Wet van 2 december 2010 tot aanpassing van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken ter implementatie van richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PbEU L 319/59)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet beheer rijkswaterstaatswerken te wijzigen ter implementatie van richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PbEU L 319/59);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet beheer rijkswaterstaatswerken wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor de huidige artikelen wordt een hoofdstuktitel ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 1. BEHEER VAN WATERSTAATSWERKEN

B

Na artikel 11 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2. VERKEERSVEILIGHEID VAN WATERSTAATSWERKEN

Artikel 11a

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

verkeersveiligheidseffectbeoordeling:

een strategische vergelijkende beoordeling van het effect dat een nieuwe weg of een grondige wijziging van het bestaande wegennet hebben op het verkeersveiligheidsniveau van het wegennet;

verkeersveiligheidsaudit:

een onafhankelijke, gedetailleerde, systematische en technische verkeersveiligheidscontrole van de ontwerpkenmerken van een infrastructuurproject, in alle fasen van het project, van planning tot eerste gebruik;

verkeersveiligheidsinspectie:

een gewone periodieke beoordeling van de kenmerken en gebreken van wegen, waarvoor onderhoudswerkzaamheden nodig zijn met het oog op de verkeersveiligheid;

infrastructuurproject:

een project voor de bouw van nieuwe weginfrastructuur of voor de grondige wijziging van het bestaande wegennet met gevolgen voor de hoeveelheid verkeersstroom.

Artikel 11b
  • 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op wegen in beheer bij het Rijk die deel uitmaken van het wegennet beschreven in deel 2 van bijlage I bij Beschikking nr. 1692/96/EG.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is dit hoofdstuk niet van toepassing op:

    • a. tunnels als bedoeld in richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake de minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEG L 167/39);

    • b. projecten als bedoeld in artikel 2 van de Spoedwet wegverbreding en de bijlage bij de Tracéwet, en

    • c. projecten waarvoor op 19 december 2010 een aanvangsbeslissing als bedoeld in artikel 2 van de Tracéwet is vastgesteld.

Artikel 11c
  • 1. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat voert in een bij ministeriële regeling aan te wijzen fase van de voorbereiding van een infrastructuurproject:

    • a. een verkeersveiligheidseffectbeoordeling uit, en

    • b. verkeersveiligheidsaudits uit, waarvan de bevindingen in een verslag worden vastgelegd.

  • 2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de inhoud van een verkeersveiligheidseffectbeoordeling of verkeersveiligheidsaudit, waartoe in elk geval kunnen behoren:

    • a. elementen waaraan wordt gestreefd aandacht te besteden;

    • b. de inhoud van een verslag van een verkeersveiligheidsaudit, en

    • c. vakbekwaamheid van personen die een verkeersveiligheidsaudit uitvoeren, erkenning van instellingen voor afgifte van vakbekwaamheidscertificaten aan die personen, en erkenning van certificaten die zijn afgegeven voor 19 december 2010 of in andere landen.

Artikel 11d
  • 1. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat beoordeelt ten minste om de drie jaar de classificatie van weggedeelten met een hoog aantal ongevallen en van de verkeersveiligheid van het wegennet in het kader van de beoordelingen van de exploitatie van het wegennet.

  • 2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld, waartoe in elk geval kunnen behoren:

    • a. criteria waarvan wordt gestreefd die te beoordelen;

    • b. de wijze van inspecteren van die weggedeelten, en

    • c. wijze van afweging ten aanzien van verbetermaatregelen.

Artikel 11e

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat voert op bij ministeriële regeling aangegeven wijze verkeersveiligheidsinspecties uit van in gebruik zijnde wegen teneinde de veiligheidskenmerken van de wegen te identificeren en ongevallen te voorkomen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 19 december 2010, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 19 december 2010.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 2 december 2010

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 413

Naar boven