Rijkswet van 6 maart 2020 tot wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Paspoortwet te wijzigen in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek middel en de uitbreiding van het basisregister reisdocumenten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:

0A

Voor artikel 1 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 1. Definities en reikwijdte

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

2. Onder verlettering van de onderdelen j tot en met o tot k tot en met p wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

j. definitief aan het verkeer onttrekken:

het deugdelijk vernietigen, dan wel het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar maken en aan de houder teruggeven van het reisdocument.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p (nieuw) door een puntkomma worden vier onderdelen toegevoegd, luidende:

q. burgerservicenummer:

het nummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

r. publiek identificatiemiddel:

een van rijkswege uitgegeven en aan een natuurlijk persoon verstrekt elektronisch middel dat persoonsidentificatiegegevens bevat en wordt gebruikt voor de authenticatie van een natuurlijke persoon die toegang wenst tot elektronische dienstverlening;

s. elektronische dienstverlening:

verlening van elektronische diensten aan natuurlijke personen, ondernemingen of rechtspersonen ter uitoefening van een publieke taak, in het algemeen belang of waarbij het burgerservicenummer wordt verwerkt, door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of een bij of krachtens de Wet digitale overheid aangewezen organisatie, waarvoor authenticatie op betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog als bedoeld in de Wet digitale overheid is vereist;

t. tot signalering bevoegd orgaan:

een autoriteit of orgaan als bedoeld in een van de artikelen 18 tot en met 24 van deze wet.

Aa

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «nooddocument;» vervangen door «nooddocument: laissez-passer of noodpaspoort;»

2. In het eerste lid, onderdeel g, wordt «door Onze Minister vast te stellen.» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen.»

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt van de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten de geldigheidsduur en het model vastgesteld. Van de in het eerste lid bedoelde reisdocumenten wordt bij algemene maatregel van rijksbestuur tevens de territoriale geldigheid vastgesteld.

4. Na het derde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister draagt zorg voor de in het eerste en tweede lid bedoelde documenten.

  • 5. Elk reisdocument blijft na uitreiking rijkseigendom. Onze Minister oefent het eigendomsrecht uit.

Ab

Na artikel 2 wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 2. Gegevens ten behoeve van reisdocumenten

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de tweede zin te luiden:

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kan worden bepaald in welke gevallen wordt afgezien van vermelding van respectievelijk geboorteplaats, woonplaats, adres en lengte.

2. In het derde lid wordt «Bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur».

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. In bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen gevallen wordt in een reisdocument het burgerservicenummer van de houder vermeld.

4. Het achtste lid komt te luiden:

  • 8. De tot uitreiking bevoegde autoriteiten voeren een reisdocumentenadministratie ten behoeve van de aanvraag, verstrekking en uitreiking van reisdocumenten. De administratie bevat de gegevens bedoeld in het eerste, tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, alsmede andere gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd. De administratie is zowel op naam als op documentnummer toegankelijk. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld met betrekking tot de verwerking van gegevens in de administratie.

C

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. Bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen documenten als bedoeld in artikel 2 worden aangewezen waar het publiek identificatiemiddel op wordt geplaatst.

  • 2. Het publiek identificatiemiddel dat krachtens het eerste lid op het document is geplaatst, bevat de bij algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen gegevens.

  • 3. Gebruik van het publiek identificatiemiddel is alleen mogelijk indien de houder van het document beschikt over een burgerservicenummer.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld omtrent de technische en organisatorische inrichting van de voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging en het kunnen gebruiken van het publiek identificatiemiddel en de daarmee samenhangende verwerking van gegevens.

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld omtrent de kosten die ten laste worden gebracht voor vervaardiging en verstrekking van een publiek identificatiemiddel en voor de handelingen die door Onze Minister worden verricht voor het gebruik kunnen maken van dit middel.

Ca

Artikel 4 vervalt.

Cb

In artikel 4a, eerste lid, wordt «basisregister reisdocumenten» vervangen door «register vermiste of vervallen reisdocumenten».

Cc

De artikelen 4a en 4b vervallen.

