Wet van 15 september 2011 tot wijziging van de begrotingsstaat van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de incidentele suppletoire begrotingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2011, vastgesteld bij de wet van 28 januari 2011, Stb. 94;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2011 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de in de artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

  • 1. Voor het jaar 2011 geldt dat in afwijking van artikel 19a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verantwoordelijk is voor het beheer van de begroting van Jeugd en Gezin.

  • 2. In afwijking van artikel 51, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt met betrekking tot de begroting van Jeugd en Gezin over het jaar 2011 door Onze betrokken Minister geen jaarverslag en geen saldibalans opgemaakt.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 2 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 2 januari, dan treedt zij inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 2 januari van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 15 september 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mede namens

de Minister van Veiligheid en Justitie

en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Uitgegeven de vierde november 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Wijziging van de begrotingsstaat van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2011 (Incidentele suppletoire begroting samenhangende met de departementale herindeling)

Suppletoire begrotingsstaat (incidentele suppletoire begroting) behorende bij de Wet van 15 september 2011, Stb. 493

Begroting 2011

Begroting van Jeugd en Gezin (XVII)

Bedragen x € 1 000

   

(1)

(2)

(3=1+2)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) ISB1 2011

Stand ISB 2011

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

6 419 459

6 780 152

169 815

– 641 9459

– 678 0152

– 169 815

0

0

0

                     
 

Beleidsartikelen

6 415 221

6 775 914

169 815

– 641 5221

– 677 5914

– 169 815

0

0

0

1

Gezin en Inkomen

4 514 228

4 514 228

161 272

– 451 4228

– 451 4228

– 161 272

0

0

0

2

Gezond opgroeien

46 254

400 801

1 545

– 46 254

– 400 801

– 1 545

0

0

0

3

Zorg en bescherming

1 854 739

1 860 885

6 998

– 185 4739

– 186 0885

– 6 998

0

0

0

                     
 

Niet-beleidsartikelen

4 238

4 238

0

– 4 238

– 4 238

0

0

0

0

98

Algemeen

308

308

0

– 308

– 308

0

0

0

0

99

Nominaal en onvoorzien

3 930

3 930

0

– 3 930

– 3 930

0

0

0

0

X Noot
1

ISB = Incidentele suppletoire begroting


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 609 XVII

Naar boven