Besluit van 22 december 2016 tot wijziging van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met de aan de gerechtsdeurwaarder opgedragen handelingen op grond van de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 25 november 2016, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2019852;

Gelet op artikel 11 van de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen en artikel 2, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 december 2016, nr. W03.16.0393/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 19 december 2016, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2028110;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel w door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • x. een informatieverzoek als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen: € 80,00.

3. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid, onderdelen d en i, is van overeenkomstige toepassing op de vergoeding voor de tenuitvoerlegging van een Europees bevel tot conservatoir beslag, bedoeld in artikel 11 van de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 18 januari 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 22 december 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de dertigste december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Aanleiding

Op 15 mei 2014 is Verordening (EU) Nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken (PbEU 2014, L 189) (hierna te noemen: de verordening) aangenomen. De verordening is in werking getreden op 17 juli 2014 en is per 18 januari 2017 van toepassing. Ter uitvoering van de verordening dient de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (hierna: de Uitvoeringswet).1

In artikel 5, eerste lid, van de Uitvoeringswet is bepaald dat de gerechtsdeurwaarder wordt aangewezen als de informatie-instantie, als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de verordening. Dit betekent dat gerechtsdeurwaarders op grond van de wet bevoegd zijn om, overeenkomstig artikel 14 van de verordening, de nodige informatie over de rekening of rekeningen van de schuldenaar te verkrijgen. In verband met deze bevoegdheid wordt een nieuwe ambtshandeling, met bijbehorend tarief, toegevoegd aan artikel 2 van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Artikel 11 van de Uitvoeringswet bepaalt dat de vergoeding, als bedoeld in artikel 44 van de verordening, die door de gerechtsdeurwaarder in rekening wordt gebracht voor de tenuitvoerlegging van een Europees bevel tot conservatoir beslag of voor de verstrekking van rekeninginformatie als bedoeld in artikel 14 van de verordening, wordt vastgesteld overeenkomstig het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet worden de ambtshandelingen waarmee de gerechtsdeurwaarder (in het bijzonder) is belast, bij algemene maatregel van bestuur omschreven. Met dit besluit wordt aan het bovengenoemde voorschrift uitvoering gegeven.

2. Inhoud van de regeling

Op grond van artikel 5 van de Uitvoeringswet is de gerechtsdeurwaarder bevoegd tot het inwinnen van rekeninginformatie als bedoeld in artikel 14 van de verordening. Op grond van artikel 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet is een taak waarmee een gerechtsdeurwaarder, al dan niet bij uitsluiting van ieder ander, bij of krachtens de wet wordt belast een ambtshandeling en moet deze handeling bij algemene maatregel van bestuur worden omschreven. Dit wordt gedaan in het nieuwe eerste lid van artikel 2, onderdeel x, van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en tevens wordt daar het tarief voor deze ambtshandeling vastgesteld. Op basis van informatie van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) wordt een bedrag van € 80,– passend geacht voor de voor de door de gerechtsdeurwaarder als informatie-instantie te verrichten werkzaamheden.

Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Uitvoeringswet is de gerechtsdeurwaarder de bevoegde instantie voor de tenuitvoerlegging van het Europees beslagbevel. Onverminderd de Verordening, geschiedt de tenuitvoerlegging overeenkomstig de Vierde afdeling van de Vierde titel van het Derde boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de tenuitvoerlegging zal de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal moeten opmaken houdende relaas van conservatoir derdenbeslag (art. 718 jo. 475 Rv). Vervolgens zal hij het proces-verbaal van conservatoir beslag onder een derde (art. 720 jo. 475d Rv) moeten betekenen. Het gaat hierbij om ambtshandelingen waartoe de gerechtsdeurwaarder op dit moment reeds bevoegd is en waarvoor in het huidige artikel 2 tarieven zijn vastgesteld in onderdeel d en onderdeel i. Op grond van artikel 44 van de Verordening is de vergoeding die wordt vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van een Europees beslagbevel niet hoger dan welke in verband met een gelijkwaardig nationaal bevel wordt berekend. Doordat het voorgestelde artikel 2, tweede lid, het eerste lid, onderdeel d en onderdeel i van overeenkomstige toepassing verklaart op de vergoeding voor de tenuitvoerlegging van een Europees bevel tot conservatoir beslag, zullen voor een Europees beslagbevel dezelfde kosten worden gerekend als voor een nationaal conservatoir beslag.

De inwerkingtreding van dit besluit volgt, vanwege haar inhoud, de inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen. Deze is vastgesteld op 18 januari 2017.2

3. Financiële gevolgen

De tarieven voor ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders betreffen vaste tarieven die de schuldenaar aan zijn schuldeiser moet betalen. De kosten van het opvragen van informatie bij de banken zal de gerechtsdeurwaarder in rekening brengen aan de schuldeiser, aangezien deze het verzoek om rekeninginformatie heeft gedaan. Het vastleggen van de vergoeding voor het opvragen van rekeninginformatie zorgt ervoor dat de schuldeiser niet met onverwachte kosten zal worden geconfronteerd. Het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarder bindt de gerechtsdeurwaarder in principe niet tegenover de schuldeiser. In het grensoverschrijdende rechtsverkeer waarin de verordening voorziet, kan dat lastig zijn. Dat de gerechtsdeurwaarder een vergoeding kan rekenen, volgt uit artikel 44 van de Verordening. Uitgangspunt is daarom – op grond van de Uitvoeringswet – dat voor ambtshandelingen in het kader van de uitvoering van de Verordening de in artikel 2 van Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarder opgenomen bedragen gelden als dwingend voorgeschreven tarief voor de vergoeding die de gerechtsdeurwaarder aan de schuldeiser in rekening mag brengen.

Op grond van de artikelen 9 en 10 van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarder mag de gerechtsdeurwaarder zijn kosten verhogen met gedane verschotten en omzetbelasting.

Dit besluit heeft geen zelfstandige financiële gevolgen.

4. Consultatie

Een concept van dit besluit is ter consultatie voorgelegd aan de KBvG.

De KBvG heeft aangegeven dat de onderhandelingen over een convenant met de banken nog niet zijn afgerond en dat het streven daarbij is te komen tot een vorm van gedigitaliseerde en geautomatiseerde uitwisseling van informatie. Een, volgens de KBvG, voor de gerechtsdeurwaarders noodzakelijke voorwaarde is dat de gerechtsdeurwaarder bij de uitvoering van een informatieverzoek op grond van artikel 14 van de Verordening, de verzochte informatie bij alle banken tegelijk kan opvragen. Als dit de praktijk blijkt te worden, acht de KBvG een bedrag van € 80,– redelijk.

Vooralsnog is het uitgangspunt dat het informatieverzoek in de nabije toekomst langs geautomatiseerde weg zal kunnen worden gedaan.

Ook is het concept op www.internetconsultatie.nl geplaatst. De internetcconsultatie heeft geen opmerkingen over dit onderwerp opgeleverd.

5. Administratieve lasten

De verwachte regeldruk en andere lasten zijn toegelicht bij het voorstel voor de Uitvoeringswet.3 Aan dit besluit zijn geen zelfstandige bedrijfseffecten, administratieve lasten of andere nalevingskosten voor het bedrijfsleven of voor burgers verbonden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Stb. 2016, 440.

X Noot
2

Stb. 2016, 441.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2015/16, 34 462, p. 9–10.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven