Wet van 8 april 2020 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het faciliteren van een gelijke kans op doorstroom naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Wet gelijke kans op doorstroom naar havo en vwo)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen aan het bevoegd gezag ten behoeve van een gelijke kans op doorstroom naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs voor leerlingen met een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de theoretische of gemengde leerweg en voor leerlingen met een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 27, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voorafgaand aan de eerste volzin, wordt een volzin ingevoegd, luidende: Het bevoegd gezag beslist over de toelating van leerlingen, met inachtneming van deze paragraaf.

2. In de derde volzin (nieuw) wordt «eerste volzin» vervangen door «tweede volzin».

B

Onder vernummering van artikel 27a tot artikel 27a1, wordt na artikel 27 een nieuw artikel 27a ingevoegd, luidende:

Artikel 27a. Doorstroom naar havo en vwo

  • 1. Het bevoegd gezag weigert een leerling niet de toelating tot het vijfde leerjaar van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs dan wel het vierde leerjaar van het hoger algemeen voortgezet onderwijs op grond van zijn oordeel over kennis, vaardigheden of leerhouding van de leerling, indien de leerling in het bezit is van een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs onderscheidenlijk een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de theoretische of gemengde leerweg.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, mag het bevoegd gezag de toelating weigeren indien de leerling niet voldoet aan voorwaarden die bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld met betrekking tot kennis, vaardigheden of leerhouding van de leerling.

C

In artikel 27c, tweede lid, onderdeel b, wordt «derde volzin» vervangen door «vierde volzin».

Ca

In artikel 121, eerste lid, wordt na «artikel 23a1, vierde lid,» ingevoegd «artikel 27, eerste lid, artikel 27a, tweede lid,».

D

Voor artikel 124 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 123e. Evaluatie doorstroom naar havo en vwo

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 8 april 2020 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het faciliteren van een gelijke kans op doorstroom naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Stb. 2020, 121) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 27a in de praktijk.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES

De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 64, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voorafgaand aan de eerste volzin, wordt een volzin ingevoegd, luidende: Het bevoegd gezag beslist over de toelating van leerlingen, met inachtneming van deze paragraaf.

2. In de derde volzin (nieuw) wordt «eerste volzin» vervangen door «tweede volzin».

B

Na artikel 64 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 64a. Doorstroom naar havo en vwo

  • 1. Het bevoegd gezag weigert een leerling niet de toelating tot het vijfde leerjaar van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs dan wel het vierde leerjaar van het hoger algemeen voortgezet onderwijs op grond van zijn oordeel over kennis, vaardigheden of leerhouding van de leerling, indien de leerling in het bezit is van een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs onderscheidenlijk een diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de theoretische of gemengde leerweg.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, mag het bevoegd gezag de toelating weigeren indien de leerling niet voldoet aan voorwaarden die bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld met betrekking tot kennis, vaardigheden of leerhouding van de leerling.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

C

Voor artikel 219 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 218e. Evaluatie doorstroom naar havo en vwo

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 8 april 2020 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het faciliteren van een gelijke kans op doorstroom naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Stb. 2020, 121) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 64a in de praktijk.

ARTIKEL IIa. SAMENLOOP

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 oktober 2019 ingediende voorstel van wet houdende regels over het voortgezet onderwijs (Wet voortgezet onderwijs 20xx) tot wet is of wordt verheven, wordt in artikel 13.1, eerste lid, van die wet na «artikel 7.46, eerste of tweede lid, » ingevoegd «artikel 8.15, achtste lid,».

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 8 april 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de vierentwintigste april 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 195

Naar boven