Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Nader Rapport

30 november 2020

2020-0000685194

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 november 2020, nr. 2020002367, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 25 november 2020, nr. W04.20.0422/I, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 17 november 2020, no.2020002367, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede-Kamerverkiezing covid-19), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State,

Th.C. de Graaf

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Van de gelegenheid van dit nader rapport is gebruikgemaakt om het wetsvoorstel en de toelichting op een vijftal punten aan te passen. In de eerste plaats wordt de stempas gescheiden van de overige briefstembescheiden verzonden aan kiezers die per brief mogen stemmen, zodat alle kiezers uiterlijk twee weken voor de dag van de stemming hun stempas ontvangen. Er is in overleg met leveranciers van gemeenten nagegaan wat haalbaar is ten aanzien van het gescheiden verzenden van de briefstembescheiden. Gebleken is dat gescheiden verzending, zoals eerder was geadviseerd door de Kiesraad, mogelijk is in combinatie met het voorschrift dat daags na de dag van de kandidaatstelling de gegevens beschikbaar worden gesteld voor het personaliseren van de stempassen (artikel 7a van het wetsvoorstel). Deze aanpassing is nader toegelicht in paragraaf 3.2 van de memorie van toelichting. De mogelijkheid om per brief te stemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder is beperkt tot het Europese deel van Nederland, omdat niet is gebleken dat deze optie uitvoerbaar is op de openbare lichamen binnen de geldende termijnen uit de Kieswet en het onderhavige wetsvoorstel. In aanvulling op het aan de Afdeling voorgelegde wetsvoorstel is geregeld dat er bij de afgiftepunten in gemeenten ook briefstembescheiden, waaronder briefstembiljetten en retourenveloppen, afgehaald kunnen worden ten behoeve van kiesgerechtigden die per brief mogen stemmen maar hun briefstembescheiden niet hebben ontvangen of kwijt zijn geraakt. Omdat het als gevolg van de coronapandemie voor Nederlanders in het buitenland in sommige landen momenteel tijdelijk moeilijker is om identiteitsbewijzen aan te vragen en te verkrijgen, is geregeld dat zij bij het uitbrengen van hun briefstem ook een kopie van hun noodpaspoort of laissez-passer mogen voegen. Voor de eenduidigheid van de communicatie aan de kiezer stelt de regering voor om de openingstijden van stemlokalen die reeds op maandag en dinsdag open zijn gelijk te stellen aan de openingstijden op de woensdag, dat wil zeggen van 7.30 uur tot 21.00 uur. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele kleine wetstechnische wijzigingen in het voorstel te verwerken

Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde wetsvoorstel en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren.

Advies Raad van State

No. W04.20.0422/I

’s-Gravenhage, 25 november 2020

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 17 november 2020, no.2020002367, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede-Kamerverkiezing covid-19), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State, Th.C. de Graaf.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op het voorkomen van besmettingen en verspreiding van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2) wenselijk is nadere maatregelen te nemen om de volksgezondheid bij de organisatie en de uitvoering van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in 2021 te beschermen en een goed verloop van het verkiezingsproces te waarborgen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘of een waarnemer, als bedoeld in artikel 13’ vervangen door ‘, een waarnemer als bedoeld in artikel 13 of een ander persoon die het stembureau ten dienste wordt gesteld of bijstaat op de locatie waar en gedurende de periode dat het stembureau zitting houdt’.

2. Na onderdeel e wordt een onderdeel toegevoegd, luidend:

f. stempluspas:

een stempas waarmee ook per brief kan worden gestemd.

B

Na paragraaf 1 worden drie paragrafen ingevoegd, luidende:

Paragraaf 1a. De Kiesraad
Artikel 1a (Plaatsvervangende leden Kiesraad)
  • 1. Op voordracht van de Kiesraad wordt ten behoeve van zittingen waarin hij als centraal stembureau optreedt, bij koninklijk besluit een voldoend aantal plaatsvervangende leden benoemd. Artikel A 5, derde lid, eerste zin, van de Kieswet alsmede de artikelen 9, 13, en 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij ontstentenis van een lid om een zitting bij te wonen waarin de Kiesraad optreedt als centraal stembureau, treedt een door de voorzitter van de Kiesraad aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

  • 3. Het plaatsvervangend lidmaatschap van de Kiesraad vervalt van rechtswege op het moment dat deze wet vervalt.

Paragraaf 1b. Verlenging termijn voor vaststelling verkiezingsuitslag
Artikel 1b (Zittingsduur leden vertegenwoordigende organen)

Voor de toepassing van hoofdstuk C van de Kieswet wordt in dat hoofdstuk steeds gelezen in plaats van:

  • a. de donderdag: de dinsdag;

  • b. de eerstvolgende donderdag: de eerstvolgende dinsdag;

  • c. 23 tot en met 29 maart: 28 maart tot en met 3 april;

  • d. 19 tot en met 25 mei: 24 tot en met 30 mei.

Paragraaf 1c. Tijdelijke regels over stembureaus en hoofdstembureaus
Artikel 1c (Aantal leden stembureau)

In afwijking van het bepaalde bij en krachtens artikel E 3, derde lid, van de Kieswet bestaat een stembureau uit ten minste vier leden waarvan er één voorzitter is.

Artikel 1d (Aantal plaatsvervangende leden hoofdstembureau)
  • 1. Voor de toepassing van artikel E 5, derde lid, van de Kieswet wordt in plaats van «drie plaatsvervangende leden» gelezen: een voldoend aantal plaatsvervangende leden.

  • 2. Indien meer dan drie plaatsvervangende leden zijn benoemd, vervalt de benoeming van de boven dit aantal benoemde leden, in afwijking van artikel E 8, eerste volzin, van de Kieswet van rechtswege op het moment dat deze wet vervalt.

C

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

Paragraaf 2. Tijdelijke regels over de kandidaatstelling

D

Na artikel 2 worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 2a (Termijn verzuimherstel)

In afwijking van artikel I 2, tweede lid, van de Kieswet kan degene die de lijst heeft ingeleverd binnen een termijn van twee dagen na de zitting, bedoeld in artikel I 1, eerste lid, van de Kieswet het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen bij het centraal stembureau, tussen negen en zeventien uur.

Artikel 2b (Tijdstip zitting kandidaatstelling)

Voor de toepassing van artikel E 4, eerste lid, van de Kieswet wordt in plaats van ‘Op de laatste dag van de termijn, genoemd in artikel I 2, tweede lid,’ gelezen ‘Op de derde dag na de zitting, bedoeld in artikel I 1, eerste lid, van de Kieswet’ en in plaats van ‘die om zestien uur aanvangt’ wordt gelezen: die om tien uur aanvangt.

Artikel 2c (Gedragsregels zitting kandidaatstelling)
  • 1. Het bepaalde bij of krachtens artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid, is van overeenkomstige toepassing op de locatie waar het centraal stembureau de in artikel I 4 van de Kieswet bedoelde zitting houdt en op daarbij aanwezige personen.

  • 2. Toepassing van artikel 9, derde lid, geschiedt met dien verstande dat de voorzitter de gezondheidscheck afneemt bij de andere leden van het centraal stembureau. De plaatsvervangend voorzitter neemt de gezondheidscheck af bij de voorzitter.

Artikel 2d (Op afstand bijwonen en volgen zitting kandidaatstelling)
  • 1. In aanvulling op artikel I 4 van de Kieswet wordt onder openbaar tevens verstaan dat de zitting in een digitale omgeving door de leden en geïnteresseerden kan worden bijgewoond. Daarnaast dienen geïnteresseerden de zitting op afstand te kunnen volgen door middel van een live-verbinding.

  • 2. Een zitting bedoeld in het eerste lid vindt slechts doorgang voor zover:

    • a. ieder lid afzonderlijk digitaal toegang heeft tot de zitting;

    • b. de leden zichtbaar en hoorbaar herkenbaar zijn op een zodanige wijze dat hun identiteit kan worden vastgesteld;

    • c. de andere deelnemers zichtbaar en hoorbaar kunnen zijn voor zover de voorzitter hen het woord verleent; en

    • d. de voorzitter in staat is de orde te handhaven.

  • 3. Onverminderd artikel I 18, tweede lid, van de Kieswet kunnen personen die de zitting in een digitale omgeving bijwonen bezwaren inbrengen.

  • 4. Bij de bekendmaking, bedoeld in artikel I 18, derde lid, onder b, van de Kieswet wordt tevens mededeling gedaan van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het eerste en derde lid.

Artikel 2e (Ondertekening proces-verbaal kandidaatstelling)
  • 1. In aanvulling op artikel I 18, eerste lid, van de Kieswet wordt het proces-verbaal achtereenvolgens door de voorzitter en alle fysiek aanwezige leden van het centraal stembureau ondertekend.

  • 2. Een lid van het centraal stembureau dat de openbare zitting in een digitale omgeving op afstand bijwoont, maakt daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar of de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

Artikel 2f (Openbaarmaking proces-verbaal)

In afwijking van artikel I 18, eerste lid, van de Kieswet maakt het centraal stembureau het proces-verbaal met weglating van de ondertekening onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

E

In paragraaf 3 wordt vóór artikel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2g (Stembureaus t.b.v. vervroegd stemmen)
  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen stembureaus aan die, in afwijking van artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet, al op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de dag van de stemming zitting houden. Op deze dagen vangt de stemming aan om acht uur en duurt tot achttien uur.

  • 2. Het aantal aan te wijzen stembureaus, bedoeld in het eerste lid, bedraagt op beide dagen ten minste:

    • a. in een gemeente met minder dan 10.000 kiesgerechtigden: 1;

    • b. in een gemeente met 10.000 tot 30.000 kiesgerechtigden: 2;

    • c. in een gemeente met 30.000 tot 60.000 kiesgerechtigden: 4;

    • d. in een gemeente met 60.000 tot 100.000 kiesgerechtigden: 8;

    • e. in een gemeente met 100.000 tot 350.000 kiesgerechtigden: 10;

    • f. in een gemeente met 350.000 of meer kiesgerechtigden: 20.

  • 3. Bij het aanwijzen van stemlokalen voor de stembureaus, bedoeld in het eerste lid, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat deze op ten minste zoveel verschillende adressen gelegen zijn als het aantal, bedoeld in het tweede lid.

  • 4. De stemopneming van de stembureaus, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op de dag van de stemming en vangt aan op een door burgemeester en wethouders vast te stellen en bekend te maken tijdstip en plaats.

  • 5. De burgemeester brengt de aanwijzingen, de dagen en de zittingstijden waarop de stemming plaatsvindt alsmede de plaatsen, dagen en het tijdstip waarop de stemopneming aanvangt ten minste veertien dagen voor de dag van de stemming ter openbare kennis.

F

Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a (Aanwijzing bijzondere stembureaus t.b.v. vervroegd stemmen)
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente bijzondere stembureaus aanwijzen als bedoeld in artikel J 1, derde lid, van de Kieswet dan wel artikel 3 die, in afwijking van artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet, al op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de dag van de stemming zitting houden.

  • 2. Voor de toepassing van artikel J 1, derde lid, van de Kieswet wordt in die bepaling voor ‘voor de stemming’ gelezen: voor de dag van de stemming.

G

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a (Aanwijzing mobiele stembureaus t.b.v. vervroegd stemmen)
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in hun gemeente mobiele stembureaus aanwijzen als bedoeld in artikel J 4a van de Kieswet dan wel artikel 4 die, in afwijking van artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet, al op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de dag van de stemming zitting houden.

  • 2. Voor de toepassing van artikel J 1, derde lid, van de Kieswet wordt in die bepaling voor ‘voor de stemming’ gelezen: voor de dag van de stemming.

H

Na paragraaf 3 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 3a. Tijdelijke regels over de oproeping tot de stemming
Artikel 7a (Ontvangst briefstembescheiden)
  • 1. In afwijking van artikel J 7, eerste volzin, van de Kieswet ontvangt elke kiezer die bevoegd is om aan de stemming deel te nemen en die op de dag van de stemming de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt van de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd tevens:

    • a. een briefstembiljet;

    • b. een geadresseerde retourenveloppe;

    • c. een stempluspas;

    • d. een enveloppe voor het stembiljet; en

    • e. een handleiding voor de kiezer.

  • 2. De kiesgerechtigde ontvangt de stukken, bedoeld in het eerste lid, ten minste zes dagen voor de dag van de stemming.

  • 3. Tenzij deze wet anders bepaalt wordt voor de toepassing van de bepalingen bij of krachtens de Kieswet onder stempas mede verstaan: stempluspas.

  • 4. Bij ministeriële regeling worden modellen vastgesteld voor de stukken, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7b (Vaststelling uittreksel register ongeldige stempassen)
  • 1. Voor de toepassing van artikel J 7a, eerste lid, van de Kieswet wordt in die bepaling voor ‘de dag voor de stemming’ gelezen: op de vijfde dag voor de dag van de stemming na zeventien uur.

  • 2. Voor de toepassing van artikel J 7a, tweede lid, onderdeel d, van de Kieswet wordt in die bepaling voor ‘dan wel voor het uitbrengen van zijn stem is overleden’ gelezen: dan wel is overleden.

Artikel 7c (Verzoek vervangende briefstembescheiden)

In aanvulling op artikel J 8, eerste lid, van de Kieswet worden aan degene die tot deelneming aan de stemming bevoegd is en die op de dag van de stemming de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt tevens op zijn verzoek door de burgemeester de in artikel 7a, eerste lid, genoemde stukken opnieuw uitgereikt of toegezonden.

Artikel 7d (Termijn aanvraag vervangende stempas)

In afwijking van artikel J 8, derde lid, eerste en tweede volzin, van de Kieswet dient het verzoek uiterlijk op de vijfde dag voor de dag van de stemming om zeventien uur te zijn ontvangen.

I

Het opschrift van paragraaf 4 komt te luiden:

Paragraaf 4. Tijdelijke regels over het stembureau tijdens de stemming

J

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Gedurende de zitting zijn steeds ten minste de voorzitter en drie andere leden van het stembureau aanwezig.

K

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt de zinsnede ‘een stembureau en de waarnemers, bedoeld in artikel 13’ vervangen door ‘het stembureau, de waarnemers, bedoeld in artikel 13, en andere personen die het stembureau ten dienste worden gesteld of bijstaan op de locatie waar en gedurende de periode dat het stembureau zitting houdt’.

2. In het derde lid wordt voorts ‘Indien een lid (...) niet vervullen’ vervangen door ‘Indien één van de voornoemde personen niet aan de gezondheidscheck voldoet, kan de betrokkene zijn functie niet vervullen’.

3. Aan het zesde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: ‘Bij ministeriële regeling wordt hiervoor een model vastgesteld.’

L

Na paragraaf 6 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 6a. Tijdelijke regels over briefstemmen voor kiezers binnen Nederland
Artikel 11a (Aanwijzen briefstembureau)
  • 1. Onverminderd de artikelen M 9, eerste lid, en M 13, vijfde lid, van de Kieswet wijzen burgemeester en wethouders in hun gemeente een of meer briefstembureaus aan. Deze stembureaus zijn uitsluitend bestemd voor per brief uit te brengen stemmen.

  • 2. Ten aanzien van deze stembureaus zijn de artikelen J 11 en J 16 van de Kieswet, voor zover laatstgenoemd artikel betrekking heeft op stemhokjes, niet van toepassing.

Artikel 11b (Zittingstijden briefstembureau)
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat briefstembureaus, in afwijking van artikel J 1 van de Kieswet, ten behoeve van het verrichten van de handelingen, bedoeld in de artikelen 11g en 11h, tevens zitting houden vanaf het moment dat het in artikel J 7a, eerste lid, tweede volzin, van de Kieswet bedoelde uittreksel is vastgesteld op door burgemeester en wethouders te bepalen dagen en tijden. In dat geval draagt de burgemeester er in afwijking van artikel 11f, tweede lid, zorg voor dat de binnengekomen retourenveloppen op deze dagen worden overhandigd aan de voorzitter van het briefstembureau.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders gebruik hebben gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, vangen deze stembureaus op de dag van stemming eerst met de handelingen, bedoeld in de artikelen 10g en 10h aan, nadat het stembureau overeenkomstig artikel 23e de stemopneming heeft verricht ten aanzien van de stembiljetten die zich bij aanvang van de dag van de stemming in de stembus bevinden.

  • 3. In afwijking van artikel J 1, tweede lid, van de Kieswet eindigt de stemming op de dag van de stemming zodra de briefstembureaus de handelingen, bedoeld in de artikelen 11g en 11h, ten aanzien van alle tijdig binnengekomen retourenveloppen hebben beëindigd.

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de zittingen, bedoeld in het eerste lid, en het bewaren van de stembescheiden.

Artikel 11c (Briefstemmen)
  • 1. In aanvulling op hoofdstuk J van de Kieswet kan een kiesgerechtigde die de in artikel 7a, eerste lid, genoemde stukken heeft ontvangen ook aan de stemming deelnemen door op het briefstembiljet een stipje geplaatst vóór de kandidaat van zijn keuze in te kleuren.

  • 2. Daarna vouwt hij het briefstembiljet dicht op zodanige wijze dat de namen van de kandidaten niet zichtbaar zijn en doet hij het briefstembiljet in de enveloppe voor het stembiljet.

  • 3. De kiezer ondertekent de op de stempluspas gestelde verklaring dat hij het stembiljet persoonlijk heeft ingevuld.

  • 4. Vervolgens doet hij de stempluspas en de enveloppe met het stembiljet in de retourenveloppe, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, onderdeel b, dan wel een andere geadresseerde enveloppe en retourneert hij deze gesloten.

  • 5. De kiezer kan de retourenveloppe per post doen toekomen aan de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd, onverminderd het bepaalde in de artikelen 11d en 11e.

  • 6. De burgemeester draagt er zorg voor dat de retourenveloppen veilig worden opgeslagen alsook tijdig wordt overgedragen aan een briefstembureau.

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het in ontvangst nemen, het transport, de opslag en de overdracht van de retourenveloppen.

Artikel 11d (Afgiftepunten)
  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen binnen de gemeente een of meer plaatsen aan waar retourenveloppen als bedoeld in artikel 11c, vijfde lid, in persoon kunnen worden afgegeven ten behoeve van het in die gemeente gevestigde briefstembureau.

  • 2. Een retourenveloppe kan vanaf de zevende dag voor de dag van de stemming in persoon worden afgegeven op een afgiftepunt als bedoeld in het eerste lid:

    • a. op een werkdag, niet zijnde de dag van de stemming, ten minste tussen negen en zeventien uur;

    • b. op een weekenddag, voor zover burgemeester en wethouders daartoe beslissen, gedurende een door hen aangewezen periode;

    • c. op de dag van de stemming gedurende de in artikel J 1, tweede lid, van de Kieswet genoemde periode.

  • 3. De burgemeester brengt de aanwijzing en vaststelling van de plaatsen, dagen en tijdstippen ten minste veertien dagen voor de dag van de stemming ter openbare kennis.

  • 4. Degene die ten behoeve van het briefstembureau de enveloppe in ontvangst neemt, houdt daarvan aantekening door daarop de ontvangstdatum en een handtekening te plaatsen.

  • 5. De artikelen 5 en 11c, zesde en zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11e (Afgifte retourenveloppe aan stembureau)

Indien een persoon de retourenveloppe, bedoeld in artikel 11c, vijfde lid, gedurende de stemming afgeeft aan een lid van het stembureau dat belast is met de in artikel J 25 van de Kieswet bedoelde taken, houdt dit lid daarvan aantekening bij door op de enveloppe de datum en een handtekening te plaatsen. Daarna wordt de enveloppe door het stembureau bewaard tot het einde van de stemming.

Artikel 11f (Termijn voor briefstemmen)
  • 1. De stukken, bedoeld in artikel 11c, vierde lid, dienen uiterlijk op de dag van de stemming om eenentwintig uur in het bezit te zijn van de burgemeester dan wel een afgiftepunt als bedoeld in artikel 11d.

  • 2. De burgemeester draagt er zorg voor dat de tijdig binnengekomen retourenveloppen op de dag van de stemming onverwijld na eenentwintig uur ongeopend overhandigd worden aan de voorzitters van de briefstembureaus, bedoeld in artikel 11a.

  • 3. De retourenveloppen die te laat zijn binnengekomen worden door de burgemeester ongeopend in een of meer te verzegelen pakken gedaan.

  • 4. De burgemeester bewaart de pakken, bedoeld in het derde lid, drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna vernietigt hij deze pakken onmiddellijk. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 11g (Toelating tot de stemming)
  • 1. Een lid van het briefstembureau opent de retourenveloppe en neemt de stempluspas en de enveloppe met het stembiljet eruit.

  • 2. Vervolgens wordt de echtheid van de stempluspas gecontroleerd.

  • 3. Indien de stempluspas echt is, wordt nagegaan of het nummer van de stempluspas voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, bedoeld in artikel J 7a, tweede volzin, van de Kieswet.

  • 4. Indien het nummer van de stempluspas niet voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, wordt de enveloppe met het stembiljet ongeopend in de stembus gestoken. Indien het stembiljet zich niet in de daartoe bestemde enveloppe bevindt, wordt het, zonder het in te zien, dichtgevouwen in de stembus gestoken.

Artikel 11h (Terzijdelegging retourenveloppen)
  • 1. Indien de retourenveloppe niet alle stembescheiden bevat, de stempluspas niet echt is of het nummer van de stempluspas voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, doet het lid van het briefstembureau de aangetroffen bescheiden, zonder het stembiljet in te zien of zonder de enveloppe met het stembiljet te openen, wederom in de retourenveloppe en legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.

