CVIII Rol van de overheid bij digitale dataverwerking en -uitwisseling II; privacy en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

O VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG|

Vastgesteld 10 maart 2015

In hun gecombineerde vergadering van 20 januari 2015 hebben de vaste commissies I&A/JBZ1, V&J2, BZK/AZ3, EZ4 en BDO5 kennisgenomen van de brief6 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2014, waarin hij, mede namens zijn ambtgenoot van Defensie, reageert op de aangenomen motie-De Vries (PvdA) c.s. aangaande het verzoek aan de regering om waarborgen te creëren inzake de afweging van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om geconstateerde kwetsbaarheden op internet al dan niet openbaar te maken en om de Kamer over de aard van deze waarborgen in te lichten (EK CVIII, G). De commissies, met uitzondering van de leden van de PVV-fractie, hebben naar aanleiding hiervan de Minister op 29 januari 2015 een brief gestuurd.

De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie hebben op 6 maart 2015 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 29 januari 2015

In hun gecombineerde vergadering van 20 januari 2015 hebben de vaste commissies I&A/JBZ, V&J, BZK/AZ, EZ en BDO kennisgenomen van uw brief7 van 16 december 2014, waarin u, mede namens uw ambtgenoot van Defensie, reageert op de aangenomen motie-De Vries (PvdA) c.s. aangaande het verzoek aan de regering om waarborgen te creëren inzake de afweging van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om geconstateerde kwetsbaarheden op internet al dan niet openbaar te maken en om de Kamer over de aard van deze waarborgen in te lichten (EK CVIII, G). De commissies, met uitzondering van de leden van de PVV-fractie, hebben naar aanleiding van deze brief een aantal vragen en opmerkingen.

Hoewel de commissies hebben geconstateerd dat de opgesomde waarborgen dwingend en ongeclausuleerd geformuleerd zijn, rest bij hen niettemin ook na lezing van de brief de vraag of het publieke belang om de kwetsbaarheden op internet te kennen en te verhelpen voldoende is geborgd. Zo wordt het aan de diensten overgelaten om de belangendragers te informeren over een geconstateerde kwetsbaarheid, terwijl de diensten er belang bij kunnen hebben om van zo'n kwetsbaarheid gebruik te blijven maken. De commissies menen derhalve dat de afweging van deze belangen niet alleen door de diensten zelf gemaakt zou moeten worden. Zou het volgens u niet de voorkeur hebben als de diensten in dit verband handelen op basis van een vooraf vastgestelde procedure en geobjectiveerde criteria die niet door henzelf zijn opgesteld?

Zo nee, hoe is dan volgens u het belang van de burgers in de huidige constructie voldoende geborgd? Is de CTIVD wel voldoende toegerust om toezicht te houden, nu in dit verband óók toetsing vooraf op zijn plaats is?

Ten slotte nog een vraag over de reikwijdte van het informeren: in uw brief spreekt u van het informeren door de diensten van «belangendragers». Zien de commissies het goed dat u doelt op de gebruikers van het internet wier belangen kunnen worden geschaad door een geconstateerde kwetsbaarheid? Zijn dit niet alle gebruikers van het internet? Hoe bepalen de diensten wie belangendragers zijn en dus wie zouden moeten worden geïnformeerd?

De commissies vernemen graag binnen vier weken antwoord op de bovenstaande vragen.

Een afschrift van deze brief wordt verzonden aan de Minister van Defensie.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, G. ter Horst

BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2015

In de brief van 29 januari 2015 met kenmerk 156503.01 hebben de leden van de vaste commissies I&A/JBZ, V&J, BZK/AZ, EZ en BDO vragen gesteld naar aanleiding van onze brief van 16 december 2014 (Kamerstuk I 2014–2015, CVIII, N) betreffende de motie van het lid De Vries inzake kwetsbaarheden op internet.

De inlichtingen- en veiligheidsdiensten zetten in het belang van de nationale veiligheid bijzondere bevoegdheden in ter uitvoering van de hen in de wet opgelegde taken. Bij de uitvoering van deze taken kunnen de diensten stuiten op kwetsbaarheden op het internet. Indien de diensten stuiten op significante kwetsbaarheden die de belangen van gebruikers op het internet kunnen schaden, dan zullen de diensten belangendragers informeren. Er kunnen echter wettelijke argumenten (zoals het beschermen van bronnen of actueel kennisniveau) of operationele redenen zijn, die openbaarmaking van kwetsbaarheden (tijdelijk) in de weg staan.

