Wet van 30 september 2010 tot wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010 en vastgesteld bij de wet van 28 januari 2010, Stb. 2010, 126;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 juni, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 30 september 2010

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de veertiende december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Departementale begrotingsstaat (Voorjaarsnota) behorende bij de Wet van 30 september 2010, Stb. 804

Begroting 2010

Ministerie van Economische Zaken (XIII)

Bedragen in € 1000

 

(1)  

(2)  

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting

 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

2 959 881

5 798 746

 

331 491

– 928 100

        
 

Beleidsartikelen

 

2 846 110

5 795 818

 

327 819

– 932 598

1.

Goed functionerende economie en markten in

      
 

Nederland en Europa

88 584

88 418

45 804

489

489

4 800

2.

Een sterk innovatievermogen

634 158

776 310

193 205

282 529

102 735

35 185

3.

Een concurrerend ondernemingsklimaat

2 635 637

401 306

136 887

1 117 726

95 423

95 817

4.

Doelmatige en duurzame energiehuishouding

353 411

1 181 313

5 379 172

9 332 812

105 803

– 1 068 800

5.

Internationale economische betrekkingen

135 553

124 577

12 707

13 336

13 342

400

8.

Economische analyses en prognoses

13 506

13 506

1 643

41

41

 

9.

Voorzien in maatschappelijke behoefte aan

      
 

statistieken

189 129

189 129

 

1 316

1 316

 

10.

Elektronische communicatie en post

69 372

71 551

26 400

11 605

8 670

 
        
 

Niet-beleidsartikelen

 

113 771

2 928

 

3 672

4 498

21.

Algemeen

102 923

101 673

2 300

2 840

2 911

4 498

22.

Nominaal en onvoorzien

12 414

11 113

 

– 5 477

761

 

23.

Afwikkeling oude verplichtingen

985

985

628

   

XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 395 XIII

Naar boven