D

Na artikel 4b wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3. Het basisregister reisdocumenten

Artikel 4c
  • 1. Er is een basisregister reisdocumenten. Onze Minister is verantwoordelijk voor de gegevensverwerkingen in dit register.

  • 2. Het basisregister reisdocumenten heeft tot doel de autoriteiten, instellingen en personen bedoeld in artikel 4e te voorzien van de in het basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taken en werkzaamheden bedoeld in dat artikel. Het basisregister reisdocumenten heeft mede tot doel om organen en instellingen te voorzien van de in het register opgenomen gegevens in overige bij algemene maatregel van rijkbestuur aan te wijzen gevallen.

  • 3. Onze Minister stelt regels over het beheer, de beveiliging en de betrouwbaarheid van het register.

Artikel 4d
  • 1. In het basisregister reisdocumenten worden uitsluitend de volgende gegevens opgenomen:

    • a. gegevens als bedoeld in artikel 3, eerste, vierde, vijfde, zesde en zevende lid;

    • b. gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd, niet zijnde de gezichtsopname, handtekening dan wel vingerafdruk van de aanvrager, en gegevens die betrekking hebben op de status van een reisdocument, alsmede de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt en de datum waarop de gegevens zijn verstrekt;

    • c. gegevens met betrekking tot de status van het reisdocument als publiek identificatiemiddel.

  • 2. De autoriteiten, belast met de uitvoering van deze wet, en de bestuursorganen en aangewezen organisaties bedoeld in de Wet digitale overheid verstrekken de in het basisregister reisdocumenten op te nemen gegevens aan Onze Minister.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen andere organen, instellingen en personen voor verstrekking worden aangewezen die bij de uitoefening van hun wettelijke taak over gegevens komen te beschikken die van belang zijn voor de bijhouding van het basisregister reisdocumenten.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden nadere regels gesteld omtrent de gegevensverwerking in het basisregister reisdocumenten, alsmede de bewaartermijn, de verwijdering en de vernietiging van de in het basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens.

Artikel 4e
  • 1. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen worden verstrekt ten behoeve van de volgende taken of werkzaamheden aan de daarmee belaste organen en instellingen:

    • a. voor het in ontvangst nemen van aanvragen en het uitreiken, verstrekken, weigeren, wijzigen, vervallen verklaren, inhouden, dan wel definitief aan het verkeer onttrekken van documenten als bedoeld in artikel 2 van deze wet: de autoriteiten die belast zijn met deze taken;

    • b. voor het uitvoeren van artikel 25 van deze wet: Onze Minister, de Gouverneurs en de tot signalering bevoegde organen;

    • c. voor het laten functioneren van de voorzieningen ten behoeve van elektronisch berichtenverkeer, elektronische informatieverschaffing en elektronische authenticatie: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • d. ter voorkoming en bestrijding van misbruik van of fraude met reisdocumenten: de organen, instellingen en personen met een wettelijke verplichting of een gerechtvaardigd belang daartoe;

    • e. voor de taken in het belang van de nationale veiligheid: de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;

    • f. voor opsporing of voor toezicht op naleving van wettelijke voorschriften: organen en personen met een publiekrechtelijke opsporingstaak, onderscheidenlijk met een toezichthoudende taak;

    • g. ter identificatie van slachtoffers als gevolg van rampen of strafbare feiten: organen en personen die op grond van een wettelijk voorschrift zijn belast met deze taak;

    • h. ter uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

    • i. ter uitvoerlegging van strafvonnissen: Onze Minister die het aangaat.

  • 2. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen ook worden verstrekt ten behoeve van aanvullende bij algemene maatregel van rijksbestuur aan te wijzen gevallen.

  • 3. Ten aanzien van de verstrekkingen bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van dit artikel wordt bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur bepaald welke gegevens worden verstrekt en op welke wijze deze verstrekkingen plaatsvinden.