  • 2. Indien in een retourenveloppe stembescheiden van meer personen zijn gevoegd, waarvan er een of meer niet aan de bij of krachtens de Kieswet dan wel deze wet gestelde eisen voldoen, of waarvan het aantal stembescheiden niet overeenkomt met het aantal stembiljetten, onderscheidenlijk enveloppen met stembiljet, legt het lid van het briefstembureau de aangetroffen bescheiden, zonder het stembiljet in te zien of zonder de enveloppe met het stembiljet te openen, wederom in de retourenveloppe en legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, eveneens terzijde.

M

In artikel 13, eerste lid, wordt ‘Artikel E 4, tweede lid, van de Kieswet’ vervangen door ‘Artikel E 4, tweede en derde lid, van de Kieswet’.

N

In paragraaf 9 wordt vóór artikel 14 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a (Termijn indienen verzoek kiezerspas)

In afwijking van artikel K 3, tweede lid, eerste en tweede volzin, van de Kieswet dient het verzoek uiterlijk op de vijfde dag voor de dag van de stemming om zeventien uur te zijn ontvangen.

O

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In afwijking van artikel L 7, eerste lid, van de Kieswet dient de aanvraag uiterlijk op de vijfde dag voor de dag van de stemming om zeventien uur te zijn ontvangen.

2. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde tot vijfde lid.

3. In het vijfde lid (nieuw) vervalt ‘, het langs elektronische weg bekendmaken van een besluit daarop en de verificatie van een volmachtbewijs, bedoeld in het vijfde lid, door een stembureau’.

P

Na paragraaf 10 worden twee nieuwe paragrafen ingevoegd, luidend:

Paragraaf 10a. Tijdelijke regels over het stemmen per brief door kiezers buiten Nederland
Artikel 17a (Sluitingstermijn briefstemmen)
  • 1. In afwijking van artikel M 8, eerste lid, van de Kieswet moet de retourenveloppe, indien deze per post worden geretourneerd, uiterlijk op de vijfde dag na de dag van de stemming om twaalf uur in het bezit zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.

  • 2. In aanvulling op artikel M 8, tweede lid, van de Kieswet draagt de burgemeester van ’s-Gravenhage er tevens zorg voor dat de binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, ontvangen retourenveloppen, die zijn gefrankeerd, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk op de vijfde dag na de dag van de stemming om zestien uur ongeopend overhandigd worden aan de voorzitter van een briefstembureau.

Artikel 17b (Briefstembureaus buiten ’s-Gravenhage)

Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage kunnen onverminderd het bepaalde in artikel M 9, eerste lid, van de Kieswet en in afwijking van artikel J 4, eerste en tweede lid, van de Kieswet een briefstembureau aanwijzen dat zitting houdt in een andere gemeente.

Paragraaf 10b. Tijdelijke regels voor na afloop van de stemming
Artikel 17c (Overdracht bewaarde retourenveloppen)
  • 1. Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, doet het stembureau de retourenveloppen die op grond van artikel 11e zijn bewaard in een pak.

  • 2. Dit pak wordt verzegeld en voorzien van de naam van de gemeente, het nummer van het stembureau en het opschrift 'Retourenveloppen t.b.v. het briefstembureau’.

  • 3. De burgemeester draagt er zorg voor dat het pak veilig wordt getransporteerd, opgeslagen alsook tijdig wordt overgedragen aan een briefstembureau.

  • 4. Totdat het stembureau het pak overdraagt ten behoeve van het vervoer naar een briefstembureau, draagt het stembureau er zorg voor dat de zegels op het pak niet worden verbroken.

  • 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het in ontvangst nemen, het transport, de opslag en de overdracht van het pak.

Q

In paragraaf 11 worden voor artikel 18 de navolgende artikelen ingevoegd:

Artikel 17d (Schorsing stemopneming ter voorkoming van onjuistheden)
  • 1. Indien aan de voorzitter van het stembureau blijkt dat een behoorlijke afronding van de stemopneming niet langer van de leden van het stembureau gevergd kan worden, kan hij, na overleg en in overeenstemming met de burgemeester, besluiten de stemopneming te schorsen.

  • 2. De voorzitter maakt het besluit tot schorsing bekend bij de ingang van het stemlokaal, de plaats, bedoeld in artikel 6, dan wel de plaats, bedoeld in artikel J 1, vierde lid, van de Kieswet. Van de schorsing van de zitting van het stembureau doet de burgemeester op algemeen toegankelijke wijze mededeling.

  • 3. De burgemeester bepaalt wanneer en waar de zitting wordt hervat en maakt dit op algemeen toegankelijke wijze bekend.

  • 4. De voorzitter van het stembureau schorst de stemopneming niet eerder, dan nadat voor iedere lijst het gezamenlijke aantal op de kandidaten uitgebrachte stemmen is vastgesteld.

Artikel 17e (Uitvoeren van een schorsing)
  • 1. Indien de stemopneming is geschorst als bedoeld in artikel 17d, eerste lid, zijn de artikelen J 26, J 30, tweede volzin, J 31 en J 32 van het Kiesbesluit niet van toepassing.

  • 2. In aanvulling op artikel J 29 van het Kiesbesluit worden de stembiljetten die zich in de stembus bevonden, lijstgewijs bijeengevoegd en in de stembus gedaan.

  • 3. De artikelen 19, tweede volzin, 20, 21, eerste en derde lid, en 22, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het in ontvangst nemen, het transport, de opslag en de overdracht van de stembus, de enveloppe en de pakken.

Artikel 17f (Openbaarmaking digitaal bestand burgemeester)
  • 1. Indien de burgemeester programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de in artikel N 11 van de Kieswet bedoelde opgave, maakt hij, onverminderd artikel N 12, tweede lid, van de Kieswet, het daarmee gegenereerde digitale bestand onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de elektronische openbaarmaking van het proces-verbaal en de digitale bestanden.

R

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘(Reikwijdte van paragraaf 11)’ vervangen door ‘(Procedure voor de stemopneming in bijzondere situaties)’.

2. In de aanhef wordt ‘Deze paragraaf is van toepassing op’ vervangen door ‘De artikelen 19 tot en met 23 zijn van toepassing op’.

3. Onder vervanging van ‘; en’ aan het slot van onderdeel b door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door ‘; en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. een stembureau als bedoeld in artikel 2g, 3a of 4a waar vroegtijdig gestemd kan worden.

S

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘stembus’ vervangen door ‘verkiezingsbescheiden’.

2. In het tweede lid vervalt ‘op dezelfde avond’.

3. Aan het slot worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Na de overdracht van de stembus aan de burgemeester begeven de leden van het stembureau zich onder medebrenging van de verzegelde enveloppe en de pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, onverwijld naar de locatie waar het vervolg van de stemopneming wordt verricht.

  • 4. In afwijking van het derde lid geeft een stembureau als bedoeld in artikel 18, aanhef, onderdeel b of c, waarbij de stemming voor het in artikel J 1, tweede lid, van de Kieswet genoemde tijdstip is geëindigd, dan wel een stembureau als bedoeld in artikel 18, aanhef, onderdeel d, de verzegelde enveloppe en de pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, zo spoedig mogelijk bij de burgemeester in bewaring. Tot aan die inbewaringgeving draagt het stembureau er zorg voor dat de zegels op de stembus en de enveloppe niet worden verbroken.

T

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De burgemeester draagt er zorg voor dat de bescheiden, bedoeld in artikel 21, tweede respectievelijk vierde lid, tijdig worden vervoerd naar de plaats waar de stemopneming zal worden voortgezet en dat de daarop aangebrachte zegels niet worden verbroken totdat het stembureau zijn zitting heeft hervat.

  • 2. Het stembureau hervat zijn zitting op de dag van de stemming onverwijld na eenentwintig uur.

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid hervat een stembureau als bedoeld in artikel 18, aanhef, onderdeel d, de stemopneming op de dag van de stemming om zeven uur dertig of op een later, door burgemeester en wethouders vast te stellen, tijdstip op die dag. Aan het bepaalde in artikel N 9 van de Kieswet wordt niet eerder toepassing gegeven dan na eenentwintig uur. Voorts is tot die tijd eenieder die ambtshalve kennis kan nemen van de vastgestelde aantallen stemmen, zolang verplicht tot geheimhouding daarvan.

U

In artikel 23 wordt ‘de overdracht en het vervoer’ vervangen door ‘het in ontvangst nemen, het transport, de opslag en de overdracht’.

V

Na paragraaf 11 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 11a. Tijdelijke regels over de stemopneming door briefstembureaus
Artikel 23a (Stemopneming t.a.v. kiezers buiten Nederland)

Hoofdstuk N, paragraaf 2, van de Kieswet is uitsluitend van toepassing op een briefstembureau voor zover het de stemopneming betreft van stembiljetten die op grond van artikel M 10, derde lid, van de Kieswet in de stembus zijn gedeponeerd.

Artikel 23b (Stemopneming t.a.v. kiezers binnen Nederland)

De artikelen 23c tot en met 23e zijn uitsluitend van toepassing op een briefstembureau voor zover het de stemopneming betreft van stembiljetten die op grond van artikel 11g, vierde lid, in de stembus zijn gedeponeerd.

Artikel 23c (Aantal toegelaten kiezers)

In afwijking van artikel N 1, eerste lid, van de Kieswet stelt het stembureau vast het aantal geldige stempluspassen. Dit is het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.

Artikel 23d (Stemopneming)
  • 1. In aanvulling op artikel N 2 van de Kieswet worden ook de retourenveloppen, bedoeld in artikel 11h, in een pak gedaan.

  • 2. Alvorens over te gaan tot de handelingen, bedoeld in artikel N 5, opent een lid van het briefstembureau de enveloppen die zich in de stembus bevinden. Indien in een enveloppe zich geen of meer dan één stembiljet bevindt, wordt hiervan een aantekening gemaakt. Indien zich meer dan één stembiljet in één enveloppe bevindt, doet hij deze biljetten wederom in de enveloppe en legt deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.

  • 3. Artikel N 7 van de Kieswet is van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste lid, in plaats van ‘rood heeft gemaakt’ wordt gelezen: heeft ingekleurd, en dat voor de toepassing van het derde lid, in plaats van ‘rood maken’ wordt gelezen: inkleuren.

  • 4. Artikel N 8, eerste lid, van de Kieswet is van toepassing, met dien verstande dat in plaats van ‘artikel N 7’ wordt gelezen: artikel 23d van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

Artikel 23e (Consequenties van een vooropening)
  • 1. Indien gebruik is gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in 11b, eerste lid, vangt het briefstembureau in afwijking van artikel N 1 van de Kieswet op de dag van stemming om zeven uur dertig of op een later, door burgemeester en wethouders vast te stellen, tijdstip op die dag, de stemopneming aan ten aanzien van de stembiljetten die zich op dat moment in de stembus bevinden.

  • 2. Ten behoeve van de handelingen, bedoeld in de artikelen 11g en 11h, ten aanzien van de nog niet geopende retourenveloppen wordt de stemopneming volgens bij ministeriële regeling te stellen regels geschorst. Zodra deze handelingen ten aanzien van alle tijdig binnengekomen retourenveloppen zijn beëindigd, wordt de stemopneming bij ministeriële regeling te stellen regels hervat.

  • 3. Artikel N 9 van de Kieswet blijft buiten toepassing tot na eenentwintig uur. Voorts is eenieder die ambtshalve kennis kan nemen van de vastgestelde aantallen stemmen, zolang verplicht tot geheimhouding daarvan.

Paragraaf 11b. Tijdelijke regels ten aanzien van de zitting van het hoofdstembureau
Artikel 23f (Zittingsdag hoofdstembureau)
  • 1. In afwijking van artikel O 1, eerste lid, van de Kieswet houdt het hoofdstembureau op de vijfde dag na de dag van de stemming om tien uur een openbare zitting.

  • 2. In afwijking van het eerste lid houdt het hoofdstembureau gevestigd in kieskring 12 op de zesde dag na de dag van de stemming om vijftien uur een openbare zitting.

Artikel 23g (Gedragsregels zitting hoofdstembureau)
  • 1. Het bepaalde bij of krachtens artikel 9, eerste lid, derde en vierde volzin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid, voor stemlokalen is van overeenkomstige toepassing op de locatie waar het hoofdstembureau de in artikel O 1 van de Kieswet bedoelde zitting houdt en op daarbij aanwezige personen.

  • 2. Toepassing van artikel 9, derde lid, geschiedt met dien verstande dat burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het hoofdstembureau is gevestigd de gezondheidscheck afnemen bij de leden van het hoofdstembureau.

Artikel 23h (Op afstand bijwonen zitting hoofdstembureau)
  • 1. In aanvulling op artikel O 1, eerste lid, van de Kieswet wordt onder openbaar tevens verstaan dat de zitting in een digitale omgeving door de leden en geïnteresseerden kan worden bijgewoond. Daarnaast dienen geïnteresseerden de zitting ook op afstand te kunnen volgen door middel van een live-verbinding.

  • 2. Een zitting, bedoeld in het eerste lid, vindt slechts doorgang voor zover:

    • a. ieder lid afzonderlijk digitaal toegang heeft tot de zitting;

    • b. de leden zichtbaar en hoorbaar herkenbaar zijn op een zodanige wijze dat hun identiteit kan worden vastgesteld;

    • c. de andere deelnemers zichtbaar en hoorbaar kunnen zijn voor zover de voorzitter hen het woord verleent; en

    • d. de voorzitter in staat is de orde te handhaven.

  • 3. Onverminderd artikel O 2, vierde lid, van de Kieswet kunnen personen die de zitting in een digitale omgeving bijwonen bezwaren inbrengen.

  • 4. De voorzitter van het hoofdstembureau doet tijdig op een algemeen toegankelijke wijze mededeling van de plaats, de dag en het uur van de zitting alsook van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het eerste en derde lid.

Artikel 23i (Ondertekening proces-verbaal hoofdstembureau)
  • 1. In aanvulling op artikel O 3, tweede lid, van de Kieswet wordt het proces-verbaal achtereenvolgens door de voorzitter en alle andere fysiek aanwezige leden van het hoofdstembureau ondertekend.

  • 2. Een lid van het hoofdstembureau dat de openbare zitting op afstand in een digitale omgeving bijwoont, maakt daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar of de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

Artikel 23j (Openbaarmaking digitaal bestand hoofdstembureau)
  • 1. Indien het hoofdstemstembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de in artikel O 2 van de Kieswet bedoelde uitkomsten, maakt het, onverminderd artikel O 4, eerste lid, van de Kieswet, het daarmee gegenereerde digitale bestand onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de elektronische openbaarmaking van het proces-verbaal en de digitale bestanden.

Paragraaf 11c. Tijdelijke regels ten aanzien van de zitting van het centraal stembureau
Artikel 23k (Aanvang werkzaamheden centraal stembureau)

Voor de toepassing van artikel P 1 van de Kieswet wordt voor ‘alle hoofdstembureaus zijn ontvangen’ gelezen: de hoofdstembureaus zijn ontvangen.

Artikel 23l (Gedragsregels zitting uitslagvaststelling)
  • 1. Het bepaalde bij of krachtens artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid, voor stemlokalen is van overeenkomstige toepassing op de locatie waar het centraal stembureau de in artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet bedoelde zitting houdt en op daarbij aanwezige personen.

  • 2. Toepassing van artikel 9, derde lid, geschiedt met dien verstande dat de voorzitter de gezondheidscheck afneemt bij de andere leden van het centraal stembureau. De plaatsvervangend voorzitter neemt de gezondheidscheck af bij de voorzitter.

Artikel 23m (Op afstand bijwonen zitting uitslagvaststelling)
  • 1. In aanvulling op artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet wordt onder openbaar tevens verstaan dat de zitting in een digitale omgeving door de leden en geïnteresseerden kan worden bijgewoond. Daarnaast dienen geïnteresseerden de zitting op afstand te kunnen volgen door middel van een live-verbinding.

  • 2. Een zitting, bedoeld in het eerste lid, vindt slechts doorgang voor zover:

    • a. ieder lid afzonderlijk digitaal toegang heeft tot de zitting;

    • b. de leden zichtbaar en hoorbaar herkenbaar zijn op een zodanige wijze dat hun identiteit kan worden vastgesteld;

    • c. de andere deelnemers zichtbaar en hoorbaar kunnen zijn voor zover de voorzitter hen het woord verleent; en

    • d. de voorzitter in staat is de orde te handhaven.

  • 3. Onverminderd artikel P 20, derde lid, van de Kieswet kunnen personen die de zitting in een digitale omgeving bijwonen bezwaren inbrengen.

  • 4. Bij de bekendmaking, bedoeld in artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet wordt tevens mededeling gedaan van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het eerste en derde lid.

Artikel 23n (Ondertekening proces-verbaal uitslagvaststelling)
  • 1. In aanvulling op artikel P 22, tweede lid, van de Kieswet wordt het proces-verbaal achtereenvolgens door de voorzitter en alle andere fysiek aanwezige leden van het centraal stembureau ondertekend.

  • 2. Een lid van het centraal stembureau dat de openbare zitting op afstand in een digitale omgeving bijwoont, maakt daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar of de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

Artikel 23o (Openbaarmaking digitaal bestand centraal stembureau)
  • 1. Indien het centraal stembureau de in artikel P 1a van de Kieswet bedoelde programmatuur heeft gebruikt, maakt het, onverminderd artikel P 23 van de Kieswet, het daarmee gegenereerde digitale bestand onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de elektronische openbaarmaking van het proces-verbaal en de digitale bestanden.

W

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt de zinsnede ‘met uitzondering van de artikelen 15 en 16 en met inachtneming van het bepaalde in afdeling Va van de Kieswet’ vervangen door ‘met uitzondering van de artikelen 2g, derde lid, 15, 16 en met inachtneming van het bepaalde in afdeling Va van de Kieswet’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van artikel 2g, eerste lid, eerste volzin, kan het bestuurscollege stembureaus aanwijzen die, in afwijking van artikel J 1, eerste lid, van de Kieswet, al op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de dag van de stemming zitting houden.

X

Na artikel 26 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 26a (Briefstembureaus en centrale stemopneming)
  • 1. Paragraaf 3.2 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming is niet van toepassing op een stembureau als bedoeld in artikel 11a.

  • 2. In afwijking van artikel N 11, eerste lid, van de Kieswet wordt het proces-verbaal overgedragen aan het gemeentelijk stembureau.

  • 3. De vaststelling van het aantal stemmen, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming, vindt eerst plaats nadat tevens alle processen-verbaal van de stembureaus, bedoeld in artikel 11a, aan het gemeentelijk stembureau ter kennis zijn gebracht.

  • 4. Het gemeentelijk stembureau maakt bij de vaststelling van de aantallen stemmen, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming apart melding van de stemmen die in de briefstembureaus zijn uitgebracht.

Y

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het bij of krachtens artikel 9 bepaalde voor kiezers is van overeenkomstige toepassing op andere aanwezige personen bij een zitting van het gemeentelijk stembureau, als bedoeld in artikel 20 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming.

Z

Na artikel 28 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 28a (Openbaarmaking digitaal bestand gemeentelijk stembureau)
  • 1. Indien het gemeentelijk stembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomsten van de stemopneming, bedoeld in artikel 38 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming, maakt het gemeentelijk stembureau, onverminderd artikel 42, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming, het daarmee gegenereerde digitale bestand onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de elektronische openbaarmaking van het proces-verbaal en de digitale bestanden.

AA

In artikel 30 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet vervalt op een eerder tijdstip dan 1 juli 2021 dan wel een tijdstip dat ligt voor het tijdstip waarop de wet na 1 juli 2021 zou vervallen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

MEMORIE VAN TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Dit wetsvoorstel is een aanvulling op de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (hierna: Tijdelijke wet), en wijzigt die wet op enkele onderdelen. Hoofddoel van dit wetsvoorstel is om het voor de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021 mogelijk te maken dat kiezers van 70 jaar en ouder hun stem per brief kunnen uitbrengen, en dat met name kiezers met een kwetsbare gezondheid de gelegenheid krijgen om gedurende twee dagen voorafgaand aan de ‘reguliere’ dag van de stemming hun stem in een stemlokaal uit te brengen. Doel van deze extra mogelijkheden voor het uitbrengen van een stem is om kiezers zo veel mogelijk te spreiden en de drukte in de stemlokalen op de verkiezingsdag te verminderen. Kiezers die vanwege het coronavirus twijfelen over de gang naar de stembus op de verkiezingsdag, bijvoorbeeld vanwege een kwetsbare gezondheid, krijgen zo een extra alternatief om zelf hun stem uit te brengen. De regering acht het van het grootste belang dat kiezers gaan stemmen en zich daarbij veilig voelen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft al eerder aan de Tweede Kamer laten weten dat zij uiterlijk begin november aan de Tweede Kamer zal laten weten of een vorm van vervroegd stemmen voor de komende Tweede Kamerverkiezing wenselijk en mogelijk is.1 In de Kamerbrief van 30 oktober 2020 is dit wetsvoorstel in aanvulling op de Tijdelijke wet aangekondigd.2

Ook de Tweede Kamer is voorstander van een vorm van vervroegd stemmen (voorafgaand aan de ‘reguliere’ dag van stemming), gelet op de vrijwel Kamerbreed aangenomen motie-Terpstra3 en motie-Sneller c.s.4 De motie-Terpstra verzoekt de regering om, in aanvulling op de maatregelen die al zijn voorzien in de Tijdelijke wet, de mogelijkheid te scheppen dat met name kwetsbare kiezers per post hun stem kunnen uitbrengen. In de motie-Sneller c.s. wordt de regering verzocht om, met als doel spreiding van kiezers, vroegtijdig stemmen mogelijk te maken en hier een voorstel voor uit te werken dat bij de Tweede Kamerverkiezing van 2021 ingezet kan worden om deze verkiezing veilig en toegankelijk te houden.

Het wetsvoorstel bevat nog een aantal andere maatregelen die eraan bijdragen dat de komende verkiezingen, ook in een covid-situatie, goed en veilig kunnen worden georganiseerd. Zo wordt voorgesteld de termijn tussen de stemming en het aftreden van de zittende leden van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, te verlengen van de huidige 8 dagen (waar de huidige Kieswet van uitgaat) naar 13 dagen. Daarmee worden de actoren die een rol hebben in het proces van uitslagvaststelling beter in staat gesteld om dit proces uit te voeren met inachtneming van de corona-maatregelen, zoals de krachtens de Wet tijdelijke maatregelen covid-19 vastgestelde veilige afstand. Ook bevat het wetsvoorstel een grondslag voor het stellen van nadere regels bij ministeriële regeling over hygiënemaatregelen die gelden tijdens de zittingen van de gemeentelijke stembureaus, de hoofdstembureaus en het centraal stembureau, zoals de Tijdelijke wet die grondslag al kent voor het stellen van regels tijdens de zittingen van de stembureaus. Dit voorstel maakt het daarnaast mogelijk dat de zittingen van de hoofdstembureaus en het centraal stembureau digitaal kunnen worden gehouden en via internet kunnen worden gevolgd.

2. Inhoud van het wetsvoorstel op hoofdlijnen

Het wetsvoorstel bevat op hoofdlijnen de volgende maatregelen:

  • Alle kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder krijgen de mogelijkheid om per brief te stemmen (paragraaf 3).

  • Kiesgerechtigden kunnen twee dagen voor de dag van de stemming (bij de Tweede Kamerverkiezing op maandag 15 en dinsdag 16 maart 2021) in hun gemeente op een aantal locaties vervroegd hun stem uitbrengen. In elke gemeente wordt, naar rato van het aantal kiesgerechtigden in de betreffende gemeente, een aantal locaties ingericht waar vervroegd stemmen mogelijk wordt gemaakt (paragraaf 4).

  • De termijn tussen de stemming (bij de Tweede Kamerverkiezing op 17 maart 2021) en het aftreden van de zittende leden van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, wordt verlengd van de huidige 8 naar 13 dagen (paragraaf 5).

  • De voorzitter van een stembureau kan, na overleg en in overeenstemming met het gevoelen van de burgemeester, beslissen de telling te schorsen, en deze de volgende dag te continueren, als het naar zijn oordeel niet langer verantwoord is om door te gaan met tellen, omdat de tellers zo vermoeid dreigen te raken dat van een zorgvuldige stemopneming redelijkerwijs geen sprake meer kan zijn (paragraaf 5.1). De burgemeester kan daar ook om vragen. De zitting kan echter pas worden geschorst als het betreffende stembureau ten minste eerst een telling op lijstniveau heeft uitgevoerd.

  • Briefstemmen van kiezers die vanuit het buitenland stemmen (niet zijnde de kiezers in Curaçao, Aruba en Sint Maarten, waarvoor briefstembureaus in de betreffende landen zijn ingericht) kunnen tot maandag na de stemming om 12.00 uur worden ontvangen door het briefstembureau van de gemeente Den Haag (paragraaf 5.3). Het hoofdstembureau van kieskring 12 komt, met het oog hierop, bijeen op de dinsdag na de stemming om 15.00 uur (paragraaf 5.4).

  • Er komt een mogelijkheid om meer plaatsvervangende leden van hoofdstembureaus te benoemen (paragraaf 6.1.1). Daarnaast benoemt de regering op voordracht van de Kiesraad voor het centraal stembureau voor de Tweede Kamerverkiezing (de Kiesraad) een voldoend aantal plaatsvervangende leden. Als een lid van de Kiesraad verhinderd is om een zitting bij te wonen, wijst de voorzitter voor de betreffende zitting een plaatsvervangend lid aan (paragraaf 6.2.1).

  • De hoofdstembureaus en het centraal stembureau zenden hun zittingen via een live-verbinding op internet uit, en zorgen dat belangstellenden de mogelijkheid hebben om tijdens die zittingen bezwaren in te brengen (paragrafen 6.1.2 en 6.2.2). Het hoofdstembureau c.q. het centraal stembureau kan bepalen dat degenen die tijdens de zitting het woord willen voeren, zich voorafgaand aan de zitting melden, en dat alleen die personen tijdens de zitting een bezwaar kunnen inbrengen.

  • De voorzitters van de hoofdstembureaus en de voorzitter van het centraal stembureau kunnen besluiten om geen fysieke maar een digitale zitting te houden, die eveneens via een live-verbinding op internet wordt uitgezonden (paragrafen 6.1.2 en 6.2.2).

  • Er komt een grondslag voor het vaststellen bij ministeriële regeling van hygiënemaatregelen voor zittingen van gemeentelijke stembureaus, hoofdstembureaus en het centraal stembureau (paragraaf 6.3). Bij de ingang van de locatie waar deze organen hun zittingen houden, staat iemand die bewaakt dat er niet te veel personen tegelijk op de locatie zijn, en die bezoekers wijst op de in acht te nemen veilige afstand en hygiënemaatregelen. Burgemeester en wethouders nemen voorafgaand aan de zitting van een gemeentelijk stembureau actief een gezondheidscheck af bij de leden van het gemeentelijk stembureau en bij de tellers.

  • Daarnaast bevat het wetsvoorstel enkele aanpassingen van de Tijdelijke wet (paragraaf 7). Zo wordt, met het oog op het mogelijk maken van vervroegd stemmen gedurende de twee dagen voorafgaande aan de dag van de stemming, de in de Tijdelijke wet voorgestelde verruiming van de termijn voor het aanvragen van een schriftelijk volmachtbewijs geschrapt, net als de mogelijkheid het schriftelijk volmachtbewijs langs elektronische weg te verzenden. Ook wordt het mogelijk gemaakt dat burgemeester en wethouders van Den Haag buiten de gemeentegrenzen een briefstembureaulocatie aanwijzen.

3. Briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder

De regering wil dat bij de komende Tweede Kamerverkiezing het stemmen op een veilige manier kan verlopen, zodat risico’s voor de gezondheid als gevolg van het coronavirus worden voorkomen. Daarom worden er maatregelen getroffen in het stemlokaal, zoals de veilige afstand en de hygiënemaatregelen.

Ondanks de maatregelen die in de stemlokalen worden getroffen, is niet uit te sluiten dat kwetsbare kiezers vanwege het coronavirus de gang naar het stemlokaal niet willen of durven te maken. Deze kiezers kunnen in dat geval een andere kiezer een schriftelijke of onderhandse volmacht geven. Voor oudere kiezers kan dat echter problematisch zijn, omdat deze kiezers in mindere mate dan andere kiezers op familie en of vrienden kunnen terugvallen voor het geven van een volmacht.

Kiezers van 70 jaar en ouder zijn volgens het RIVM5 generiek kwetsbaar voor het coronavirus. Volgens de Basisregistratie personen zijn er 2,4 miljoen kiesgerechtigden die volgend jaar bij de Tweede Kamerverkiezing 70 jaar of ouder zullen zijn. Aan deze kiezers wil de regering de (aanvullende) mogelijkheid geven om per brief te stemmen. Zoals in de inleiding van deze toelichting is opgemerkt, volgt de regering daarbij de wens van de Tweede Kamer zoals deze is neergelegd in de motie-Terpstra6, die met een zeer grote meerderheid is aangenomen.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (verder: VNG), de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (verder: NVVB) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (verder: NGB) merken op dat met dit voorstel niet alle voor covid-19 kwetsbare personen per brief kunnen stemmen, waardoor het wetsvoorstel niet inclusief is en het beoogde doel (het beschermen van alle kwetsbare kiezers met briefstemmen) niet gehaald wordt. In de internetconsultatie hebben diverse inzenders, onder meer Ieder(in) (de organisatie die twee miljoen mensen met een beperking of chronische ziekte in Nederland vertegenwoordigt), erop aangedrongen om ook briefstemmen mogelijk te maken voor personen met een kwetsbare gezondheid die jonger zijn dan 70 jaar.

De regering blijft bij het voorstel om briefstemmen alleen mogelijk te maken voor kiezers van 70 jaar en ouder. Er is geen registratie van personen met een kwetsbare gezondheid, dus er is niet op voorhand vast te stellen welke kiesgerechtigden extra kwetsbaar zijn voor het coronavirus. Daarom is gekozen voor de leeftijdsgrens van 70 jaar, een groep die volgens het RIVM in generieke zin extra kwetsbaar is voor het coronavirus. Sommige bijdragen in de consultatie stellen dat een leeftijdsgrens voor de mogelijkheid om per brief te stemmen discriminatoir is. In reactie daarop merkt de regering op dat onderscheid op grond van leeftijd is verboden, tenzij daar een objectieve rechtvaardiging voor bestaat. Daarvoor is van belang dat er een legitiem doel is voor het onderscheid, dat de maatregel geschikt en passend is om het doel te bereiken. Tot slot is het van belang om stil te staan bij alternatieven (subsidiariteit) en proportionaliteit.

Het doel van het invoeren van een extra optie om per brief te stemmen is gelegen in het beschermen van een groep personen voor wie besmetting met het covid-19-virus ernstige gevolgen kan hebben. Dat is een legitiem doel. Met de maatregel wordt voorkomen dat kiesgerechtigden van 70 jaar of ouder om te stemmen de deur uit moeten en daarbij mogelijk besmet raken. De maatregel is daarom geschikt om het doel te bereiken. Alternatieven zoals het stemmen bij volmacht kan voor kiezers van 70 jaar ouder problematisch zijn, omdat deze kiezers vaak in mindere mate dan andere kiezers op familie of vrienden kunnen terugvallen voor het geven van een volmacht. De mogelijkheid van het afgeven van een volmacht biedt daarmee een minder goed alternatief voor alle oudere kiezers.

Besmetting met het virus heeft niet voor alle kiezers van 70 jaar of ouder ernstige gevolgen. En besmetting voor personen die jonger zijn dan 70 jaar kan ook ernstige gevolgen hebben. De regering heeft overwogen om ook briefstemmen mogelijk te maken voor kwetsbare kiezers onder de 70 jaar, maar deze maatregel is enkel geschikt te maken voor alle kiesgerechtigden, en daarmee niet uitvoerbaar (meer daarover verderop in deze paragraaf). De kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder zijn immers als enige af te bakenen groep generiek kwetsbaar voor het coronavirus. Er zijn bovendien voor alle kiezers alternatieve manieren om hun stem uit te brengen, te weten in persoon in het stemlokaal, of door middel van een volmacht. Kiezers, met name ook zij die een hoog gezondheidsrisico hebben, krijgen daarnaast de extra mogelijkheid om hun stem vervroegd uit te brengen in een stemlokaal op maandag en dinsdag (zie paragraaf 4).

Het is uiteraard van groot belang dat eenieder gebruik kan maken van zijn stemrecht. Omdat met name mensen die vanwege hun leeftijd generiek behoren tot de groep voor wie besmetting de ernstigste gevolgen kan hebben zich mogelijk gehinderd zullen voelen om voor het stemmen de deur uit te gaan, kan voor deze groep het stemmen per brief een oplossing zijn. Er is dus sprake van een objectieve rechtvaardiging voor het onderscheid dat wordt gemaakt bij het invoeren van de mogelijkheid van briefstemmen voor kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder.

De Kiesraad adviseert briefstemmen voor alle kiesgerechtigden alleen op aanvraag mogelijk te maken. De Raad stelt dat daarmee het risico op misbruik afneemt. Daarnaast wijst de Kiesraad erop dat het stemmen per brief dan ook voor andere kwetsbare kiesgerechtigden mogelijk wordt. De regering heeft dat voorstel niet overgenomen. Allereerst zou een aanvraagprocedure voor de doelgroep een extra belasting betekenen. Er is een risico dat door deze drempel een deel van de kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder eerder zullen beslissen om niet aan de stemming deel te nemen. Ook voor gemeenten zou een aanvraagprocedure een sterke verzwaring van de uitvoeringslast inhouden.7 Verder is dit scenario binnen de termijnen van de Kieswet problematisch voor de producenten van de stembescheiden en voor de postbezorging. Immers, in dit scenario is ongewis hoeveel kiezers een aanvraag zullen doen om per brief te stemmen en wanneer. Er kan daarom niet met enige mate van zekerheid worden ingeschat of alle kiezers die per brief willen stemmen op tijd hun stembescheiden zullen kunnen ontvangen.

3.1 Invulling waarborgen bij briefstemmen

De adviescommissie-Korthals Altes heeft in haar rapport ‘Stemmen met vertrouwen’ uit 20078 acht waarborgen voor het verkiezingsproces geformuleerd, zijnde: transparantie, controleerbaarheid, integriteit, kiesgerechtigheid, stemvrijheid, stemgeheim, uniciteit en toegankelijkheid. Het kabinet heeft in het kabinetsstandpunt over dit advies deze waarborgen overgenomen.9 In datzelfde rapport zijn verschillende vormen van stemmen tegen deze waarborgen aangehouden waaronder het stemmen per post. Op basis van de uitkomst van de weging van de waarborgen concludeert de commissie-Korthals Altes dat stemmen in een stemlokaal de hoofdvorm van stemmen in Nederland moet zijn. Bij andere vormen van stemmen, zoals elektronisch stemmen, briefstemmen en stemmen bij volmacht wordt in mindere mate aan de waarborgen voldaan dan bij stemmen in een stemlokaal.

De analyse van de commissie-Korthals Altes is nog steeds van waarde. Het mogelijk maken dat (een deel van de kiezers) per brief kan stemmen moet dus een dringende noodzaak hebben. Naar de mening van de regering is dat voor de komende Tweede Kamerverkiezing het geval vanwege de risico’s die het coronavirus generiek heeft voor de kiezers die 70 jaar en ouder zijn.

In dit wetsvoorstel wordt het mogelijk gemaakt dat de kiezer die per brief stemt zijn stem kan afgeven bij een van de binnen de gemeente gelegen afgiftepunten. Daarmee kan de kiezer tot op de verkiezingsdag wachten om zijn stem uit te brengen en zelf vaststellen dat de stem door de gemeente is ontvangen. Wachten tot de verkiezingsdag is niet mogelijk als de kiezer ervoor opteert om zijn briefstem via de post terug te sturen. In dat geval zal de kiezer enkele dagen voor de verkiezingsdag zijn stem op de bus moeten doen zodat de briefstem nog op tijd aankomt.

3.2 Het proces van briefstemmen voor kiezers die 70 jaar of ouder zijn

Om per brief te kunnen stemmen zullen de kiezers die op de dag van stemming 70 jaar of ouder zijn niet alleen de stempas (voor het stemmen per brief stempluspas genoemd) per post ontvangen, maar ook nog de volgende stembescheiden:

  • Een briefstembiljet. Dit stembiljet is te onderscheiden van het stembiljet dat in het stemlokaal wordt gebruikt. Dit om te voorkomen dat een kiezer niet-gebruikte briefstembiljetten zou kunnen vergaren en daarmee in het stemlokaal meerdere stemmen zou kunnen uitbrengen.

  • Twee enveloppen voor het uitbrengen van de briefstem. Een enveloppe is bedoeld om daarin het ingevulde stembiljet te doen. De tweede enveloppe is de retourenveloppe. Op de retourenveloppe staat reeds het adres van het briefstembureau (een antwoordnummer) dat de stemmen moet tellen en de retourenveloppe hoeft dus niet gefrankeerd te worden.

  • Uitleg over het stemmen per brief.

In de in consultatie gebrachte versie van dit wetsvoorstel was geregeld dat de briefstembescheiden vijf dagen voor de stemming moeten zijn ontvangen. De VNG, de NVVB, het NGB en de Kiesraad wijzen erop dat iemand die op die dag ontdekt dat hij de stembescheiden niet heeft ontvangen, geen mogelijkheid meer heeft om een vervangende set aan te vragen. Zij adviseren daarom de termijn voor ontvangst van de briefstembescheiden met enkele dagen of een week te vervroegen. De regering wijst erop dat het proces van drukken, verzenden en bezorgen van de briefstembescheiden meerdere weken in beslag neemt, en dat dit proces pas in gang kan worden gezet nadat de kandidatenlijsten onherroepelijk vaststaan (dat is voor de Tweede Kamerverkiezing uiterlijk 15 februari10), en dus het stembiljet kan worden gedrukt. Vanaf de beschikbaarheid van de gedrukte briefstembescheiden kan worden begonnen met het klaarmaken voor verzending. Naar alle waarschijnlijkheid kan de verzending pas beginnen op 25 februari 2021. De laatste briefstembescheiden zullen naar verwachting op 11 maart bij kiezers worden bezorgd, dat is zes dagen voor de dag van de stemming. De regering stelt daarom, in reactie op de genoemde adviezen, voor om te bepalen dat de kiesgerechtigde de genoemde stukken ten minste zes (in plaats van: vijf) dagen voor de dag van de stemming moet hebben ontvangen.

Zodra de briefstembescheiden zijn ontvangen kan de kiezer een briefstem uitbrengen door:

  • het stembiljet in te vullen, het ingevulde stembiljet in de stembiljetenveloppe te doen en de enveloppe te sluiten;

  • de stempluspas te ondertekenen;

  • de ondertekende stempluspas en de gesloten stembiljetenveloppe te stoppen in de retourenveloppe;

  • de retourenveloppe vervolgens dicht te plakken.

De kiezer moet de stempluspas ondertekenen (artikel 11c, derde lid). De VNG, de NVVB, het NGB en de Kiesraad vragen wat de meerwaarde is van deze ondertekening, en vragen om duidelijk te zijn over wat het briefstembureau moet doen als de pas niet is ondertekend. Ook vragen de VNG, de NVVB en het NGB waarom niet de eis is gesteld dat de kiezer een kopie van een geldig identiteitsbewijs moet meesturen. Met de ondertekening van de stempluspas verklaart de kiezer dat hij het briefstembiljet persoonlijk heeft ingevuld. Op de stempluspas zal uitdrukkelijk worden vermeld dat misbruik, zoals iemand die zich uitgeeft voor een andere kiezer, strafbaar is. Mochten er aanwijzingen zijn voor fraude, dan kan de pas in het kader van een strafrechtelijk onderzoek door experts bekeken worden, en kan in dat verband ook worden nagegaan of de handtekening daadwerkelijk door de kiezer zelf is gezet. De regering vindt het echter te ver gaan om te regelen dat het ontbreken van een handtekening ertoe zou moeten leiden dat het briefstembureau de retourenveloppe (met daarin de briefstem) terzijde moet leggen, met als gevolg dat de stem niet meetelt. De reden is dat sommige kiezers niet in staat zijn om zelf een handtekening te zetten. Het stembiljet van een kiezer die zijn pas niet heeft ondertekend, hoeft dus niet terzijde te worden gelegd. Hetzelfde geldt voor de situatie waarin het briefstembiljet niet op de voorgeschreven wijze is dichtgevouwen (artikel 11c, tweede lid).

De reden dat de regering niet voorschrijft dat een kopie van het identiteitsbewijs moet worden meegezonden met de briefstem, is dat dit naar haar een te hoge drempel zou opwerpen voor het stemmen per brief. Kiezers die niet beschikken over een printer, zouden dan alsnog buitenshuis een kopie moeten (laten) maken, wat bovendien weer gezondheidsrisico’s oplevert. Verder is het staand overheidsbeleid dat burgers terughoudendheid moeten betrachten met het verstrekken van een kopie van het identiteitsbewijs, om fraude daarmee te voorkomen.

De VNG, de NVVB en het NGB wijzen erop dat het kiezers meer flexibiliteit zou bieden als zij ook andere kleuren pen mogen gebruiken dan de nu voorgeschreven kleuren. De regering is het daarmee eens, en stelt voor dat de kiezer die per brief stemt, het stembiljet kan inkleuren met een kleur naar keuze.

De voorgeadresseerde retourenveloppe (met daarin de briefstem) kan per post verstuurd worden naar het briefstembureau, maar kan ook in persoon worden afgegeven bij door de gemeenten ingestelde afgiftepunten. Naar aanleiding van een advies van de Kiesraad is in de redactie van artikel 11c, vijfde lid, verduidelijkt dat het in persoon afgeven van de briefstem bij de burgemeester geen mogelijkheid is, omdat hier geen noodzaak voor is. De afgiftepunten zullen vanaf woensdag 10 maart 2021 op werkdagen open zijn van 9.00 tot 17.00 uur en op 17 maart van 7.30 tot 21.00 uur. Burgemeester en wethouders kunnen zelf bepalen of een of meer afgiftepunten ook open worden gesteld op een of meer avonden (bijvoorbeeld koopavonden) en/of in het weekend. De gemeenten zullen meerdere afgiftepunten moeten inrichten en bij voorkeur op locaties die makkelijk te bereiken zijn voor de groep kiezers die per brief mag stemmen. Uiteraard moet de burgemeester openbare bekendheid geven aan de locaties en tijdstippen van de afgiftepunten (artikel 11d, vijfde lid van het voorstel). Dat kan in huis-aan-huisbladen en op de website van de gemeente.

