Besluit van 25 oktober 2012 tot inwerkingtreding van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 24 oktober 2012, nr. BZ/2012/612M;

Gelet op artikel 10 van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies, met uitzondering van artikel 7, tweede lid, treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 oktober 2012

Beatrix

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

Uitgegeven de eenendertigste oktober 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies met ingang van 1 januari 2013. Daarbij is een uitzondering gemaakt voor artikel 7, tweede lid. Gebleken is dat de inwerkingtreding van dat lid tot gevolg zou hebben dat vanaf de inwerkingtreding van de wijzigingen, voorgesteld in het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht (Kamerstukken 32 450), in eerste en enige aanleg beroep zou openstaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) tegen een besluit tot oplegging van een bestuurlijke boete, voor zover de boete is opgelegd ter zake van het niet voldoen aan een bijzondere meldingsplicht die is verbonden aan een krachtens de Kaderwet EZ-subsidies verstrekte subsidie. Zoals volgt uit het eerste lid van artikel 7 en ook blijkt uit de toelichting bij dat artikel, dient tegen een dergelijk besluit beroep in twee instanties open te staan: beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij het CBB. Om toch de bedoeling van het tweede lid van artikel 7 tot haar recht te laten komen, zal een daartoe strekkende bepaling worden toegevoegd aan een al in voorbereiding zijnd wetsvoorstel tot herstel van wetstechnische gebreken in de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Veegwet aanpassing bestuursprocesrecht). Daarbij zal dan tevens worden voorzien in het laten vervallen van het tweede lid van artikel 7 van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies.

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

Naar boven