Wet van 21 februari 2009 tot vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2009 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

In afwijking van artikel 1, eerste lid, onder e, juncto tweede en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt de begroting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, voor het jaar 2009 gesplitst in een begroting van de Staten-Generaal en een begroting van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba en worden de begrotingsstaten met betrekking tot deze twee begrotingen elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 21 februari 2009

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Uitgegeven de zestiende april 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2009

Begrotingsstaat inzake de Staten-Generaal behorende bij de Wet van 21 februari 2009,Stb. 176

Begroting 2009

  

(1)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

133 588

2 454

     

1

Wetgeving en controle Eerste Kamer

10 358

10 358

79

2

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement

32 432

32 432

286

3

Wetgeving en controle Tweede Kamer

89 325

89 325

2 066

4

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1 473

1 473

23

10

Nominaal en onvoorzien

0

0

0

Mij bekend,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 700 IIA

Naar boven