De VNG, de NVVB en het NGB vragen om nadere richting te geven over hoeveel afgiftepunten er nodig zijn. Zoals hiervóór is opgemerkt, zijn er ca. 2,4 miljoen kiesgerechtigden 70 jaar of ouder. Rekening houdend met een totaalaantal kiesgerechtigden van ruim 13 miljoen, is dat ruim 18% per gemeente. Uiteraard kan echter het aantal kiesgerechtigde 70+’ers per gemeente flink verschillen. De regering adviseert er rekening mee te houden dat de opkomst onder ouderen over het algemeen wat hoger is dan gemiddeld. Het is niet te voorspellen hoeveel kiezers van 70 jaar en ouder daadwerkelijk per brief zullen stemmen, en hoeveel van hen hun stem zullen afgeven bij een afgiftepunt, maar het is aan te bevelen om er veiligheidshalve rekening mee te houden dat een groot deel van de kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder per brief stemt en dat via een afgiftepunt doet. Verder ligt het voor de hand om in elk geval een afgiftepunt in te richten op het gemeentehuis en eventuele stadsdeelkantoren, en eventueel aanvullend een of meer afgiftepunten in te richten in buurten waar relatief veel ouderen wonen, en/of op centrale plekken waar veel mensen samenkomen (zoals winkelcentra).

De VNG, de NVVB en het NGB vragen welke ruimte er voor burgemeester en wethouders is om de dagen en tijden zelf te bepalen waarop afgiftepunten open zijn. Zij merken op dat het bijvoorbeeld wenselijk kan zijn om aan te sluiten bij de reguliere openingstijden van het gemeentehuis, en vragen om duidelijk te maken of de afgiftepunten ook in het weekend open mogen of moeten zijn. De regering meent dat het van belang is dat er uniformiteit is in de minimale openingstijden van de afgiftepunten. Voorkomen moet worden dat de kiezer in de ene gemeente ruim de gelegenheid krijgt om zijn briefstem af te geven, terwijl de andere gemeente die mogelijkheid juist sterk beperkt. Wel kunnen burgemeester en wethouders, zoals opgemerkt, zelf bepalen of er een of meer afgiftepunten ’s avonds of in het weekend worden opengesteld.

De VNG, de NVVB en het NGB merken op dat het verwarrend kan werken als een afgiftepunt al eerder open is (vanaf woensdag 10 maart) dan het moment waarop sommige kiezers de beschikking hebben over hun briefstembescheiden (uiterlijk donderdag 11 maart ontvangen de laatste kiezers hun briefstembescheiden), en geven in overweging om deze termijnen gelijk te trekken. De regering heeft dat advies niet overgenomen. Zij meent dat het risico op verwarring gering is, en acht het van belang dat ook de kiezers die al langer beschikken over hun stembescheiden, tijdig een mogelijkheid hebben om hun briefstem af te geven.

De Kiesraad adviseert een gescheiden verzending van de briefstembescheiden voor te schrijven, omdat het anders voor een fraudeur die de zending onderschept, wel erg eenvoudig zou zijn om de briefstem oneigenlijk te gebruiken. De regering heeft dat advies niet overgenomen. Met het oog op het druk- en verzendproces is een gescheiden verzending van de briefstembescheiden binnen de gegeven wettelijke termijnen van de Kieswet niet mogelijk. Voor gescheiden verzending zou uitstel van de verkiezingsdatum nodig zijn, een optie die de regering niet wenselijk vindt.

De regering is zich bewust van het risico dat de Kiesraad noemt. De regering wijst erop dat de kiezer van 70 jaar of ouder die zijn briefstembescheiden niet heeft ontvangen, vervangende briefstembescheiden kan aanvragen. Het volgnummer van diens oorspronkelijke stempluspas wordt dan opgenomen in het register van ongeldige stempassen, waardoor een eventuele fraudeur die de oorspronkelijke zending heeft onderschept, geen geldige stem kan uitbrengen.

De kiezers die per brief mogen stemmen zijn overigens niet verplicht dat te doen. Wil de kiezer niet per brief stemmen dan gebruikt hij de ontvangen stempluspas om naar het stemlokaal te gaan om daar te stemmen. Dat kan ook op de dagen dat vervroegd stemmen mogelijk is. En ten slotte is het ook mogelijk om een volmacht aan een andere kiezer te geven. De stempluspas kan uiteraard door de kiezer maar één keer worden gebruikt om te stemmen.

3.3 Administreren van de briefstemmen en de stemopneming van de briefstemmen

Het is uiteraard van het grootste belang dat de briefstemmen die worden ontvangen goed en veilig worden bewaard totdat het briefstembureau start met de stemopneming. Daarom moeten de ontvangen briestemmen worden geadministreerd. Dat houdt allereerst in dat de retourenveloppe wordt voorzien van een datumstempel. Zo is later bij de stemopneming door het briefstembureau te controleren dat de briefstem op tijd is binnengekomen. Verder telt de gemeente per dag het aantal ontvangen retourenveloppen. De briefstemmen worden door de gemeente beveiligd bewaard, bijvoorbeeld in een kluis, tot het moment dat de briefstemmen worden overgedragen aan het briefstembureau.

Het kan voorkomen dat kiezers per abuis hun retourenveloppe afgeven bij een stembureau, in plaats van deze per post te versturen, of af te geven bij een afgiftepunt. De Kiesraad merkt in zijn advies op dat niet duidelijk is wat er vervolgens met deze enveloppe gebeurt. Het wetsvoorstel regelt dat in dat geval een van de stembureauleden die zijn belast met het toelaten van de kiezer tot de stemming, een handtekening en de ontvangstdatum op de retourenveloppe noteren. Na afloop van de stemming worden de retourenveloppen in een pak gedaan en overgedragen aan de burgemeester, die ze ter beschikking stelt aan een van de briefstembureaus.

De VNG, de NVVB en het NGB vinden het onwenselijk dat er op de stembureaus ook briefstemmen kunnen worden afgegeven. Zij menen dat de doorstroom in het gedrang komt als stembureauleden er de taak bij krijgen om briefstemmen aan te nemen en te voorzien van datum, tijd en handtekening, zoals in de consultatieversie van dit wetsvoorstel stond vermeld. Bovendien is er een risico dat kiezers met een briefstem op woensdag om 21.00 uur nog in de rij staan, en het al na negenen en dus te laat is als zij eenmaal in het stembureau de briefstem inleveren.

In de communicatie richting de kiezers zal duidelijk worden gemaakt dat er twee keuzes zijn voor het stemmen per brief: per post of inleveren bij een afgiftepunt. Het afgeven van de enveloppe op het stembureau zal dan ook naar verwachting een uitzondering zijn, en geen regel. Doet zich echter een dergelijk geval voor, dan is het onwenselijk dat de stem niet meetelt. De regering hecht er daarom aan te regelen dat het stembureau in zo’n situatie de retourenveloppen bewaart, en dat deze na afloop van de stemming, via de burgemeester, worden overgedragen aan het briefstembureau. Uit artikel J 30 van de Kieswet volgt dat kiezers die om 21.00 uur in de rij staan, nog in de gelegenheid moeten worden gesteld om hun stem uit te brengen. Dat geldt óók voor kiesgerechtigden die op dat moment in de rij staan om hun retourenveloppe af te geven.

De VNG, de NVVB en het NGB adviseren om niet te regelen dat de tijdig binnengekomen retourenveloppen op de dag van stemming ‘voor 22.00 uur’ moeten worden overhandigd aan de briefstembureaus, maar ‘onverwijld na 21.00 uur’. De regering heeft dat advies overgenomen.

De stemopneming van de briefstemmen is wezenlijk anders dan de stemopneming in de stemlokalen. De reden hiervoor is dat bij de briefstemmen nog de identiteit van de kiezer moet worden losgekoppeld van de stem. Dat gebeurt bij de zogenoemde vooropening. Het briefstembureau kan, zodra de gemeente het uittreksel uit het register van ongeldige stempassen heeft vastgesteld, beginnen met de vooropening. Dat gebeurt in het openbaar. De vooropening houdt in dat het briefstembureau de enveloppe openmaakt en de stempluspas controleert door het uittreksel van het register van ongeldige stempassen te raadplegen. Komt het nummer van de stempluspas daar niet in voor, dan worden de echtheidskenmerken van de stempluspas gecontroleerd. Is dat ook in orde, dan wordt de (dichte) enveloppe met daarin het briefstembiljet in een stembus gedaan.

In de consultatieversie van dit wetsvoorstel is voorgesteld om de vooropening mogelijk te maken vanaf twee dagen voor de stemming, maar de VNG, de NVVB en het NGB merken op dat het gemeenten meer flexibiliteit zou geven als briefstembureaus al meteen na het opmaken van het ROS mogen beginnen met de vooropening. De regering heeft begrip voor deze wens, en stelt voor dat de vooropening kan plaatsvinden zodra het uittreksel uit het register van ongeldige stempassen (ROS) is opgemaakt.

De VNG, de NVVB en het NGB vragen om in de memorie van toelichting in te gaan op de vraag of er een geldige stem kan zijn uitgebracht door de kiezer die per brief stemt maar overlijdt vóór het opmaken van het uittreksel van het ROS. Het nummer van de stempluspas van degene die komt te overlijden nadat hem de stempluspas is toegezonden maar vóór het moment waarop het uittreksel uit het ROS wordt opgemaakt, zal voorkomen in het ROS. Als gevolg daarvan zal diens stemvoorkeur niet meer kunnen meetellen. Ook niet als de betrokkene voor diens overlijden al per brief heeft gestemd. Dit is in het huidige verkiezingsproces niet anders. De nummers van stempassen van personen die zijn overleden, worden in het ROS opgenomen. En gemachtigden zijn strafbaar als zij een volmacht uitoefenen, wetende dat de volmachtgever op dat moment al is overleden. Het tóch mogelijk maken dat briefstemmen van personen die inmiddels zijn overleden betrokken worden bij de vaststelling van de verkiezingsuitslag, zou onbedoeld verkiezingsfraude faciliteren. Immers, in dat geval zouden de nummers van de stempluspassen van personen die tussen 1 februari 2021 – de dag van de kandidaatstelling – en 12 maart 2021 zijn overleden en op 17 maart 2021 zeventig jaar of ouder zijn geweest, in omloop blijven en door derden volkomen anoniem gebruikt kunnen worden om zelf meer dan één stem uit te brengen.

Ook vragen de VNG, de NVVB en het NGB in te gaan op de vraag of er een geldige stem kan zijn uitgebracht door de kiezer die per brief stemt maar overlijdt na het opmaken van een uittreksel van het ROS maar vóór het einde van de stemming. Dat is wél het geval. In dat geval zal het nummer van de stempluspas niet voorkomen in het register van ongeldige stempassen en zal de retourenveloppe dus niet om die reden terzijde worden geschoven.

In de consultatieversie van dit wetsvoorstel was geregeld dat de briefstembiljetten pas worden geteld nadat de stemming op 17 maart 2021 is gesloten, dus vanaf 21.00 uur. In afwijking daarvan wordt nu voorgesteld om, als er een vooropening heeft plaatsgevonden, het mogelijk te maken dat het tellen kan beginnen op de dag van stemming om 7.30 uur of op een later tijdstip. Daarmee wordt aansluiting gezocht bij het feit dat ook om 7.30 uur kan worden begonnen met het tellen van de briefstemmen die zijn uitgebracht door de kiezers in het buitenland (zie artikel N 16a, eerste lid, van de Kieswet). Het tellen gebeurt in het openbaar op een of meer centrale locaties in de gemeente. Wel geldt dat de voorzitter van het briefstembureau geen uitkomsten bekend mag maken vóór woensdag om 21.00 uur. Zo wordt voorkomen dat kiezers die hun stem nog moeten uitbrengen, kunnen worden beïnvloed door vroegtijdig bekendgemaakte uitkomsten.

4. Vervroegd stemmen in het stemlokaal

De regering wil, mede om uitvoering te geven aan de eerdergenoemde motie-Sneller c.s., het mogelijk maken dat kiezers in de dagen voor de verkiezingsdag in het stemlokaal vervroegd kunnen stemmen. Vervroegd stemmen dient naar de mening van de regering vooral ingezet te worden voor die kiezers die vanwege hun gezondheid twijfelen over de gang naar de stembus op de verkiezingsdag zelf. Dat kunnen met name kiezers zijn die als gevolg van onderliggende ziekten extra kwetsbaar zijn voor het coronavirus. In de voorlichtingscampagne zal worden benadrukt voor welke kiezers het vervroegd stemmen in het bijzonder is bedoeld.

4.1 Aantal stemlocaties vervroegd stemmen

Vervroegd stemmen leidt er immers toe dat gemeenten ook op andere dagen dan de verkiezingsdag locaties voor stembureaus (stemlokalen) moeten vinden en voldoende stembureauleden beschikbaar moeten hebben. Dat komt bovenop alle inspanningen die de gemeenten moeten verrichten om de verkiezing op 17 maart 2021 te organiseren. Vervroegd stemmen is dus alleen te realiseren als gemeenten het kunnen organiseren. Om het voor de gemeenten uitvoerbaar te maken, stelt de regering voor het vervroegd stemmen te beperken tot de maandag (15 maart) en de dinsdag (16 maart) voorafgaand aan de dag van de stemming in een aantal stemlokalen. Dit wetsvoorstel schrijft het minimale aantal stemlokalen voor dat een gemeente moet instellen op de beide dagen dat vervroegd stemmen mogelijk is:

  • gemeenten met minder dan 10.000 kiesgerechtigden: ten minste 1 locatie voor vervroegd stemmen;

  • gemeenten met 10.000 tot 30.000 kiesgerechtigden: ten minste 2 locaties voor vervroegd stemmen;

  • gemeenten met 30.000 tot 60.000 kiesgerechtigden: ten minste 4 locaties voor vervroegd stemmen;

  • gemeenten met 60.000 tot 100.000 kiesgerechtigden: ten minste 8 locaties voor vervroegd stemmen;

  • gemeenten met 100.000 tot 350.000 kiesgerechtigden: ten minste 10 locaties voor vervroegd stemmen;

  • gemeenten met meer dan 350.000 kiesgerechtigden: ten minste 20 locaties voor vervroegd stemmen.

In de in consultatie gebrachte versie van dit wetsvoorstel was het aantal inwoners als maatstaf gebruikt. De VNG, de NVVB en het NGB menen dat het aantal kiesgerechtigden een meer toepasselijke maatstaf is. De regering is het daarmee eens, en stelt daarom voor, ook in aansluiting op de Kamerbrief van 30 oktober 202011, om het aantal kiesgerechtigden per gemeente als maatstaf te hanteren.

Gemeenten kunnen ervoor kiezen op maandag andere stemlokalen te gebruiken dan op dinsdag. Zolang het aantal stemlokalen waar kiezers vervroegd hun stem kunnen uitbrengen op elke dag maar ten minste het minimumaantal bedraagt. Gemeenten mogen uiteraard ook meer dan het voorgeschreven minimumaantal stemlokalen beschikbaar stellen.

De Kiesraad adviseert om de minimumaantallen stembureaus waar vervroegd kan worden gestemd te relateren aan de verwachte aantallen kiezers die vervroegd zullen stemmen. De VNG, de NVVB en het NGB schrijven dat voor gemeenten niet goed is in te schatten hoeveel stemlokalen beschikbaar moeten zijn op dagen waarop vervroegd kan worden gestemd. Zij vragen om een indicatie van het moment waarop kiezers (denken) te gaan stemmen.

Het is niet te voorspellen hoeveel kiezers er gebruik zullen maken van de mogelijkheid om vervroegd te stemmen. Vervroegd stemmen is voor Nederland nieuw, dus er zijn geen ervaringsgegevens. Daarnaast kan het aantal kiezers dat extra kwetsbaar is voor het coronavirus, en daarmee ook de behoefte aan het vervroegd uitbrengen van een stem, per gemeente sterk verschillen. Het is dus moeilijk te voorspellen of het aantal in te stellen stemlokalen afdoende zal zijn. Bij de gemeenten zal informatie worden gevraagd over het aantal stemlokalen dat gemeenten voornemens zijn in te stellen op de maandag en dinsdag.

De VNG, de NVVB en het NGB merken op dat burgemeester en wethouders ingevolge artikel 4a, eerste lid, stembureaus aanwijzen die op de eerste of de tweede dag voorafgaand aan de stemming zitting houden. Zij vragen of gemeenten de keuze hebben om de stembureaus op een van beide dagen te openen, of dat de verplichting voor beide dagen geldt. Het laatste is het geval. Burgemeester en wethouders dienen op zowel de maandag als de dinsdag voor de reguliere dag van stemming stembureaus aan te wijzen. In het eerste lid van artikel 4a staat ‘of’, omdat op de eerste dag andere stembureaus worden aangewezen dan op de tweede dag. Uit het derde lid volgt dat op beide dagen een minimumaantal stembureaus voor vervroegd stemmen moet zijn. Het is dus niet toegestaan dat een gemeente alleen op maandag of alleen op dinsdag vervroegd stemmen mogelijk maakt.

De VNG, de NVVB en het NGB vragen waarom het wetsvoorstel niet de mogelijkheid biedt om een mobiel stembureau voor vervroegd stemmen of een bijzonder stembureau voor vervroegd stemmen (met afwijkende openingstijden) in te stellen. De regering heeft het in reactie hierop mogelijk gemaakt dat gemeenten ook een of meer mobiele en/of bijzondere stembureaus voor vervroegd stemmen kunnen aanwijzen. Een mobiel stembureau voor vervroegd stemmen kan bijvoorbeeld in de ochtend zitting houden op locatie A en in de middag op locatie B. Voorwaarde is wel dat de gemeente ten minste het wettelijk voorgeschreven aantal stembureaus voor vervroegd stemmen aanwijst dat zitting houdt van 8 tot 18 uur.

De VNG, de NVVB en het NGB merken op dat uit het wetsvoorstel niet duidelijk wordt waar de stemmen worden geteld die op 15 of 16 maart zijn uitgebracht, en wie daarbij aanwezig kunnen zijn. De regering heeft in reactie hierop verduidelijkt dat de stemmen op de verkiezingsdag, 17 maart 2021, worden geteld op een door burgemeester en wethouders te bepalen locatie.

4.2 Het proces van vervroegd stemmen in het stemlokaal

De stembureaus waarbij op maandag 15 en dinsdag 16 maart 2021 gestemd kan worden, zullen zitting houden van 8.00 uur tot 18.00 uur. Daarnaast kunnen er op deze dagen ook bijzondere en mobiele stembureaus vervroegd zitting houden (zie paragraaf 4.1). Het stemmen verloopt op dezelfde wijze als op de verkiezingsdag zelf. De kiezer komt met zijn stempas en identiteitsbewijs naar het stemlokaal. Daar ontvangt de kiezer het stembiljet. De kiezer maakt in het stemhokje zijn keuze op het stembiljet en deponeert vervolgens het stembiljet in de stembus.

Om 18.00 uur sluit het stembureau de stemming en wordt de stembus afgesloten en verzegeld. Uiteraard is ook op deze situatie artikel J 30 van de Kieswet van toepassing. Alle personen die zich op dat ogenblik in het stemlokaal of bij de ingang daarvan bevinden worden nog tot de stemming toegelaten. Het stembureau telt de toegelaten kiezers (aantallen stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen) en verpakt en verzegelt die passen. Vervolgens begint het stembureau met het opmaken van een proces-verbaal, waarbij het ook een verklaring van authenticiteit ondertekent (net als de stembureaus die op grond van de Tijdelijke wet op de dag van de stemming de stemopneming verrichten op een andere locatie dan waar de stemming heeft plaatsgevonden). In het proces-verbaal wordt het aantal toegelaten kiezers vermeld en worden bijzonderheden, incidenten, opmerkingen en bezwaren van kiezers vermeld. Het stembureau stopt zijn proces-verbaal, samen met de sleutel van de stembus, in een enveloppe, die het eveneens verzegelt.

De leden van het stembureau wachten totdat de gemeente de stembus komt ophalen. Als dat is gebeurd, draagt het stembureau (minimaal twee leden) het proces-verbaal, de verzegelde pakken met de stempassen, volmachtbewijzen en kiezerspassen en de enveloppe over aan de burgemeester. De gemeente bewaart de pakken en de enveloppe in een kluis totdat op woensdag 17 maart 2021 het tellen van de stemmen kan starten (zie paragraaf 4.3). Ook de stembussen worden door minimaal twee personen vervoerd naar een beveiligde en bewaakte ruimte en daar bewaard totdat het tellen van de stemmen kan starten.

Dit wetsvoorstel regelt dat bij ministeriële regeling eisen kunnen worden gesteld aan de beveiliging en bewaking van de stembussen, zodat dit op een zo veilig mogelijke manier gebeurt.

De reden dat het stembureau op de dagen dat vervroegd kan worden gestemd de stemming om 18.00 uur sluit is dat gemeenten de tijd moeten hebben om het stemlokaal op te ruimen en schoon te maken én om de stembussen te vervoeren naar de beveiligde locatie.