Geconstateerde kwetsbaarheden hoeven niet noodzakelijkerwijs betrekking te hebben op alle gebruikers van internet, maar kunnen ook specifieke gebruikersgroepen betreffen. Belangendragers zijn dan ook niet per definitie alle gebruikers van internet, dit verschilt per casus. Zo verzamelt de MIVD bijvoorbeeld militair relevante dreigingsinformatie waarmee digitale kwetsbaarheden in kaart worden gebracht. Defensieorderbedrijven en defensieonderdelen zoals DefCERT worden geïnformeerd om hen in staat te stellen digitale dreigingen te reduceren.

De diensten werken tevens nauw samen met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en dragen zo vanuit hun expertise bij aan het vergroten van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving in het digitale domein. Het NCSC publiceert bij geconstateerde kwetsbaarheden beveiligingsadviezen op zijn website waarin is beschreven wat er aan de hand is, op welke systemen het impact heeft en hoe schade kan worden voorkomen8. Ook dragen de diensten bij aan het jaarlijkse Cyber Security Beeld Nederland (Kamerstuk II 26 643, nr. 322), dat inzicht biedt in trends, dreigingen en kwetsbaarheden voor de Nederlandse digitale samenleving.

De CTIVD controleert achteraf of de AIVD en de MIVD hun bevoegdheden rechtmatig uitoefenen en rapporteert daarover aan de Tweede Kamer. In het Algemeen Overleg van 10 februari jl. over I&V-aangelegenheden, is de capaciteit van de CTIVD aan de orde gekomen. De voorgenomen vernieuwing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zal gepaard gaan met aanscherping van bestaande en introductie van nieuwe waarborgen. Indien nodig zal ook de CTIVD worden versterkt. In het kader van de versterking van de veiligheidsketen heeft het Kabinet reeds besloten tot een extra investering in de CTIVD van 0,5 mln. structureel (kenmerk 29 754, nr. 302).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Samenstelling Immigratie en Asiel / JBZ-Raad:

Holdijk (SGP), G.J. de Graaf (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Huijbregt-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), De Vries (PvdA), Beckers (VVD), Beuving (PvdA), De Boer (GL), Faber-van de Klashorst (PVV) (vice-voorzitter),Th. de Graaf (D66), Ter Horst (PvdA) (voorzitter), De Lange (OSF), Lokin-Sassen (CDA), Popken (PVV), Reynaers (PVV), Scholten (D66), Schrijver (PvdA), Swagerman (VVD), Gerkens (SP)

X Noot
2

Samenstelling Veiligheid en Justitie:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), De Vries (PvdA), Knip (VVD), Hoekstra (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Schouwenaar (VVD), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Koole (PvdA), Schrijver (PvdA), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Swagerman (VVD)

X Noot
3

Samenstelling Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA), Meijer (SP)

X Noot
4

Samenstelling Economische Zaken:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD) (voorzitter), Terpstra (CDA), Sylvester (PvdA), Essers (CDA) Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Elzinga (SP), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Reuten (SP), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Van Boxtel (D66), Backer (D66), Vos (GL), De Lange (OSF), Schrijver (PvdA), Postema (PvdA), Vlietstra (PvdA) (vice-voorzitter), Van Strien (PVV), Faber-van de Klashorst (PVV), Ester (CU), Bröcker (VVD), Beckers (VVD), Van Beek (PVV), Gerkens (SP), Koning (PvdA)

X Noot
5

Samenstelling Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), G.J. de Graaf (VVD), Franken (CDA) (vice-voorzitter), Nagel (50Plus), Elzinga (SP) (vice-voorzitter), Van Kappen (VVD) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Van Boxtel (D66), Bröcker (VVD), Faber-van de Klashorst (PVV), Ganzevoort (GL),Th. de Graaf (D66), Koole (PvdA), De Lange (OSF), Martens (CDA), Popken (PVV), Schrijver (PvdA), Vlietstra (PvdA), Kops (PVV), Meijer (SP)

X Noot
6

Kamerstukken I 2014–2015, CVIII, N.

X Noot
7

Kamerstukken I 2014–2015, CVIII, N.

X Noot
8

Een voorbeeld hiervan is de factsheet over de heartbleed-bug die het NCSC in 2014 heeft gepubliceerd en die in samenwerking met de AIVD tot stand gekomen is.

Naar boven