met uitzondering van de bevoegdheden die aan de directeur zijn voorbehouden. Dat laatste betreft de bevoegdheid tot het aangaan van rechtsgedingen, het aanwijzen van toezichthouders, het aanwijzen van personen tot vertegenwoordiging van het college in rechte, het weigeren van een vergunning of ontheffing (behalve als de toepasselijke regelgeving geen ruimte laat voor een andere beslissing of geschiedt op verzoek van belanghebbende), het opleggen van een last onder bestuursdwang, het gedogen van een geconstateerde overtreding en het besluiten op een bezwaarschrift. Voor de duidelijkheid zijn deze bevoegdheden expliciet in dit besluit vermeld. In het besluit zelf is aangegeven dat in geval van onduidelijkheden het aanbeveling verdient de bevoegdheid neer te leggen bij het hogere echelon. Dat geldt uiteraard ook voor zaken die als “bestuursgevoelig” zijn aan te merken.
De bevoegdheden in het kader van de uitvoering van personeelsbeleid zijn in (onder)volmacht verleend aan de directeur, Coördinator bedrijfsvoering, Controller, Adviseur P&O-I en manager. Voor een groot aantal van deze bevoegdheden, is in de toelichting opgenomen dat deze bevoegdheid wordt uitgeoefend in overleg met de Adviseur P&O-I.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2019-1044.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.