4.3 De stemopneming

In de consultatieversie van dit wetsvoorstel was geregeld dat de stembureaus voor vervroegd stemmen beginnen met tellen nadat de stemming op 17 maart 2021 is gesloten, dus vanaf 21.00 uur. In afwijking daarvan wordt nu voorgesteld om het mogelijk te maken dat het tellen kan beginnen op de dag van stemming vanaf 7.30 uur, net zoals ook het tellen van de stemmen die per brief zijn uitgebracht op dat tijdstip kan beginnen (zie paragraaf 3.3).

Het tellen gebeurt in het openbaar op een of meer door burgemeester en wethouders te bepalen locaties. De burgemeester brengt de locatie en het aanvangstijdstip ten minste veertien dagen voor de stemming ter openbare kennis. Verder zorgt de burgemeester dat voorafgaand aan het tellen de stembus, de enveloppe en de verzegelde pakken tijdig worden vervoerd naar de plaats waar de stemopneming plaatsvindt. De voorzitter van het stembureau maakt geen uitkomsten bekend vóór woensdag om 21.00 uur. Zo wordt voorkomen dat kiezers die hun stem nog moeten uitbrengen, kunnen worden beïnvloed door vroegtijdig bekendgemaakte uitslagen.

5. Verlenging procedure van uitslagvaststelling

De regering stelt voor om voor de verkiezingen die worden gehouden tijdens de periode waarbinnen deze Tijdelijke wet van kracht is, de termijn tussen de stemming en het aftreden van de zittende leden van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, te verlengen van de huidige 8 naar 13 dagen. De verlenging van deze termijn is nodig om de stembureaus en gemeenten in staat te stellen om het proces van het tellen van de stemmen uit te voeren met inachtneming van de corona-maatregelen. Ook biedt verlenging van de termijn ruimte om, met inachtneming van de coronamaatregelen, een eventuele hertelling uit te voeren van de stemmen die bij een of meer stembureaus zijn uitgebracht, als het centraal stembureau of het vertegenwoordigend orgaan daartoe zouden besluiten.

Overigens is thans bij de Tweede Kamer het voorstel voor de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen aanhangig12, dat de verlenging van de termijn tussen de stemming en het aftreden van de zittende leden van 8 naar 13 dagen vastlegt in de Kieswet. Na aanvaarding en inwerkingtreding van die wet zal de verlengde termijn dus van toepassing zijn op alle verkiezingen als bedoeld in de Kieswet. Achtergrond daarvan is dat de genoemde wet mogelijkheden introduceert om eventuele (tel)fouten te corrigeren, en de betrokken actoren de gelegenheid moeten krijgen om daartoe de nodige controle- en correctiewerkzaamheden uit te voeren. Het voorliggende wetsvoorstel verlengt de bedoelde termijn alleen voor de duur waarop deze Tijdelijke wet van kracht is, met als doel om het telproces te kunnen uitvoeren met inachtneming van de corona-maatregelen. Er worden dus (nog) geen mogelijkheden geïntroduceerd om eventuele (tel)fouten te corrigeren.13

5.1 Mogelijkheid tot schorsing stemopneming

De stembureaus beginnen met het tellen van de stemmen zodra de stemming sluit. De Kieswet bepaalt dat de stemming om 21.00 uur sluit, maar de ervaring leert dat het in sommige stemlokalen, zeker bij een Tweede Kamerverkiezing met een hoge opkomst, om 21.00 uur nog druk kan zijn. Uit de wet volgt dat alle kiezers die om 21.00 uur in de rij staan, nog moeten kunnen stemmen. Het kan daardoor voor sommige stembureaus na 21.00 uur nog even duren voordat de telling kan beginnen. Ook voor stembureaus die de stemmen op een andere locatie tellen (op grond van artikel 6 van de Tijdelijke wet) kan er de nodige tijd verstrijken voordat de stembescheiden zijn vervoerd naar de tellocatie en de telling van de stembiljetten kan beginnen. Die telling zal bovendien langer duren dan bij de meeste andere verkiezingen: het gaat immers om een Tweede Kamerverkiezing, met doorgaans een hoge opkomst en een groot aantal deelnemende partijen en dus grote, moeilijker te hanteren, stembiljetten.

De regering stelt daarom voor het mogelijk te maken dat de voorzitter van een stembureau, na overleg en in overeenstemming met de burgemeester, de telling kan schorsen, om deze de volgende dag te continueren. De voorzitter doet dat als het naar zijn oordeel niet langer verantwoord is om door te gaan met het tellen, omdat de tellers zo vermoeid dreigen te raken dat van een zorgvuldige stemopneming redelijkerwijs geen sprake meer kan zijn. De burgemeester kan daar ook om vragen. De zitting kan echter pas worden geschorst als het betreffende stembureau ten minste eerst een telling op lijstniveau heeft uitgevoerd. Als de voorzitter van het stembureau daarna, na overleg en in overeenstemming met de burgemeester, besluit om de telling stop te zetten, noteert het stembureau de resultaten van de telling op lijstniveau op het proces-verbaal. Ook tekent het stembureau een verklaring van authenticiteit, net als andere stembureaus die op grond van de Tijdelijke wet de stemmen elders tellen (zie artikel 20, tweede lid, van de Tijdelijke wet).

Het voornemen bestaat om bij ministeriële regeling te regelen dat de stembussen van de betreffende stembureaus naar een of meer centrale locaties worden vervoerd, waar ze gedurende de nacht van woensdag op donderdag worden opgeslagen. Tevens wordt geregeld dat vervoer en opslag beveiligd en onder toezicht geschieden, zoals dat ook geregeld is voor de experimenten met centrale stemopneming.14

Benadrukt zij dat het uitgangspunt blijft dat de stembureaus het tellen zo veel als mogelijk meteen na het sluiten van de stemming uitvoeren en afronden. Alleen in de uitzonderlijke situatie dat de burgemeester het niet langer verantwoord acht om de telling te continueren, kan hij de desbetreffende stembureauvoorzitter(s) vragen om van hun bevoegdheid gebruik te maken. In dat geval continueren de stembureaus de telling de volgende dag (donderdag), en wel op een of meer locaties die daarvoor (uiteraard met inachtneming van de coronamaatregelen) geschikt zijn. Indien nodig benoemen burgemeester en wethouders extra stembureauleden, of wijzen zij daarvoor ambtenaren aan.

De VNG, de NVVB en het NGB stellen voor om de sluitingstijden van de stembureaus te vervroegen naar 19.00 uur, in plaats van het bieden van de mogelijkheid tot schorsing van de stemopneming. Zij wijzen erop dat schorsing betekent dat stembureauleden een dag(deel) extra beschikbaar moeten zijn voor het tellen van de stemmen op kandidaatsniveau. Daarmee wordt de opgave voor gemeenten om voldoende stembureauleden te vinden, alleen maar groter. Ook de Kiesraad merkt op dat het belangrijk is dat de gemeente voor die donderdag weer een beroep moet kunnen op de stembureauleden.

De regering acht het onwenselijk om de openingstijden van stembureaus in te korten. Met het oog op het coronavirus is het extra van belang dat kiezers in de gelegenheid zijn om zo veel mogelijk gespreid in de tijd naar de stemlokalen te komen. Benadrukt zij dat de leden van het stembureau niet per se dezelfde personen hoeven te zijn als degenen die op de avond van de stemming zijn begonnen met de stemopneming. Daarnaast maakt de regering het mogelijk dat de stembureaus voor vervroegd stemmen en de briefstembureaus aan het begin van de dag van stemming de stemopneming kunnen aanvangen.

Zo spoedig mogelijk na het afronden van de stemopneming van alle stembureaus stelt de burgemeester het gemeentelijke totaal van de uitgebrachte stemmen vast (‘de opgave N 11’). Dat kan ofwel op de dag na de stemming (donderdag), ofwel, als het op die dag niet lukt om de telling van alle stembureaus af te ronden, de daaropvolgende vrijdag. In het laatste geval worden de stembescheiden uiteraard gedurende de avond en nacht van donderdag op vrijdag opnieuw beveiligd opgeslagen.

5.2 Werkwijze in experimenteergemeenten

In gemeenten die meedoen aan het experiment met centraal tellen op basis van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming, verrichten de stembureaus de voorlopige telling op lijstniveau altijd op de avond van de stemming.15 Er komt dus geen wettelijke mogelijkheid om die telling op lijstniveau stop te zetten en de volgende dag te continueren. Daags na de stemming (donderdag) verricht het gemeentelijk stembureau de centrale stemopneming, op een of meer locaties die daarvoor geschikt zijn.

Het kan zijn dat het, met inachtneming van de coronamaatregelen, niet mogelijk is om de stemopneming op de gereserveerde locatie met een onbeperkt aantal tellers te verrichten. In dat geval moet de telling ofwel op meerdere locaties plaatsvinden, ofwel op één locatie, maar dan met minder tellers. Consequentie kan zijn dat het niet lukt om de centrale stemopneming op donderdag af te ronden. In dat geval schorst het gemeentelijk stembureau de zitting, en wordt die op de volgende dag (vrijdag) vervolgd (en afgerond).

5.3 Kiezers in het buitenland

Kiezers in het buitenland kunnen bij de Tweede Kamerverkiezing per brief stemmen. Tevens kunnen die kiezers een volmacht geven aan een andere kiezer of, als zij in Nederland zijn op de dag van stemming, vooraf een kiezerspas aanvragen en dan gaan stemmen in een stemlokaal. De verlenging van de termijn van uitslagvaststelling van 8 naar 13 dagen biedt de mogelijkheid om meer tijd te geven om de briefstemmen van kiezers in het buitenland te ontvangen bij het briefstembureau in de gemeente Den Haag. Zij krijgen hiervoor vijf extra dagen de tijd. Dit is wenselijk, omdat als gevolg van het coronavirus de postbezorging vanuit sommige landen meer tijd kan vergen dan gebruikelijk. Briefstemmen van kiezers die vanuit het buitenland stemmen (niet zijnde de kiezers in Curaçao, Aruba en Sint Maarten, waarvoor briefstembureaus zijn ingericht in deze landen) kunnen tot maandag na de dag van de stemming om 12.00 uur worden ontvangen door de burgemeester van Den Haag, die de briefstemmen vervolgens onverwijld naar het briefstembureau overbrengt.

5.4 Zittingen hoofdstembureaus

In deze wet wordt geregeld dat de zittingen van de hoofdstembureaus niet op de vrijdag (zoals is geregeld in de Kieswet), maar op de maandag na de stemming om 10.00 uur plaatsvinden. Dat is ook het geval in die kieskringen waar alle gemeenten erin zijn geslaagd om de stemopneming af te ronden op de donderdag na de stemming. Een uitzondering is gemaakt voor het hoofdstembureau in kieskring 12. Om de briefstemmen uit het buitenland die op de maandag na de dag van de stemming om 12.00 uur nog in Den Haag worden ontvangen te kunnen betrekken bij de verkiezingsuitslag, is bepaald dat dit hoofdstembureau op dinsdag zijn openbare zitting houdt. De Kiesraad adviseert om te bepalen dat ook dit hoofdstembureau op maandag zitting houdt, maar de regering heeft dat advies niet overgenomen. Het verlengen van de termijn van uitslagvaststelling biedt juist meer tijd om de briefstemmen vanuit het buitenland te ontvangen bij het briefstembureau in Den Haag. Zoals in paragraaf 5.3 is opgemerkt, is dat wenselijk, omdat de postbezorging vanuit sommige landen als gevolg van het coronavirus meer tijd kan vergen dan gebruikelijk. Aangezien er op zondag geen post wordt bezorgd, zou het overnemen van het advies van de Kiesraad ertoe leiden dat die extra tijd weer voor een belangrijk deel teniet wordt gedaan.

5.5 Zitting centraal stembureau

De zitting van het centraal stembureau tot vaststelling van de uitslag van de verkiezing vindt, net als onder de huidige wet, ‘zo spoedig mogelijk’ plaats. Als het centraal stembureau zich genoodzaakt ziet om te besluiten tot een hertelling van de stemmen die in een of meer stembureaus zijn uitgebracht (omdat er een ernstig vermoeden bestaat dat die stembureaus zodanige fouten hebben gemaakt dat die van invloed kunnen zijn op de zetelverdeling; zie artikel P 21, eerste lid, van de Kieswet), is daarvoor in de week van de maandag na de stemming de tijd.

5.6 Geloofsbrievenonderzoek; aftreden zittende leden

Het geloofsbrievenonderzoek kan, conform de huidige procedure in de Kieswet, plaatsvinden meteen na de uitslagvaststelling door het centraal stembureau, zodat op de dertiende dag na de stemming de zittende leden van het vertegenwoordigend orgaan kunnen besluiten over toelating van de nieuwe leden, waarna zij aftreden.

Overigens heeft ook het vertegenwoordigend orgaan op grond van artikel V 4, vierde lid, van de Kieswet, de bevoegdheid om een hertelling uit te voeren van de stemmen die zijn uitgebracht in een of meer stembureaus. Ingevolge artikel V 5 van de Kieswet staat een hertelling de toelating van nieuwe leden alleen in de weg als zij invloed kan hebben op de toewijzing van een zetel aan de betrokken kandidaten. Kandidaten op wier benoemdverklaring de hertelling geen invloed kan hebben, kunnen dus worden toegelaten. Mocht de hertelling op het moment van toelating van de benoemde kandidaten en het aftreden van de oude leden nog niet zijn voltooid, dan telt het vertegenwoordigend orgaan dus, zolang de definitieve verkiezingsuitslag niet is vastgesteld, minder leden dan het wettelijke vastgestelde aantal. De overige leden worden dan door de nieuwe leden toegelaten.

6. Maatregelen voor organen betrokken bij de uitslagvaststelling en digitale zittingen
6.1 Hoofdstembureaus
6.1.1 Plaatsvervangende leden hoofdstembureaus

Ingevolge artikel E 2, eerste lid, van het Kiesbesluit moeten tijdens een zitting van het hoofdstembureau voor een Tweede Kamerverkiezing ten minste drie leden aanwezig zijn. Daarom benoemt de Minister van BZK op grond van artikel E 5, derde lid, van de Kieswet voor elk hoofdstembureau voor de Tweede Kamerverkiezing ook drie plaatsvervangende leden. Zij kunnen een lid van het hoofdstembureau vervangen, als deze verhinderd is. De in de Kieswet gekozen formulering maakt het niet mogelijk meer dan drie plaatsvervangende leden te benoemen. Voorgesteld wordt dat niet drie, maar ‘een voldoend aantal’ plaatsvervangende leden benoemd kunnen worden. Dat betekent dat de Minister van BZK voorafgaand aan de komende Tweede Kamerverkiezing voor elk hoofdstembureau indien nodig extra plaatsvervangende leden kan benoemen. Dat verkleint het risico dat de zitting van het hoofdstembureau tot vaststelling van de uitslag op kieskringniveau (ex artikel O 1 van de Kieswet) in gevaar komt, als gevolg van het uitvallen van meerdere leden of plaatsvervangende leden (al dan niet vanwege covid-19-omstandigheden).

De VNG, de NVVB en het NGB vragen naar de einddatum van de benoeming van deze plaatsvervangende leden. Gelet op de wenselijkheid dat de in de Tijdelijke wet opgenomen maatregelen niet langer duren dan strikt noodzakelijk is, is geregeld dat de benoeming van de extra plaatsvervangende leden van rechtswege komt te vervallen op het moment dat ook deze wet vervalt.

6.1.2 Zitting hoofdstembureau

Uit de artikelen O 1 en O 2 van de Kieswet volgt dat er kiezers aanwezig kunnen zijn bij de eerdergenoemde zitting van het hoofdstembureau tot vaststelling van de uitslag op kieskringniveau, en dat zij daar ook bezwaren kunnen inbrengen. Belangstellenden die vanwege de coronamaatregelen in quarantaine zijn maar wel de zitting willen volgen en/of aldaar een bezwaar willen inbrengen, moeten daartoe in staat worden gesteld. Daartoe wordt voorgeschreven dat de hoofdstembureaus zorgen dat de zitting altijd in een digitale omgeving kan worden bijgewoond, alwaar de aanwezigen indien gewenst ook een bezwaar kunnen indienen, en dat belangstellenden daarenboven via een live-verbinding de openbare zitting kunnen volgen. Het is aan het hoofdstembureau om de manier te bepalen waarop bezwaren tijdens de zitting kunnen worden ingebracht (bijvoorbeeld door mogelijk te maken dat de kiezer (tijdelijk) het woord voert in de digitale omgeving waarin de zitting plaatsvindt). De gemeenten waar een hoofdstembureau is gevestigd zouden hiervoor aansluiting kunnen zoeken bij de manier waarop bijvoorbeeld raadsvergaderingen via het internet kunnen worden gevolgd en bijgewoond.16 Voorwaarde is dat er een reële mogelijkheid is voor kiezers om tijdens de zitting een bezwaar te maken. Ook moet voor eenieder die de zitting bijwoont of anderszins volgt, navolgbaar zijn of er bezwaren worden ingebracht, alsook de inhoud daarvan. Wel kan het hoofdstembureau bepalen dat belangstellenden die tijdens de zitting het woord willen voeren, zich voorafgaand aan de zitting moeten aanmelden. De voorzitter maakt tijdig bekend via welk internetadres en in welke digitale omgeving de zitting te volgen is; bij die kennisgeving informeert hij tevens hoe kiezers eventuele bezwaren kunnen indienen.

Tevens wordt geregeld dat de voorzitter van het hoofdstembureau kan besluiten om geen fysieke zitting van het hoofdstembureau te houden, maar alleen een zitting in een digitale omgeving, die eveneens via een live-verbinding op internet wordt uitgezonden. Langs die weg is verzekerd dat de zitting ook doorgang kan vinden als zo veel leden en plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau in quarantaine moeten dat het quorum van drie leden tijdens een fysieke zitting niet kan worden gehaald. Dit biedt ook ruimte voor het houden van een zitting waarbij de voorzitter en een of meerdere leden van het hoofdstembureau fysiek aanwezig zijn, terwijl de overige leden de zitting bijwonen via een digitale omgeving. De Kiesraad heeft geadviseerd om te schrappen de voorwaarde dat elk lid afzonderlijk toegang moet hebben tot de zitting, om op die manier eenvoudiger overleg en ordehandhaving mogelijk te maken. De regering meent echter dat het ook tijdens een digitale zitting waaraan niet alle leden fysiek deelnemen, goed mogelijk kan worden gemaakt om te overleggen en de orde te handhaven, en heeft het advies daarom niet overgenomen.

In het wetsvoorstel wordt een aantal voorwaarden opgesomd waaraan een zitting in een digitale omgeving moet voldoen.17 Elk lid moet afzonderlijk digitaal toegang hebben tot de zitting. De leden moeten zichtbaar, hoorbaar herkenbaar zijn op een zodanige wijze dat hun identiteit kan worden vastgesteld, andere personen die de zitting bijwonen moeten zichtbaar en hoorbaar kunnen zijn, bijvoorbeeld als zij een bezwaar inbrengen, en de voorzitter moet in staat zijn om de orde te handhaven.

Aan het eind van de zitting maakt het hoofdstembureau een proces-verbaal op van de zitting. Als de zitting digitaal wordt gehouden, ondertekenen de voorzitter en de fysiek aanwezige leden het proces-verbaal. Indien een lid van het hoofdstembureau de openbare zitting in een digitale omgeving bijwoont, maakt hij daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar dat de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

6.2 Centraal stembureau
6.2.1 Tijdelijke vervanging leden centraal stembureau

Het centraal stembureau houdt in het kader van een verkiezing ten minste drie zittingen: een (niet-openbare) zitting tot onderzoek van de ingeleverde kandidatenlijsten (artikel I 1 van de Kieswet), een (openbare) zitting waar wordt beslist over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten (artikel I 4 en artikel I 12 van de Kieswet) en een (openbare) zitting tot vaststelling van de uitslag (artikel P 20 van de Kieswet). Voor de Tweede Kamerverkiezingen fungeert de Kiesraad als centraal stembureau. De Kiesraad bestaat, ingevolge artikel A 5, eerste lid, van de Kieswet, uit zeven leden, die worden benoemd bij koninklijk besluit.

Voorgesteld wordt te bepalen dat bij koninklijk besluit, op voordracht van de Kiesraad, een voldoend aantal plaatsvervangende leden wordt benoemd. Als een of meer leden van de Kiesraad door covid-19-gerelateerde omstandigheden zijn verhinderd om een zitting bij te wonen, kan de voorzitter van de Kiesraad voor die zitting voor elk van de afwezige leden een plaatsvervanger aanwijzen. De plaatsvervangers worden uitsluitend aangewezen voor de duur van de zitting waarvoor het lid van de Kiesraad verhinderd is. De plaatsvervangers fungeren tijdens die zitting als waren zij lid van de Kiesraad, en kunnen dus tijdens die zitting meedoen aan de beraadslaging en de besluitvorming.

Overigens kent de wet geen quorum voor de genoemde zittingen van de Kiesraad. Dat neemt echter niet weg dat het de Kiesraad vrij staat om in een intern vast te stellen reglement een quorum voor zijn zittingen te bepalen. Zo zou de Raad in een dergelijk reglement het quorum voor de genoemde zittingen kunnen bepalen op vijf. In dat geval zou het aanwijzen van plaatsvervangers uitsluitend aan de orde zijn als er meer dan twee leden van de Kiesraad verhinderd zijn om een zitting bij te wonen.