  • 4. Alle overige verstrekkingen uit het basisregister reisdocumenten vinden plaats op grond van een besluit van Onze Minister naar aanleiding van een daartoe in te dienen aanvraag. In dit besluit wordt bepaald welke gegevens worden verstrekt en de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt. Van dit besluit wordt mededeling gedaan op een voor eenieder kenbare wijze.

Da

Na artikel 4e wordt een paragraafaanduiding ingevoegd, luidende:

§ 4. Overige algemene bepalingen

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt telkens «Bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur».

2. In het derde lid wordt «de burger» vervangen door «de aanvrager» en wordt «een in die algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen bedrag» vervangen door «een in of krachtens die algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen bedrag».

3. In het zesde lid wordt «bij algemene maatregel van rijksbestuur» telkens vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur» en wordt «gemeentelijke verordening of eilandsraadsverordening» vervangen door «bij gemeentelijke verordening of bij eilandsraadsverordening».

Ea0

Voor artikel 16 wordt de paragraafaanduiding van paragraaf 3 «§ 3. Andere reisdocumenten» vervangen door «§ 3. Nooddocumenten en andere reisdocumenten».

Ea

Artikel 16, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Ten aanzien van elke categorie van reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder g, wordt bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur bepaald aan wie en onder welke voorwaarden deze documenten kunnen worden verstrekt.

F

Artikel 16a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Iedere Nederlander die in de basisregistratie personen is ingeschreven of die woonachtig is buiten het Koninkrijk heeft, binnen de grenzen bij deze wet bepaald, recht op een Nederlandse identiteitskaart, geldig voor tien jaren.

G

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

  • 1. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen zijn:

    • a. in het Europese deel van Nederland: de burgemeester, voor zover het personen betreft die als ingezetene in de basisregistratie personen zijn ingeschreven met een adres in zijn gemeente;

    • b. in Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;

    • c. in een openbaar lichaam: de gezaghebber, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van het openbaar lichaam zijn opgenomen, en in bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen gevallen;

    • d. in het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken, voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

    • e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.

  • 2. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor diplomatieke paspoorten en voor dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

  • 3. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, zijn:

    • a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;

    • b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

    • c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

  • 4. Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor Nederlandse identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.

H

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27

  • 1. Een reisdocument kan slechts worden verstrekt, nadat een aanvraag is ingediend bij een in artikel 26 bedoelde autoriteit.

  • 2. Een aanvraag ingediend bij een in artikel 26 bedoelde autoriteit in een openbaar lichaam, Aruba, Curaçao of Sint Maarten wordt slechts in behandeling genomen als is voldaan aan het in of krachtens dit hoofdstuk bepaalde. De aanvrager wordt van het niet in behandeling nemen van de aanvraag terstond op de hoogte gesteld.

I

In artikel 28 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over de gegevens die in de aanvraag worden opgenomen en de wijze waarop dit gebeurt, over de door de betrokkene in het kader van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten over te leggen bescheiden en de beoordeling daarvan, alsmede over de beveiliging van dit proces.

J

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. in bijzondere gevallen: de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten en de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Bevoegd tot het verstrekken van diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten is Onze Minister van Buitenlandse Zaken en in bijzondere gevallen de bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Bevoegd tot het verstrekken van reisdocumenten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f en g, zijn:

    • a. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten: de Gouverneur en de door hem na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten;

    • b. In het buitenland: Onze Minister van Buitenlandse Zaken voor zover het personen betreft die zich buiten het Koninkrijk bevinden;

    • c. In overige gevallen: De bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur daartoe aangewezen autoriteiten.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bevoegd tot verstrekken van Nederlandse identiteitskaarten en vervangende Nederlandse identiteitskaarten zijn de daartoe bij of krachtens het eerste lid onder a, c, d en e aangewezen autoriteiten.

Ja

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «De krachtens artikel 40 bevoegde autoriteiten» vervangen door «De in artikel 40 bedoelde autoriteiten».

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien van de verstrekking van reisdocumenten.

Jaa

Aan artikel 42 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen van of de procedures ten aanzien van de uitreiking van reisdocumenten.