6.2.2 Zittingen centraal stembureau

Ook voor de (openbare) zittingen van het centraal stembureau wordt geregeld dat deze (tevens) in een digitale omgeving, waarin kiezers de gelegenheid hebben om bezwaren in te dienen, plaatsvinden als ook via een live-verbinding op internet te volgen moeten zijn.Net als bij de zittingen van de hoofdstembureaus, is het aan het centraal stembureau om de wijze te bepalen waarop bezwaren kunnen worden ingebracht. Voorwaarde is dat er een reële mogelijkheid is voor kiezers om tijdens de zitting een bezwaar te maken. Ook moet voor eenieder die de zitting bijwoont of anderszins volgt, navolgbaar zijn of er bezwaren worden ingebracht, alsook de inhoud daarvan. Het centraal stembureau kan bepalen dat wie tijdens de zitting het woord wil voeren, zich voorafgaand aan de zitting moet aanmelden. De voorzitter maakt tijdig bekend via welk internetadres de zitting te volgen is en in welke digitale omgeving de zitting kan worden bijgewoond; bij die kennisgeving informeert hij tevens hoe kiezers eventuele bezwaren kunnen indienen.

Ook voor de zitting van het centraal stembureau wordt geregeld dat de voorzitter kan besluiten om geen fysieke zitting te houden, maar uitsluitend een digitale zitting, te volgen via een live-verbinding op internet. Het centraal stembureau moet ervoor zorgen dat kiezers de gelegenheid hebben om tijdens de zitting bezwaren in te brengen.

Aan het eind van de zitting maakt het centraal stembureau een proces-verbaal op van de zitting. Als de zitting digitaal wordt gehouden, ondertekenen de voorzitter en de fysiek aanwezige leden het proces-verbaal. Indien een lid van het centraal stembureau de openbare zitting in een digitale omgeving bijwoont, maakt hij daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar dat de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

6.3 Maatregelen bij zittingen gemeentelijke stembureaus, hoofdstembureaus en centraal stembureau

De Tijdelijke wet bepaalt dat de in het stemlokaal aanwezige personen een veilige afstand tot elkaar moeten houden en hygiënemaatregelen in acht moeten nemen (artikel 9, vierde lid). De veilige afstand en de hygiënemaatregelen worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Het voorliggende wijzigingsvoorstel bepaalt dat de voorgeschreven veilige afstand ook geldt voor de zittingen op grond van de Kieswet van de gemeentelijke stembureaus, de hoofdstembureaus en het centraal stembureau bij de procedure voor het vaststellen van de uitslag, alsmede de openbare zitting van het centraal stembureau waar wordt besloten over de geldigheid van de kandidatenlijsten. Tijdens die zittingen gelden verder dezelfde hygiënemaatregelen die bij ministeriële regeling zijn voorgeschreven in de stemlokalen. Daarbij moet met name worden gedacht aan het voorschrift om de handen te reinigen bij het betreden en het verlaten van de locatie waar de zitting wordt gehouden en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Verder wordt voorgeschreven dat burgemeester en wethouders ervoor zorgen dat bij de ingang van de locatie waar de bedoelde zittingen worden gehouden, iemand staat die bewaakt dat er niet te veel personen tegelijk op de locatie zijn, en die bezoekers wijst op de in acht te nemen veilige afstand en het reinigen van de handen. Ook moet bij de ingang informatie beschikbaar zijn voor bezoekers over de vragen uit de gezondheidscheck, en over de op locatie in acht te nemen veilige afstand en hygiënemaatregelen. Dat gebeurt in de vorm van een poster waarvan het model bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.

Voorts wordt voorgeschreven dat burgemeester en wethouders, voorafgaand aan de zitting van het gemeentelijk stembureau, actief een gezondheidscheck afnemen bij de leden van het gemeentelijk stembureau en de tellers, alsook bij de leden van het hoofdstembureau, zoals zij dat op grond van de Tijdelijke wet ook moeten doen bij de leden van de stembureaus. Bij de leden van het centraal stembureau voor de Tweede Kamerverkiezing (de Kiesraad) is het de voorzitter die, voorafgaand aan een zitting, indien deze fysiek plaatsvindt, actief een gezondheidscheck afneemt bij de leden die aan de zitting deelnemen.

6.4 Briefstembureaus buiten Den Haag

Ingevolge artikel M 9, eerste lid, van de Kieswet wijzen burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag ‘in hun gemeente’ briefstembureaus aan. Op verzoek van de gemeente Den Haag maakt dit wetsvoorstel het mogelijk dat burgemeester en wethouders ook buiten het grondgebied van de gemeente Den Haag een of meer briefstembureaus kunnen vestigen.

7. Overige aanpassingen
7.1 Termijnen aanvraag vervangende stempas of kiezerspas

De Kieswet bepaalt dat kiezers tot de vrijdag voor de stemming schriftelijk kunnen verzoeken om een vervangende stempas of kiezerspas, en tot de dinsdag voor de stemming om 12.00 uur middels een mondeling verzoek (aan een gemeentelijk loket).18 Deze termijn wordt in deze wet voor zowel een schriftelijk als een mondeling verzoek teruggebracht tot de vrijdag voor de stemming om 17.00 uur. Dat is nodig om het vervroegd stemmen mogelijk te maken op maandag 15 en dinsdag 16 maart 2021. Het register ongeldige stempassen moet opgemaakt zijn voordat het vervroegd stemmen kan beginnen. Zou dat niet gebeuren dan zouden kiezers twee keer kunnen stemmen: zij zouden dan op maandag of dinsdag kunnen stemmen op een locatie waar vervroegd kan worden gestemd, om vervolgens bij het loket van de gemeente mondeling een vervangende stempas aan te vragen, waarmee op de reguliere dag van de stemming nog een keer kan worden gestemd. Op de vrijdag voor de stemming na 17.00 uur maken de gemeenten het register van ongeldige stempassen op, dat zij verspreiden over de locaties waar op de maandag en de dinsdag voor de stemming vervroegd kan worden gestemd, ten behoeve van de aldaar zitting houdende stembureaus. Het voorgaande heeft als consequenties dat kiezers die tussen de vrijdag voor de stemming en de dag van de stemming hun stempas kwijtraken, geen nieuwe stempas meer kunnen aanvragen. De VNG, de NVVB en het NGB dringen erop aan hier in de communicatie naar de kiezer aandacht aan te besteden. Dat zal gebeuren in de voorlichtingscampagne voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezing.

7.2 Schrappen verruiming termijn aanvraag schriftelijke volmacht en verzending volmachtbewijs langs elektronische weg

De Tijdelijke wet verruimt de termijn waarbinnen een schriftelijke volmacht kan worden aangevraagd tot de maandag voor de stemming om 12.00 uur (huidige Kieswet: tot de vrijdag voor de stemming). In het voorliggende wetsvoorstel wordt die verruiming weer ongedaan gemaakt. De reden daarvoor is als volgt. Dit wetsvoorstel maakt vervroegd stemmen mogelijk vanaf de maandag voor de dag van de stemming. Voorkomen moet worden dat kiezers meerdere keren van hun stemrecht gebruik kunnen maken, door op maandagochtend te stemmen op een locatie voor vervroegd stemmen, en vervolgens een schriftelijke volmacht aan te vragen. Daarom wordt de voorgestelde verruiming van de aanvraagtermijn geschrapt. Het aanvragen van een schriftelijke volmacht is mogelijk tot uiterlijk de vrijdag voor de stemming om 17.00 uur (net als het aanvragen van een vervangende stempas of kiezerspas, zie paragraaf 7.1); de gemeente maakt vervolgens het uittreksel uit het register van ongeldige stempassen op, en verspreidt dat voor maandagochtend over de locatie(s) waar vervroegd stemmen mogelijk is.

Gelet op het voorgaande wordt voorgesteld om ook te schrappen de mogelijkheid dat het volmachtbewijs langs elektronische weg wordt verzonden. Die mogelijkheid was bedoeld om het volmachtbewijs dat na de vrijdag voor de stemming werd aangevraagd, nog op tijd bij de kiezer te krijgen. Nu het aanvragen van een schriftelijke volmacht weer mogelijk wordt tot uiterlijk de vrijdag voor de stemming, kan het volmachtbewijs ook per post worden verzonden (zoals onder de huidige Kieswet) om nog op tijd aan te komen bij de kiezer.

De VNG, de NVVB en het NGB schrijven dat het van belang is om snel duidelijk te maken welke eisen er worden gesteld aan het digitaal aanvragen van een schriftelijke volmacht. Daaraan zijn in het beginsel geen eisen verbonden. De minister van BZK stelt bij ministeriële regeling het model vast voor het aanvraagformulier. De gemeenten zijn vervolgens vrij om te bepalen hoe zij het model ter beschikking stellen aan de kiezer en hoe de kiezer het aanvraagformulier moet retourneren (bijvoorbeeld per mail, met gebruikmaking van DigiD, etc.).

7.3 Zitting centraal stembureau over geldigheid en nummering kandidatenlijsten

Voorgesteld wordt de zitting van het centraal stembureau waar wordt beslist over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten (ex artikel I 4 van de Kieswet) te vervroegen van 16.00 uur naar 10.00 uur op de vrijdag na de dag van de kandidaatstelling. Het herstel van eventuele verzuimen wordt mogelijk gemaakt tot en met de daaraan voorafgaande donderdag om 17.00 uur (onder de huidige wet loopt deze termijn tot vrijdag om 15.00 uur). Door deze termijnen enigszins naar voren te halen, wordt het mogelijk om al vooruitlopend op het onherroepelijk worden van de kandidatenlijsten te beginnen met het drukken van de briefstembescheiden, zodat er meer tijd is om deze tijdig bij de kiezer te krijgen.

7.4 Publicatie digitaal bestand met uitslaggegevens op gemeentelijke website

De burgemeester (of, in gemeenten die meedoen met het experiment met centrale stemopneming: het gemeentelijk stembureau) gebruikt door de Kiesraad beschikbaar gestelde programmatuur bij het optellen van de uitkomsten van de verkiezing op stembureauniveau, en bij de vaststelling van de gemeentelijke totalen. De Kiesraad heeft geadviseerd om voor te schrijven dat de burgemeester ook het door deze programmatuur gegenereerde bestand met de uitkomsten op gemeentelijk niveau (inclusief de uitkomsten op stembureau- en kandidaatsniveau) elektronisch openbaar maakt op de website van de gemeente. De regering heeft dat advies overgenomen. Door het voorschrift dat ook dit bestand openbaar wordt gemaakt, kunnen belangstellenden controleren of de in de processen-verbaal ingevulde aantallen overeenkomen met de aantallen die zijn ingevoerd in de programmatuur. Openbaarmaking van deze bestanden draagt aldus bij aan de transparantie en controleerbaarheid van de totstandkoming van de verkiezingsuitslag. De afgelopen jaren was het wel al de gewoonte dat de gemeenten deze bestanden publiceerden op hun website; dat gebeurde dan op verzoek van de minister van BZK, zonder dat daarvoor een wettelijke verplichting was. Die wettelijke grondslag wordt nu in deze Tijdelijke wet gecreëerd, vooruitlopend op het voorstel voor de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen (die zorgt voor een grondslag in de Kieswet).

8. Administratieve en financiële gevolgen, inwerkingtreding

Om gemeenten te compenseren voor de extra kosten bij de herindelingsverkiezingen in november 2020 en de Tweede Kamerverkiezing in 2021 als gevolg van de coronamaatregelen heeft het kabinet € 30 miljoen ter beschikking gesteld.19 De maatregelen die aanvullend noodzakelijk zijn voor de Tweede Kamerverkiezing op basis van dit wetsvoorstel brengen ook kosten voor de gemeenten mee. In overleg met de VNG is besloten tot een aanvullende compensatie van € 26,9 miljoen, waarvan een groot deel wordt uitgekeerd als compensatie voor gemeenten via het Gemeentefonds. Deze compensatie is bedoeld voor gemeenten voor de extra organisatie, het inrichten van stemlokalen en instellen van stembureaus voor vervroegd stemmen, het drukken, opslaan en beveiligen van stembescheiden, de portokosten van briefstembescheiden, het instellen van afgiftepunten en van briefstembureaus. Daarnaast is er een bedrag bestemd voor activiteiten van het Rijk voor communicatie/voorlichting, ondersteuning voor gemeenten en evaluatie.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft geconstateerd dat dit wetsvoorstel geen gevolgen heeft voor de regeldruk. Kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder krijgen een extra mogelijkheid om hun stemrecht uit te oefenen (bovenop de bestaande mogelijkheid om in het stemlokaal hun stem uit te brengen): zij kunnen ook per brief stemmen. Alle kiesgerechtigden van 70 jaar of ouder krijgen briefstembescheiden thuisbezorgd. Als zij ervoor kiezen om per brief te stemmen, gaat dat gepaard met administratieve handelingen (zij moeten deze bescheiden, na het invullen van het stembiljet, zelf op de post doen of afgeven bij een afgiftepunt), die dan echter in de plaats komen van de reguliere gang naar het stemlokaal. De retourenvelop voor een briefstem heeft een voorgedrukt antwoordnummer en hoeft dus niet gefrankeerd te worden.

De hoofdstembureaus en het centraal stembureau moeten hun zittingen via een live-verbinding uitzenden, en moeten het mogelijk maken dat geïnteresseerden tijdens die zitting in een digitale omgeving het woord kunnen voeren. Dit zorgt voor burgers niet voor een wijziging in de administratieve lasten; wel kunnen geïnteresseerden de genoemde zittingen desgewenst vanuit huis volgen, en hoeven zij dus niet langer de gang naar de zittingslocatie van het hoofdstembureau en het centraal stembureau te maken.

Het is beoogd dat dit wetsvoorstel met tijdelijke regels voor verkiezingen in aanvulling op de Tijdelijke wet, voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 in werking zal treden. Dit om het goede verloop van de Tweede Kamerverkiezing te waarborgen waarbij zoveel mogelijk kiezers hun stem zelf kunnen uitbrengen. Vanwege de voorbereidingen die gemeenten zullen moeten treffen bij de uitvoering van deze nieuwe maatregelen in het verkiezingsproces is het streven van de regering erop gericht om het wetsvoorstel uiterlijk per 1 februari (dag van kandidaatstelling) in werking te laten treden, indien een spoedige behandeling van het wetsvoorstel door beide Kamers van de Staten-Generaal dat mogelijk maakt.

9. Consultatie

Het wetsvoorstel is ter consultatie voorgelegd aan de Kiesraad, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en de drie openbare lichamen. De genoemde organisaties hebben alle een advies uitgebracht. De VNG en de NVVB hebben een gezamenlijk advies uitgebracht, waarbij ook het Nederlands Genootschap van Burgemeesters is aangesloten. Ook heeft internetconsultatie over het wetsvoorstel opengestaan. De adviezen uit de consultatie zijn zorgvuldig gewogen en hebben op verschillende onderdelen geleid tot aanpassing van het wetsvoorstel en deze toelichting. Op verreweg de meeste adviezen is ingegaan in het voorgaande. Hieronder wordt ingegaan op een aantal overige adviezen.

VNG, NVVB, NGB, Kiesraad

De VNG, de NVVB en het NGB wijzen erop dat de voorgestelde stapeling van maatregelen voor gemeenten inhoudt dat zij voor een ongekende opgave staan, waarvan op dit moment niet vaststaat of (alle) gemeenten erin slagen deze adequaat uit te voeren. Het inregelen van het proces van briefstemmen, het vinden van voldoende stemlokalen en stembureauleden voor de drie verkiezingsdagen, betekent een forse extra belasting voor gemeenten. Daarmee is de rek voor de uitvoerbaarheid eruit, aldus de genoemde organisaties. De Kiesraad twijfelt of deze stapeling van maatregelen de capaciteit van de gemeenten niet overschrijdt. De Raad wijst erop dat de capaciteit bij gemeenten extra onder druk kan komen als zij zelf te maken krijgen met uitval door ziekte of quarantaine. De Raad meent dat er nog onvoldoende balans is tussen de effecten van de voorgestelde maatregelen en het verzekeren van een correcte uitvoering. Mocht uit de aangekondigde uitvoeringstoets van de VNG blijken dat door stapeling van maatregelen een correcte uitvoering kwetsbaar is, dan schrijft de Raad het te kunnen begrijpen als briefstemmen niet als maatregel wordt ingezet.

De regering is zich ervan bewust dat de voorgestelde maatregelen substantiële wijzigingen introduceren in het verkiezingsproces en dat dit gebeurt kort voor de Tweede Kamerverkiezing. De minister van BZK heeft er ook in eerdergenoemde Kamerbrief van 30 oktober 2020 al op gewezen dat met de voorgestelde stapeling van maatregelen de rek voor de uitvoerbaarheid eruit is. De VNG heeft een quick scan uitgevoerd naar de uitvoeringsconsequenties; de bevindingen daarvan zullen worden betrokken bij de nadere uitwerking van de maatregelen. Het ministerie van BZK zal gemeenten ondersteunen bij implementatie van de wet- en regelgeving, o.a. door waar nodig procesbeschrijvingen, stappenplannen en handreikingen beschikbaar te stellen. Ook het door de minister van BZK ingestelde ondersteuningsteam voor het vinden van geschikte stemlocaties en de op korte termijn op te starten landelijke campagne voor het werven van stembureauleden hebben als doel om gemeenten maximaal te ondersteunen in de voorbereiding en organisatie van de komende verkiezing. De VNG, NVVB en het NGB hebben gevraagd om ook rijksambtenaren in te zetten als stembureaulid. Het stimuleren van rijksambtenaren om zich hiervoor in te zetten is nadrukkelijk onderwerp van gesprek binnen de rijksdienst.

De VNG, de NVVB en het NGB merken op dat het RIVM het tellen van de stemmen op grotere tellocaties in de huidige situatie, met een aanzienlijke toename van nieuwe infecties (dat was op 14 oktober 2020), niet wenselijk vindt. Wel noemt het RIVM maatregelen om de gezondheidsrisico’s te mitigeren. De VNG, de NVVB en het NGB wijzen erop dat voor het tellen van de briefstemmen en de stemmen die zijn uitgebracht bij stembureaus voor vervroegd stemmen, aparte locaties en telteams nodig zijn. Zij vragen om een duidelijke procesbeschrijving op dit punt.

Het RIVM wijst op een aantal maatregelen die bij het tellen in acht moeten worden genomen. De minister van BZK heeft eerder op basis van advies van het RIVM een kader opgesteld met de maatregelen waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het inrichten van stemlokalen. Dit zal op basis van het advies van het RIVM worden aangevuld met een kader voor het tellen van de stemmen, ook ten behoeve van de gemeenten die meedoen aan het experiment met centrale stemopneming.

De VNG, de NVVB en het NGB dringen er voorts op aan dat het formaat van de stempluspas niet afwijkt van dat van de reguliere stempas, om te voorkomen dat de burgerzaken-applicaties daarop moeten worden aangepast. Wel moet er ten behoeve van de herkenbaarheid een duidelijk onderscheid zijn. De regering heeft geen voornemen om af te wijken van het formaat van de reguliere stempas.

De Kiesraad vindt het wenselijk dat er wordt voorzien in regels om te voorkomen dat door exitpolls de uitslagen bekend worden van de stembureaus waar op maandag en dinsdag kan worden gestemd, terwijl er ook op woensdag (de reguliere dag van stemming) nog kan worden gestemd. Zoals de minister van BZK heeft aangekondigd in de eerdergenoemde Kamerbrief van 30 oktober jl., gaat zij in aanloop naar de komende Tweede Kamerverkiezing in gesprek met opiniepeilers en media, met als inzet dat zij zich er, in het licht van de nieuwe mogelijkheid om vervroegd te stemmen, aan verbinden om geen exitpolls te publiceren vóór 17 maart om 21.00 uur. De regering heeft nu geen voornemens om hiertoe regels in de wetgeving te introduceren.

Tot slot zijn diverse redactionele suggesties gegeven voor verduidelijking van de artikelen in het wetsvoorstel en de toelichting, bijvoorbeeld over de stempluspas, die in de plaats komt van een stempas voor kiezers die briefstembescheiden krijgen thuisgestuurd. Ook is verduidelijkt hoe de kiezer kan verzoeken om vervangende briefstembescheiden. Deze redactionele en inhoudelijke suggesties ter verduidelijking van het voorstel zijn verwerkt in de tekst van het wetsvoorstel, alsmede in de artikelsgewijze toelichting. In reactie op het advies van de VNG, NVVB en het NGB om de term ‘laatste dag van stemming’ te gebruiken, nu er met de mogelijkheid tot vervroegd stemmen drie dagen van stemming zijn en daarmee onduidelijk is wat er wordt bedoeld, merkt de regering het volgende op. In de Kieswet en in de Tijdelijke wet wordt inderdaad gerekend met dagen voor of na de dag van de stemming. Dat is de woensdag waarop de verkiezing plaatsvindt. Op deze plaats wil de regering verduidelijken dat overal waar in de Kieswet, de Tijdelijke wet of in dit wetsvoorstel wordt gesproken over de dag van de stemming, nog steeds is bedoeld de dag van de stemming in de zin van de Kieswet, dat wil zeggen woensdag 17 maart 2021 in het geval van de Tweede Kamerverkiezing.

Openbare lichamen

In de consultatieversie van dit wetsvoorstel is voorgesteld om vervroegd stemmen niet mogelijk te maken op de drie openbare lichamen. Vanwege het beperkte aantal kiezers aldaar kan in de openbare lichamen worden volstaan met het openen van de reguliere stemlokalen op de dag van de stemming.

Namens het bestuurscollege van het openbaar lichaam Saba is gemeld dat er wel degelijk behoefte bestaat om de kiezers een mogelijkheid te geven om vervroegd hun stem uit te brengen. Verder is namens het bestuurscollege van Saba kritiek geuit op het feit dat de Tijdelijke wet de drie openbare lichamen uitsluit van de mogelijkheid om het elektronisch volmachtbewijs langs digitale weg aan de kiezer te verstrekken, en van uitbreiding van het maximumaantal volmachten van 2 naar 3. Namens het bestuurscollege wordt daarbij gesteld dat burgers op Saba hierdoor beperkt worden in hun rechten ten opzichte van burgers in Europees Nederland.

Het bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire stemt in met het wetsvoorstel, meer in het bijzonder met de mogelijkheid om briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder ook te laten gelden voor de openbare lichamen. Wel laat het openbaar lichaam weten dat de briefstembescheiden dan uiterlijk 1 februari (de dag van kandidaatstelling) moeten zijn ontvangen.

Namens het bestuurscollege van het openbaar lichaam van Sint Eustatius is gemeld dat de mogelijkheid van briefstemmen een optie zou kunnen zijn om de kiesgerechtigden van 70 jaar en ouder met het oog op de covid-19-situatie niet onnodig in gevaar te brengen., Wel wordt erop gewezen dat briefstemmen een gecompliceerd proces is, dat lastig is uit te leggen aan de oudere generatie, en dat bij briefstemmen moeilijk is vast te stellen of de stem vrijwillig is uitgebracht. Het gebruik van een volmacht is een praktischer en minder belastend alternatief.

De openbare lichamen onderzoeken of de briefstembiljetten op het eiland kunnen worden gedrukt, hetgeen een noodzakelijke voorwaarde is om briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder op de openbaar lichamen te introduceren.

Op basis van de reacties uit de openbare lichamen wordt aan het wetsvoorstel een mogelijkheid (dus niet: verplichting) toegevoegd dat de openbare lichamen op maandag en dinsdag een of meer stemlokalen openstellen voor vervroegd stemmen. Wat briefstemmen betreft zal de regering, voorafgaand aan indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer, nagaan of de eilanden daadwerkelijk de mogelijkheid hebben om zelf de briefstembiljetten te (laten) drukken. Als dit het geval is, kan briefstemmen op de eilanden mogelijk worden gemaakt. Als dit niet het geval is (en de stembiljetten dus in Nederland zouden moeten worden gedrukt), dan is briefstemmen op de drie openbare lichamen niet haalbaar. Er is namelijk geen mogelijkheid om de briefstembiljetten zodanig op tijd op de eilanden te krijgen dat de openbare lichamen de stembescheiden daarna nog tijdig kunnen laten bezorgen bij de kiezers, en de kiezers daarna nog voldoende tijd hebben om hun briefstem uit te brengen.

Wat betreft de kritiek uit openbaar lichaam Saba op de uitsluiting van de drie openbare lichamen van de uitbreiding van de volmachtregeling, wijst de regering er allereerst op dat dit wetsvoorstel de mogelijkheid tot verzending van het schriftelijk volmachtbewijs langs digitale weg weer schrapt (zie paragraaf 7.2). De regering wil vasthouden aan uitsluiting van de openbare lichamen van de andere in de Tijdelijke wet geregelde uitbreiding van de volmachtregeling (namelijk de tijdelijke verhoging van het maximumaantal volmachten van 2 naar 3). De regering heeft daarvoor gekozen vanwege terugkerende bezwaren van verschillende bestuurscolleges en eilandsraden tegen de bestaande volmachtregeling, gelet op herhaalde (geruchten over) ronselpraktijken bij eerdere verkiezingen. De uitzondering is bovendien in lijn met de eerdere aankondiging van de Minister van BZK dat, in aanloop naar de eilandsraadsverkiezingen in 2023, de volmachtregeling in Caribisch Nederland zal worden beperkt.20

Internetconsultatie

Van 4 tot en met 9 september 2020 zijn het wetsvoorstel en de toelichting raadpleegbaar geweest via www.internetconsultatie.nl. Er zijn tien openbare reacties ontvangen, waarop hieronder wordt gereageerd.

Ieder(in), de organisatie die twee miljoen mensen met een beperking of chronische ziekte in Nederland vertegenwoordigt, wijst erop dat er bij briefstemmen geen ondersteunende en informerende rol is van stembureauleden. Ieder(in) vraagt in dat verband aandacht voor het belang van toegankelijkheid en begrijpelijk taalgebruik. De regering is het ermee eens dat dit van groot belang is. De minister van BZK zal alle mogelijke aandacht besteden aan de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van de uitleg over het briefstemmen.

Verschillende inzenders hebben gewezen op de risico’s van beïnvloeding door derden bij het stemmen per brief. Verwezen wordt naar wat daarover is overwogen in paragraaf 3.1 van deze memorie van toelichting.

Een inzender vindt het bezwaarlijk dat vervroegd stemmen zorgt voor inkorting van de periode tussen de dag van kandidaatstelling en de verkiezing, terwijl deze periode cruciaal is voor met name nieuwe politieke partijen. Het voorstel om vervroegd stemmen mogelijk te maken op de maandag en dinsdag vóór de reguliere dag van stemming (woensdag) zorgt er inderdaad voor dat de genoemde periode met twee dagen wordt ingekort. De regering meent echter dat er voldoende tijd overblijft voor politieke partijen om campagne te voeren, en wijst erop dat het politieke partijen vrij staat om hun campagne al vóór de dag van de kandidaatstelling te beginnen.

Deze inzender meent ook dat exitpolls onwenselijk zijn tijdens de dagen waarop vervroegd wordt gestemd, omdat kiezers die nog moeten stemmen daardoor kunnen worden beïnvloed. Verwezen wordt naar wat daarover hiervóór is overwogen, in reactie op een advies van de Kiesraad.

Een inzender voorspelt ontevredenheid bij kiezers over de regel dat een vervangende stempas tot de vrijdag voor de stemming kan worden aangevraagd, in plaats van, zoals nu, tot de dag voor de verkiezing. De regering wijst erop dat deze maatregel nodig is, om te voorkomen dat kiezers twee keer kunnen stemmen. Verwezen wordt naar paragraaf 7.2 van deze toelichting. De regering is zich bewust van het door de inzender onder woorden gebrachte risico, en zal hier in de voorlichtingscampagne nadrukkelijk op wijzen.

In een andere reactie op de internetconsultatie is gesuggereerd om digitaal stemmen mogelijk te maken. De Minister van BZK heeft eerder geschreven dat de regering de verkiezingen niet kwetsbaar wil maken voor digitale dreigingen, en daarom nu geen voornemens heeft om de stap te zetten om elektronisch stemmen mogelijk te maken.21

II. Artikelsgewijs deel

Artikel I
A (Artikel 1)

De definitie van gezondheidscheck in onderdeel b wordt gewijzigd in lijn met de aanvulling in artikel 9, derde lid, van de Tijdelijke wet, zodat artikel 1 weergeeft dat de gezondheidscheck niet alleen actief bij stembureauleden en waarnemers wordt afgenomen, maar eveneens bij andere personen die een functie hebben bij de zitting van een stembureau, zoals de tellers die niet tevens stembureaulid zijn. Er wordt een onderdeel f toegevoegd waarin een definitie van de stempluspas is opgenomen.

B (Artikel 1a)

Voor een toelichting op deze bepaling wordt verwezen naar paragraaf 6.2 in het algemeen deel van deze toelichting.

B (Artikel 1b)

Door de leden van de Tweede Kamer niet op de donderdag in de periode van 23 tot en met 29 maart af te laten treden, maar op de dinsdag in de periode van 28 maart tot en met 3 april, wordt de termijn waarbinnen de verkiezingsuitslag definitief moet zijn vastgesteld verlengd van acht naar dertien dagen. Voor de achtergrond hiervan wordt verwezen naar paragraaf 5 in het algemeen deel van deze toelichting. Ter volledigheid wordt er hier nog op gewezen dat, anders dan na bijvoorbeeld een gemeenteraadsverkiezing, de Kamerleden allemaal tegelijk aftreden op een door de voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op die dag. Dit biedt de mogelijkheid om het geloofsbrievenonderzoek eventueel nog af te ronden op de dag dat de leden van de Kamer in oude samenstelling moeten aftreden.

Het wetsvoorstel is in de eerste plaats gericht op de manier waarop de Tweede Kamerverkiezing in maart 2021 plaatsvindt, maar gelet op de mogelijkheid om de looptijd van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 te verlengen, zijn in onderhavig voorstel alle bepalingen in overeenstemming gebracht met de nieuwe termijn van 13 dagen voor de vaststelling van de verkiezingsuitslag.

B en H (Artikelen 1c en 8)

In artikel 8 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is voorgeschreven dat een stembureau, in afwijking van artikel J 12, eerste lid, van de Kieswet minimaal vier leden telt. Dit aantal blijft ongewijzigd. Het maximumaantal leden van een stembureau is op grond van artikel E 3, derde lid, van de Kieswet bij algemene maatregel van bestuur bepaald op zeven (artikel E 1 van het Kiesbesluit). Gedurende de toepassing van deze wet geldt op grond van het voorgestelde artikel 1c geen maximum: het stembureau kan dan uit meer dan zeven leden bestaan.

B (Artikel 1d)

In deze bepaling is geregeld dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor elk hoofdstembureau niet drie plaatsvervangende leden, maar een voldoend aantal plaatsvervangende leden benoemt. Hiermee wordt aangesloten bij de in artikel E 4, eerste lid, van de Kieswet aan de colleges van burgemeester en wethouders gegeven opdracht om een voldoend aantal plaatsvervangende leden van stembureaus te benoemen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.1.1 in het algemeen deel van deze toelichting.

C (Opschrift paragraaf 2)

Het opschrift van paragraaf 2 wordt gewijzigd van ‘Tijdelijke regel over de inlevering van de kandidatenlijsten’ in ‘Tijdelijke regels over de kandidaatstelling’. De inlevering van een kandidatenlijst is met de voorgestelde wijzigingen slechts een onderdeel van de kandidaatstellingsprocedure in paragraaf 2. De kandidaatstellingsprocedure omvat de inlevering van de kandidatenlijsten, hoofdstuk H van de Kieswet, alsook het onderzoek, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsten, zoals neergelegd in hoofdstuk I van de Kieswet.

D (Artikelen 2a en 2b)

De artikelen 2a en 2b regelen dat de termijn om verzuimen in de kandidatenlijst te herstellen wordt ingekort tot donderdag 17 uur en dat het tijdstip van de zitting van het centraal stembureau waarin wordt geoordeeld over de geldigheid van de ingeleverde kandidatenlijsten een aantal uren naar voren wordt verplaatst. Deze wijzigingen zorgen ervoor dat er eerder duidelijkheid is over de geldigheid van de ingeleverde kandidatenlijsten. Dit laat onverlet dat er nog beroep ingesteld kan worden tegen de beschikking van het centraal stembureau.

D en T (Artikelen 2c, 23g en 23k)

In artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde lid, zijn de regels neergelegd die gelden met betrekking tot hygiënemaatregelen en de in acht te nemen veilige afstand in en bij stemlokalen. Artikel 9, achtste en tiende lid bepalen dat de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbekkende kleding niet van toepassing is wanneer gezichtsbedekking het gevolg is van hygiënemaatregelen als bedoeld in het vierde lid en dat in stemlokalen enkel de krachtens de wet gestelde regels gelden teneinde besmetting met en overdracht van het coronavirus te voorkomen.

De voorgestelde artikelen 2c, 23g en 23k verklaren de in en op grond van artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid, gestelde regels voor een stemlokaal van overeenkomstige toepassing op de locatie waar de hoofdstembureaus zitting houden (artikel 23g) en het centraal stembureau zitting houdt voor de kandidaatstelling (artikel 2c) en de uitslagvaststelling (artikel 23k). De reden hiervoor is dat het hoofdstembureau en het centraal stembureau geen zitting houden in een stemlokaal, terwijl die regels ook voor deze zittingen dienen te gelden. In aanvulling hierop is het in dit artikel bepaalde voor kiezers eveneens van toepassing verklaard op andere aanwezige personen bij de zitting. In het tweede lid is geregeld wie de gezondheidscheck afneemt bij de leden van de hoofdstembureaus en het centraal stembureau.

D en T (Artikelen 2d, 23h en 23l)

Deze bepalingen maken het mogelijk dat de openbare zittingen van de hoofdstembureaus (artikel 23h) en de openbare zittingen van het centraal stembureau (artikelen 2d en 23l) geheel of gedeeltelijk in een digitale omgeving worden gehouden. Dit biedt tevens de mogelijkheid om een zitting te houden waarbij een aantal leden fysiek deelneemt en een aantal leden digitaal. Op grond van het eerste lid moet de openbare zitting in alle gevallen in een digitale omgeving door leden en geïnteresseerden kunnen worden bijgewoond, alsook op afstand gevolgd kunnen worden door geïnteresseerden via een live-verbinding.

De live-verbinding betreft een livestream van de zitting die voor iedereen te volgen is. Iedere geïnteresseerde kan deze live-verbinding bekijken, maar het is niet mogelijk om via de live-verbinding een inbreng te hebben en het woord te voeren tijdens de zitting. De digitale omgeving is een platform dat faciliteert dat deelnemers in deze omgeving met elkaar kunnen communiceren. Dit betreffen zowel de leden als de geïnteresseerden. Indien een of meer leden niet fysiek aanwezig (kunnen) zijn bij de zitting, houden de leden de zitting in de digitale omgeving. Geïnteresseerden kunnen, in situaties als bedoeld in het derde lid, de zitting in de digitale omgeving bijwonen en hierin het woord voeren. Indien alle leden fysiek aanwezig zijn, vindt de zitting fysiek plaats, maar blijft de digitale omgeving open voor geïnteresseerden om de zitting in bij te wonen en het woord te kunnen voeren, in situaties als bedoeld in het derde lid. In het tweede lid zijn de vereisten opgenomen waaraan een digitale openbare zitting moet voldoen. Deze eisen komen overeen met de eisen die aan een online beraadslaging door lokale en regionale volksvertegenwoordigingen worden gesteld, zoals neergelegd in de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Stb. 2020, 113). Voor geïnteresseerden die de zitting volgen via een live-verbinding, dienen de deelnemers in de digitale omgeving, dus zowel de leden als de geïnteresseerden bedoeld in het derde lid, zichtbaar en hoorbaar te zijn op het moment dat zij het woord voeren. Het derde lid waarborgt de mogelijkheid om, ook als een geïnteresseerde niet fysiek bij de openbare zitting van een hoofdstembureau of centraal stembureau aanwezig kan zijn, via de digitale omgeving de zitting bij te wonen en toch een bezwaar in te kunnen dienen. De betreffende persoon moet zich hiertoe voorafgaand aan de openbare zitting melden, zodat hij de gegevens kan ontvangen die het hem mogelijk maken om de digitale omgeving te betreden en daarin het woord te voeren. De wet laat ruimte voor het hoofdstembureau en centraal stembureau om zelf te bepalen hoe zij dit inrichten.

D (Artikel 2e)

In deze bepaling is geregeld dat het proces-verbaal van het centraal stembureau betreffende de zitting waarin het besluit over de geldigheid van de ingediende kandidatenlijsten, het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten et cetera, eerst door de voorzitter van het centraal stembureau wordt ondertekend en daarna door de andere leden van het centraal stembureau die fysiek aanwezig zijn bij de zitting. Indien een lid van het centraal stembureau de openbare zitting in een digitale omgeving bijwoont, maakt hij daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar dat de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

D (Artikel 2f)

In dit artikel is voorgeschreven dat het centraal stembureau het proces-verbaal van de zitting waarin het besluit over de geldigheid van de ingediende kandidatenlijsten, het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten et cetera, niet ter inzage legt, maar, met weglating van de ondertekening, onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar maakt.

E en P (Artikelen 2g en 18)

In aanvulling op de mogelijkheid om een bijzonder (artikel J 1, derde lid, van de Kieswet) of mobiel (artikel J 4a, eerste lid, Kieswet) stembureau aan te wijzen, wordt met dit wetsvoorstel de mogelijkheid geïntroduceerd om een stembureau aan te wijzen waar kiesgerechtigden al vóór de dag van de stemming terecht kunnen om hun stem uit te brengen. Na afloop van de stemming, om 18.00 uur, stelt het stembureau vast hoeveel kiezers het tot de stemming heeft toegelaten. Daarna wordt de stembus veilig opgeslagen, totdat op de dag van de stemming de stembus wordt geopend om de stemmen te tellen. Deze procedure, beschreven in de artikelen 19 tot en met 23 van de Tijdelijke wet, wordt door aanpassing van artikel 18 ook van toepassing verklaard op een stembureau waar vroegtijdig gestemd kan worden. In het eerste lid van artikel 2g is voorgeschreven dat het dagelijks bestuur van de gemeente een of meer stembureaus aanwijst die op de eerste of tweede dag voor de dag van de stemming zitting houden. Deze bepaling staat er uiteraard niet aan in de weg dat gedurende twee, of drie, achtereenvolgende dagen verschillende stembureau op dezelfde locatie zitting houden. In dat geval zullen deze stembureaus allemaal een eigen nummer hebben, elk een eigen stembus vullen en elk een eigen proces-verbaal opmaken. Het is evenwel aan het gemeentebestuur om te bepalen bij hoeveel locaties kiesgerechtigden al vóór de dag van de stemming terecht kunnen om hun stem uit te brengen. In het tweede lid is slechts een minimumnorm vastgelegd. Op grond van artikel J 4, eerste lid, van de Kieswet wijzen burgemeester en wethouders voor elk stembureau een geschikt stemlokaal aan. Het derde lid bevat ten aanzien daarvan eveneens een minimumnorm. Het regelt dat deze stemlokalen ten minste op zoveel adressen moeten zijn gelegen als het minimumaantal stembureaus waar vervroegd gestemd mag worden. Wijzen burgemeester en wethouders slechts het minimumaantal stembureaus aan ten behoeve van vervroegd stemmen, dan moeten voor al deze stembureaus dus stemlokalen op verschillende adressen worden aangewezen. Wijzen burgemeester en wethouders méér stembureaus dan krachtens het tweede lid is voorgeschreven aan ten behoeve van vervroegd stemmen, dan is het wél toegestaan om voor twee (of meer) stembureaus een stemlokaal op eenzelfde adres aan te wijzen, mits het minimumaantal locaties behouden blijft.

F (Artikel 3a)

Dit artikel creëert de mogelijkheid voor burgemeester en wethouders om zowel bijzondere stembureaus, als bedoeld in artikel J 1, derde lid, van de Kieswet als de bijzondere stembureaus met beperkte toegang als bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke wet, aan te wijzen waar kiesgerechtigden al vóór de dag van de stemming terecht kunnen om hun stem uit te brengen.

G (Artikel 4a)

Dit artikel creëert de mogelijkheid voor burgemeester en wethouders om zowel mobiele stembureaus, als bedoeld in artikel J 4a van de Kieswet als de mobiele stembureaus met beperkte toegang als bedoeld in artikel 4 van de Tijdelijke wet, aan te wijzen waar kiesgerechtigden al vóór de dag van de stemming terecht kunnen om hun stem uit te brengen.

H (Artikel 7a)

Op basis van deze bepaling krijgen kiesgerechtigden die op de dag van de stemming de leeftijd van zeventig jaar hebben bereikt, bescheiden thuisgestuurd waarmee zij de mogelijkheid krijgen om per brief te kunnen stemmen. De wijze waarop in dit geval een stem kan worden uitgebracht, is beschreven in artikel 11c.

H, N en O (Artikelen 7b, 7d, 13a en 16, tweede lid)

Als gevolg van de introductie van de mogelijkheid om vroegtijdig een stem uit te brengen in het stemlokaal, moet de burgemeester op een eerder moment dan nu in de Kieswet is voorgeschreven een uittreksel maken uit het register van ongeldige stempassen (artikel 7b). Voor een nadere toelichting op artikel 7b wordt verwezen naar paragraaf 3.3 in het algemeen deel van deze toelichting. Ten gevolge van de mogelijkheid om vroegtijdig een stem uit te brengen moet de termijn waarbinnen een vervangende stempas, of stempluspas (artikel 7d), een kiezerspas (artikel 13a) of een volmachtbewijs (artikel 16, tweede lid) kan worden aangevraagd, worden verkort.

H (Artikel 7c)

Dit artikel maakt het mogelijk dat een kiesgerechtigde die op de dag van stemming zeventig jaar of ouder is, kan verzoeken om vervangende briefstembescheiden. Deze bepaling vormt een aanvulling op artikel J 8, eerste lid, van de Kieswet, waarin is geregeld dat een kiezer kan verzoeken om een vervangende stempas. Behoudens de aanvulling in het eerste lid, is artikel J 8 van de Kieswet onverkort van toepassing op het verzoek als bedoeld in artikel 7c. In reactie op het advies van de Kiesraad, merkt de regering op dat dit betekent dat artikel J 8, tweede tot en met vijfde lid, van de Kieswet onverkort van toepassing zijn, alsook dat de stempluspas waarvoor een vervangende stempluspas is verstrekt ongeldig is op grond van artikel J 7a, tweede lid, onderdeel b, van de Kieswet.