Jb

In artikel 43 wordt «volgens bij regeling van Onze Minister te stellen regels,» vervangen door «volgens bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen regels,» en wordt «bevoegd tot wijziging als bedoeld in artikel 1, onder g.» vervangen door «bevoegd tot wijziging van reisdocumenten.».

K

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «zijn de autoriteiten die ingevolge artikel 40 bevoegd zijn tot verstrekking daarvan.» vervangen door «zijn de autoriteiten bedoeld in artikel 40.»

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De tot weigering of vervallenverklaring bevoegde autoriteit die een aanvraag in behandeling neemt betreffende een persoon ten aanzien van wie een mededeling als bedoeld in artikel 25, vierde lid, is gedaan, of die een ingevolge artikel 52 of 53 ingehouden reisdocument heeft ontvangen, overtuigt zich er terstond van of de gronden tot weigering of vervallenverklaring ten aanzien van betrokkene nog bestaan.

Ka

Na artikel 46a wordt in Hoofdstuk VI een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 46b

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de termijnen of de procedures ten aanzien van de weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten.

Kb

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot en met vierde lid tot tweede tot en met derde lid.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het derde lid,» vervangen door «bedoeld in het tweede lid,».

3. Na het derde lid (nieuw) wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de vermelding bedoeld in het tweede lid, alsmede over de verwijdering daarvan.

Kc

Na artikel 50 wordt in Hoofdstuk VII een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 50a

Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van het vervallen van rechtswege van reisdocumenten van handelingsonbekwamen.

Kd

In hoofdstuk VIII wordt voor artikel 51 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 50b

Bevoegd tot het inhouden van reisdocumenten zijn:

  • a. de autoriteiten, die bevoegd zijn tot het in ontvangst nemen van een aanvraag voor reisdocumenten;

  • b. de autoriteiten belast met de grensbewaking, de politie en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen;

  • c. de autoriteiten, bedoeld in de artikelen 18 en 19, in de situatie bedoeld in artikel 52.

Ke

Het tweede tot en met vierde lid van artikel 54 worden vervangen door

  • «2. De houder van een reisdocument dat van rechtswege is vervallen ingevolge het bepaalde in artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, h of i, wordt hiervan op het moment van de inhouding in kennis gesteld door de tot inhouding van het reisdocument bevoegde autoriteit.

  • 3. De daartoe bevoegde autoriteit onttrekt het ingehouden reisdocument definitief aan het verkeer, tenzij nog een beroepstermijn openstaat, een beroepsprocedure aanhangig is of het reisdocument anderszins in een gerechtelijke procedure nodig is.

  • 4. Indien de autoriteit die het reisdocument heeft ingehouden, niet bevoegd is tot definitieve onttrekking van reisdocumenten aan het verkeer, zendt hij het ingehouden reisdocument onverwijld aan een daartoe wel bevoegde autoriteit. De houder wordt hiervan terstond in kennis gesteld.

  • 5. Indien het van rechtswege vervallen reisdocument is ingehouden naar aanleiding van een mededeling van Onze Minister als bedoeld in artikel 25, vierde lid, wordt Onze Minister van de inhouding onverwijld in kennis gesteld.

  • 6. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedures ten aanzien van de inhouding van reisdocumenten.»

Kf

Artikel 55 vervalt.

Kg

Artikel 57 komt te luiden:

Artikel 57

Bevoegd tot het definitief aan het verkeer onttrekken van reisdocumenten zijn de autoriteiten die bevoegd zijn tot verstrekking, weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over de gronden voor en de wijze van het onttrekken aan het verkeer.

L

Artikel 59 komt te luiden:

Artikel 59

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het aanvraag- en uitgifteproces en over verwerking van gegevens in het kader daarvan.

  • 2. Onze Minister kan regels vaststellen voor de nadere uitwerking van de procedures betreffende het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten, alsmede over de technische uitwerking en de beveiliging van dit proces.

M

De artikelen 65, 65a en 66 vervallen.

ARTIKEL II

De Rijkswet van 11 juni 2009 tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint-Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 6 maart 2020

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Uitgegeven de eenendertigste maart 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 047 (R2108)

Naar boven