K (Artikel 9)

In artikel 9, derde lid, van de Tijdelijk wet zijn regels gesteld voor het afnemen van een gezondheidscheck bij de leden van een stembureau en de waarnemers, en is bepaald dat zij hun functie niet kunnen vervullen wanneer niet aan de gezondheidscheck wordt voldaan. Abusievelijk was niet geregeld dat deze regels tevens van toepassing zijn op andere personen die een functie hebben bij de zitting van een stembureau, zoals de tellers die geen stembureaulid zijn. Deze omissie wordt hierbij hersteld. In het zesde lid wordt een grondslag opgenomen voor het bij ministeriële regeling vaststellen van een model voor de in dat lid bedoelde gezondheidscheck.

L (Artikel 11a)

Alle colleges van burgemeester en wethouder zijn verplicht om in hun gemeente een of meer stembureaus aan te wijzen, waar uitsluitend per brief gestemd kan worden. Om deze reden worden deze stembureaus ook wel briefstembureau genoemd.

L en V (Artikelen 11b en 23e)

Het dagelijks bestuur van een gemeente kan bepalen dat het briefstembureau voor kiezers binnen Nederland al vóór de dag van de stemming zitting houdt, om een zogenoemde vooropening te houden. Tijdens deze vooropening wordt aan de hand van de voorgeschreven regels bepaald welke stembiljetten in de stembus worden gedeponeerd en welke retourenveloppen terzijde moeten worden gelegd. Het stembureau kan starten met de vooropening nadat het register van ongeldige stempassen is opgemaakt. Uit het derde lid volgt dat de stemming bij een op grond van artikel 11a aangewezen stembureau pas eindigt nadat alle tijdig ontvangen retourenveloppen zijn verwerkt. Zie in dit verband ook de voorgestelde artikelen 11e en 11f.

Uit artikel 23e volgt dat, indien het briefstembureau gebruikt heeft gemaakt van de mogelijkheid om vooropening te houden, de briefstembureaus op de dag van stemming reeds om 7.30 uur 's ochtends kunnen starten met de stemopneming van de stembiljetten die zich op dat moment al in de stembus bevinden. Nadat deze stembiljetten geteld zijn, wordt de stemopneming geschorst en voert het stembureau de opening uit van de retourenveloppen die later (maar wel tijdig) op de dag van stemming zijn ontvangen. Nadat deze opening is afgerond, wordt de schorsing opgeheven en de stemopneming hervat. De uitkomsten van de stemopneming mogen niet bekend worden gemaakt voor 21.00 uur. Voor de voorgestelde procedure en het tijdstip waarop de stemopneming kan starten op de dag van stemming is aangesloten bij de procedure voor briefstembureaus voor kiezers uit het buitenland (zie in het bijzonder artikel N 16a van de Kieswet).

L (Artikel 11c)

In deze bepaling is beschreven hoe een kiesgerechtigde zijn stem per brief kan uitbrengen. De procedure is vergelijkbaar met de in artikel M 7 van de Kieswet beschreven procedure ten behoeve van kiesgerechtigden in het buitenland. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.2 in het algemeen deel van deze toelichting. Opgemerkt zij dat indien de in het derde lid bedoelde handtekening op de stempluspas ontbreekt, dit geen gevolgen heeft voor de geldigheid van de stem. In het vierde lid is geregeld dat de kiesgerechtigde om zijn briefstem uit te brengen, in plaats van de retourenveloppe te gebruiken, ook de optie heeft de overige stembescheiden in een andere enveloppe te doen en deze te voorzien van het adres van het briefstembureau. Wanneer voor het uitbrengen van de briefstem een dergelijke andere enveloppe wordt gebruikt, wordt deze enveloppe in het vervolg van dit wetsvoorstel eveneens aangeduid als retourenveloppe.

L (Artikel 11d)

Kiezers die per brief stemmen kunnen hun retourenveloppe per post opsturen, maar ook afgeven op een van de binnen hun gemeente aangewezen afgiftepunten. De kiezer kan de retourenveloppe zelf afgeven, maar hij kan dit ook door iemand anders laten doen. De minimale openingstijden voor de afgiftepunten zijn voor alle locaties en in alle gemeentes gelijk. Voor het bepalen van het aantal afgiftepunten in een gemeente kunnen burgemeester en wethouders bijvoorbeeld aansluiten bij de in artikel 2g, derde lid, genoemde aantallen kiesgerechtigden. Degene die de enveloppe in ontvangst neemt op het afgiftepunt, plaatst daarop de ontvangstdatum en een handtekening (vierde lid). De afgegeven retourenveloppen worden veilig opgeslagen en tijdig overhandigd aan een door de gemeente aangewezen briefstembureau. Daartoe is in het vijfde lid artikel 11c, zesde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing verklaard.

L en P (Artikelen 11e en 17c)

Deze bepaling bevat een voorziening voor het geval kiesgerechtigden hun retourenveloppe niet per post versturen of afgeven bij een afgiftepunt, maar tijdens de stemming bij een stembureau afgeven. In dat geval neemt het stembureau de retourenveloppe aan en bewaart deze tot het einde van de stemming. Naast het lid van het stembureau dat de retourenveloppe aanneemt, zit altijd nog een lid. Tevens zijn er gedurende de stemming in het stembureau minstens vier leden aanwezig die constant letten op het verloop van de stemming. Hiermee wordt voldoende geborgd dat de retourenveloppen onder toezicht staan en veilig worden bewaard. Na afloop van de stemming worden deze retourenveloppen in een pak gedaan en overgedragen aan de burgemeester, die ze ter beschikking stelt van het briefstembureau.

L (Artikel 11f)

Op grond van het eerste lid is de stem van een kiezer die per brief stemt tijdig ontvangen, als deze op de dag van de stemming voor eenentwintig uur is ontvangen door de burgemeester of op een van de aangewezen afgiftepunten. Tijdig binnengekomen retourenveloppen worden op de dag van de stemming aan het briefstembureau overgedragen, tenzij er op grond van artikel 11b, eerste lid, is besloten tot het houden van een vooropening.

L (Artikel 11g en 11h)

Deze bepalingen gaan over de opening van de retourenveloppen door het briefstembureau voor kiesgerechtigden binnen Nederland, oftewel: de toelating tot de stemming van kiezers die per brief stemmen. De procedure is vergelijkbaar met de procedure zoals die in de artikelen M 10 en M 11 van de Kieswet is beschreven voor briefstembureaus die de stemmen van kiezers buiten Nederland verwerken.

M (Artikel 13)

Met deze wijziging wordt duidelijkheid gegeven omtrent de vraag op welk moment waarnemers van rechtswege ophouden waarnemer te zijn. Dit moment is gelijk aan het moment waarop het lidmaatschap van de leden van de stembureaus eindigt, te weten: nadat door het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden over de toelating van de gekozenen is beslist. Door ook artikel E 4, derde lid, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing op waarnemers te verklaren, wordt duidelijk dat de verantwoordelijkheid van waarnemers niet ophoudt op het moment dat zij hun verslag ondertekenen.

O (Artikel 16, vijfde lid)

De mogelijkheid om langs elektronische weg een schriftelijk volmachtbewijs te verstrekken wordt geschrapt. Voor een nadere toelichting op dit onderdeel wordt verwezen naar paragraaf 7.2 van het algemeen deel van deze toelichting.

P (Artikel 17a)

Artikel M 8, eerste lid, van de Kieswet bepaalt dat retourenveloppen van kiezers uit het buitenland op de dag van stemming om 15.00 in het bezit van de burgemeester van ’s-Gravenhage moeten zijn. In deze bepaling is geregeld dat in afwijking van artikel M 8, eerste lid, van de Kieswet de retourenveloppen tijdig zijn aangekomen (en dus bij het vaststellen van de uitslag worden betrokken) als deze uiterlijk op de vijfde dag na de dag van de stemming om twaalf uur in diens bezit zijn (dat is maandag om 12.00 uur). In het buitenland verblijvende kiesgerechtigden krijgen hiermee dus meer tijd om hun stem per brief uit te brengen. Het tweede lid bepaalt dat de burgemeester van ’s-Gravenhage zorgt dat de retourenveloppen die maandag om 12.00 uur in zijn bezit zijn op diezelfde dag om 16.00 uur worden overhandigd aan de voorzitter van een briefstembureau.

P (Artikel 17b)

Dit artikel biedt burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage de mogelijkheid om een door hen op grond van artikel M 9, eerste lid, van de Kieswet ingesteld briefstembureauzitting te laten houden in een andere, naburige, gemeente. Hiertoe wordt afgeweken van artikel J 4, eerste en tweede lid, van de Kieswet, aangezien de locatie van een zitting op grond van deze bepalingen gelegen is binnen de eigen gemeente, en derhalve in de gemeente ‘s-Gravenhage zou moeten zijn. Burgemeester en wethouders kunnen hiertoe bijvoorbeeld besluiten wanneer er in ’s-Gravenhage onvoldoende geschikte locaties beschikbaar zijn om zitting te houden. Zie ook paragraaf 6.4 van het algemeen deel van deze toelichting.

Q (Artikelen 17d en 17e)

In het voorgestelde artikel 17d is een voorziening getroffen om de stemopneming door een stembureau tussentijds te kunnen schorsen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 5.1 van het algemeen deel in deze toelichting. Vanwege de organisatorische consequenties van een schorsing, is bepaald dat de voorzitter van het stembureau alleen tot een schorsing op deze gronden kan overgaan als hij daarover overleg heeft gevoerd met de burgemeester en laatstgenoemde daar ook mee instemt. De voorzitter maakt zijn besluit bekend. De burgemeester zorgt er vervolgens voor dat het besluit van schorsing op algemene toegankelijke wijze wordt medegedeeld. Op de schorsing zelf zijn de bepalingen uit het Kiesbesluit alleen van toepassing voor zover die niet in artikel 17e zijn uitgesloten.

O en V (artikelen 17f, 23j en 23o)

Indien de burgemeester, het hoofdstembureau of het centraal stembureau bij de vaststelling of berekening bedoeld in het eerste lid gebruik maken van programmatuur, dient het digitale bestand dat hiermee is gegenereerd zo snel mogelijk elektronisch openbaar te worden gemaakt, zodat derden dit kunnen inzien.

S en T (Artikelen 21 en 22)

Na afloop van de stemming wordt de stembus aan de burgemeester overgedragen en bewaart het stembureau de verzegelde enveloppe met daarin de sleutel van de stembus en het proces-verbaal. Omdat een stembureau dat op de eerste of de tweede dag voor de dag van de stemming zitting houdt de stemopneming pas mag afronden op de dag van de stemming, wordt in het vierde lid bepaald dat deze stembureaus niet alleen de stembus maar ook de verzegelde enveloppe, waarin zich de sleutel van de stembus en het proces-verbaal bevinden, en de pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, aan de burgemeester overdragen. De stembescheiden worden in dat geval opgeslagen tot de stemopneming op de dag van stemming. Ook bijzondere en mobiele stembureaus waarvan de stemopneming voor 21.00 uur is geëindigd, dragen de stembus, de verzegelde enveloppe en de pakken aan de burgemeester over.

De burgemeester draagt er zorg voor dat alle bescheiden veilig worden opgeslagen en, op de dag van de stemming, tijdig worden overgebracht naar de plaats waar het stembureau de stemopneming zal hervatten. In veel gevallen is dit om 21.00 uur of zo spoedig mogelijk daarna. Artikel 22, derde lid, maakt het evenwel mogelijk dat een stembureau waar vervroegd kan worden gestemd op de dag van stemming reeds om 7.30 uur 's ochtends start met de stemopneming van de stemmen die zijn uitgebracht op de vervroegde stemdag. De uitslag van de telling mag niet bekend worden gemaakt voor 21.00 uur. Voor het vaststellen van dit tijdstip is aangesloten bij het tijdstip waarop briefstembureaus de stemopneming kunnen starten wanneer een vooropening heeft plaatsgevonden.

U (Artikel 23)

Deze grondslag om bij ministeriële regeling nadere voorschriften te kunnen vaststellen is geüniformeerd met andere in dit wetsvoorstel opgenomen grondslagen. Geregeld is dat bij ministeriële regeling nadere regels gesteld kunnen worden voor het in ontvangst nemen, het transport, de opslag en de overdracht van de stembus, de enveloppe en de in artikel N 2 van de Kieswet genoemde pakken.

V (Artikelen 23a en 23b)

De Kieswet geeft in paragraaf 2 van hoofdstuk N afwijkende regels voor de stemopneming door een stembureau dat als briefstembureau is aangewezen. In artikel 23a is tot uitdrukking gebracht dat die regels alleen van toepassing zijn op het stemmen per brief door kiesgerechtigden die daartoe op grond van artikel M 1 van de Kieswet bevoegd zijn (kiezers buiten Nederland). Voor de verwerking van retourenveloppen van kiezers die het op grond van dit wetsvoorstel is toegestaan om per brief te stemmen (kiezers binnen Nederland), gelden op grond van artikel 23b andere voorschriften voor de stemopneming, namelijk de voorschriften uit de voorgestelde artikelen 23c tot en met 23e.

V (Artikel 23c)

Een op grond van artikel 11a van deze wet aangewezen stembureau stelt het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten vast door het aantal geldige stempluspassen dat het heeft ontvangen te tellen.

V (Artikel 23d)

In aanvulling op wat de Kieswet voorschrijft, doet het stembureau dat belast is met de per brief uitgebrachte stemmen ook de retourenveloppen die het terzijde heeft geschoven in pakken. De leden twee tot en met vier regelen enkele afwijkingen van de reguliere procedure voor stemopneming uit de Kieswet, zoals de extra handeling om het aantal stembiljetten in de enveloppe te controleren en de mogelijkheid om een geldige stem uit te brengen met een andere kleur dan rood. Voor het overige verloopt de stemopneming zoals bij reguliere stembureaus.

V (Artikel 23f)

In artikel 23f is bepaald dat de hoofdstembureaus niet op de vrijdag na de dag van de stemming, maar de maandag na de dag van de stemming een openbare zitting houden waarin zij de uitkomst van de stemopnemingen in hun kieskring vaststellen. Omdat er op die dag nog briefstemmen van kiezers buiten Nederland kunnen binnenkomen, is bepaald dat het hoofdstembureau in kieskring 12 (’s-Gravenhage) een dag later zitting houdt.

V (Artikel 23i)

In deze bepaling is geregeld dat het proces-verbaal van het hoofdstembureau betreffende de zitting waarin de stemcijfers worden vastgesteld eerst door de voorzitter van het hoofdstembureau wordt ondertekend en daarna door de andere leden van het hoofdstembureau die fysiek aanwezig zijn bij de zitting. Indien een lid van het hoofdstembureau de openbare zitting in een digitale omgeving bijwoont, maakt hij daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar dat de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

V (Artikel 23k)

Omdat de termijn waarbinnen retourenveloppen van kiezers buiten Nederland ontvangen moeten zijn wordt verlengd – verwezen wordt naar het voorgestelde artikel 17a –, zal het centraal stembureau het proces-verbaal van hoofdstembureau 12 (’s-Gravenhage) vermoedelijk één dag later ontvangen dan de processen-verbaal van de andere hoofdstembureaus. De Kieswet schrijft voor dat het centraal stembureau onmiddellijk nadat het de processen-verbaal van alle hoofdstembureaus heeft ontvangen, overgaat tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling van de verkiezingsuitslag. Het voorgestelde artikel 23k maakt het mogelijk daar al eerder mee te beginnen. De mogelijkheden daartoe zijn beperkt, maar, voor zover het centraal stembureau daar mogelijkheden toe ziet, staat de Kieswet er niet aan in de weg. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan het bekijken van eventuele bezwaren die tijdens de zitting van de hoofdstembureaus zijn ingediend.

V (Artikel 23n)

In deze bepaling is geregeld dat het proces-verbaal van het centraal stembureau betreffende de zitting waarin de verkiezingsuitslag wordt vastgesteld eerst door de voorzitter van het centraal stembureau wordt ondertekend en daarna door de andere leden van het centraal bureau die fysiek aanwezig zijn bij de zitting. Indien een lid van het centraal stembureau de openbare zitting in een digitale omgeving bijwoont, maakt hij daarin door middel van een openbare wilsuitdrukking kenbaar dat de voorzitter het proces-verbaal namens hem mag ondertekenen.

W (Artikel 24)

Deze bepaling bepaalt dat de mogelijkheid om vervroegd te stemmen (geregeld in artikel 2g van wetsvoorstel) voor de drie openbare lichamen (Bonaire, Saba en Sint Eustatius) geen verplichting is maar een keuze van ieder openbaar lichaam afzonderlijk. Dit biedt de openbare lichamen de mogelijkheid om zelf af te wegen of zij stembureaus aanwijzen die op de eerste of de tweede dag voorafgaan aan de dag van de stemming zitting houden, mede afhankelijk van de op dat moment geldende lokale coronamaatregelen.

X (Artikel 26a)

Vindt er in een gemeente een experiment met centrale stemopneming plaats, dan heeft dit geen invloed op de stemopneming door de briefstembureaus waar de briefstemmen van kiezers binnen Nederland worden verwerkt. Zij voeren de stemopneming uit zoals in dit wetsvoorstel is voorgeschreven. Het enige verschil is dat, ingevolge het tweede lid, het proces-verbaal van het briefstembureau niet wordt overgebracht aan de burgemeester, maar aan het gemeentelijk stembureau. Het gemeentelijk stembureau heeft dit nodig om de uitkomsten op gemeentelijk niveau vast te kunnen stellen, zoals hem in artikel 38 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming is opgedragen. Daartoe kan het niet eerder overgaan, dan nadat het de processen-verbaal van alle briefstembureaus heeft ontvangen. Een vergelijkbare voorziening bestaat nu reeds in artikel 39 van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming ten behoeve van briefstembureaus waar de briefstemmen van kiezers buiten Nederland worden verwerkt.

Y (Artikel 28)

In artikel 28 wordt een tweede lid toegevoegd dat de gedragsregels die krachtens artikel 9 gelden voor kiezers van overeenkomstige toepassing verklaart op andere aanwezige personen bij een zitting van het gemeentelijk stembureau. De reden hiervoor is dat in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming expliciet is neergelegd dat bij een zitting van het gemeentelijk stembureau ook personen aanwezig (kunnen) zijn die geen kiezer zijn. De regels uit artikel 9 dienen ook voor deze personen te gelden.

Z (Artikel 28a)

Indien het gemeentelijk stembureau bij de vaststelling bedoeld in het eerste lid gebruik maakt van programmatuur, dient het digitale bestand dat hiermee is gegenereerd zo snel mogelijk elektronisch openbaar te worden gemaakt, zodat derden dit kunnen inzien.

AA (Artikel 30)

Dit onderdeel voorziet in de mogelijkheid om de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 te laten vervallen op een eerder moment dan 1 juli 2021 of een eerder moment dan het tijdstip waarop de wet na 1 juli 2021 zou vervallen. Zodra de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus niet meer nodig zijn, zal de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 zo snel mogelijk vervallen. Omdat een koninklijk besluit van deze strekking slechts een einde maakt aan de tijdelijke regels, is hiervoor – anders dan voor de mogelijkheid tot verlenging van de werkingsduur van de wet – geen voorhangprocedure voorzien.

Artikel II

Deze wet treedt een dag na plaatsing in het Staatsblad in werking. Hierbij wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (inwerkingtreding met ingang van 1 januari of 1 juli), alsmede van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden, gelet op het spoedkarakter van deze wet met het oog op de Tweede Kamerverkiezing op 17 maart 2021.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 35 165, nr. 26, p. 13; Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 6, p. 11.

X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 22.

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 11.

X Noot
4

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 16.

X Noot
6

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 11.

X Noot
7

Zie ook het advies van de VNG, de NVVB en het NGB over het wetsvoorstel, p. 3.

X Noot
8

Kamerstukken II 2007/08, 31 200-VII, nr. 5.

X Noot
9

Kamerstukken II 2007/08, 31 200-VII, nr. 26.

X Noot
10

15 februari 2021 is de laatste dag waarop de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak kan doen op een beroep tegen een beschikking over de geldigheid van de kandidatenlijst en de handhaving van kandidaten en aanduiding (artikel I 7 Kieswet).

X Noot
11

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 22, p. 5.

X Noot
12

Kamerstukken II 2019/20, 35489.

X Noot
13

Uiteraard blijft de bestaande bevoegdheid van het centraal stembureau en de Tweede Kamer bestaan om een hertelling te gelasten van de stemmen die in een of meer stembureaus zijn uitgebracht.

X Noot
14

Zie het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (Stb. 2013, 368).

X Noot
15

Zie ook de memorie van toelichting bij de Tijdelijke wet: Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 3, p. 10.

X Noot
16

Op grond van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Stb. 2020, 113).

X Noot
17

Daarvoor is aangesloten bij de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (zie vorige voetnoot).

X Noot
18

Zie art. J 8, derde lid (vervangende stempas) en art. K 3, tweede lid (kiezerspas), van de Kieswet.

X Noot
19

Brief aan de Tweede Kamer van 31 augustus jl., Kamerstuk II 2020/21, 35 420, nr. 104.

X Noot
20

Kamerstukken II 2018/19, 35 165, nr. 9, p. 6.

X Noot
21

Kamerstukken II 2017/18, 31 142, nr. 83, p. 7 e.v.

Naar boven