35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2020

De coronacrisis heeft een enorme impact op de samenleving van Caribisch Nederland (CN). In termen van gezondheid zijn de eilanden tot nu toe goeddeels gevrijwaard gebleven van het coronavirus. In economische zin zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba zwaar getroffen. De toeristische sector waar een groot deel van de economie op drijft, is tot stilstand gekomen.

In de Kamerbrief «Effecten corona op Caribische delen van het Koninkrijk» van 25 maart jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 5) heeft het kabinet een aantal noodmaatregelen aangekondigd voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daardoor kon veel werkgelegenheid worden behouden. Het kabinet heeft door middel van de brief aan uw Kamer van 20 mei jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 38) een vervolgpakket aangekondigd (noodpakket 2.0) voor (Europees) Nederland. Voor Caribisch Nederland is hierbij aangegeven dat een vergelijkbare benadering wordt gekozen als in Europees Nederland en dat uw Kamer hierover nader wordt geïnformeerd. Graag informeer ik u mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de bewindspersonen van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)en de bewindspersonen van Financiën over dit noodpakket 2.0 voor Caribisch Nederland.

Het kabinet heeft in lijn met dit uitgangspunt in de ministerraad van 19 juni jl. besloten om net als in Europees Nederland diverse maatregelen voor Caribisch Nederland uit het eerste noodpakket met vier maanden te verlengen. Daarmee beschermen we ook de komende periode banen en inkomens door getroffen bedrijven en zelfstandigen te ondersteunen. Een langere periode van verlenging dan deze vier maanden – zoals het verzoek van de Centraal Dialoog Bonaire en de Central Dialogue Statia (per brief van 19 mei jl.) om de maatregelen te verlengen tot december – is nu niet aan de orde. Uiteraard monitort het kabinet continu de specifieke situatie in Caribisch Nederland. Het uitgangspunt hierbij is dat Caribisch Nederland zoveel mogelijk meeloopt met de besluitvorming in Europees Nederland. Aanvullende eiland specifieke maatregelen zijn denkbaar maar moeten te zijner tijd in de sociaaleconomische context worden bezien.

Economisch vooruitzicht Caribisch Nederland

De crisis zal ook in Caribisch Nederland onvermijdelijk leiden tot faillissementen, verlies van werkgelegenheid en daarmee gepaard gaande daling van koopkracht. Het is belangrijk dat ondernemingen in Caribisch Nederland, in het bijzonder de toeristische sector, zich aanpassen aan de nieuwe economische situatie. Het kabinet zet zich in om de veerkracht van de economie te gebruiken en gericht te stimuleren en te investeren, rekening houdend met de sociaaleconomische omstandigheden. Ook dat gegeven is van belang voor het flankerende beleid vanuit de rijksoverheid en de eilandelijke overheden.

Voor Caribisch Nederland is het in dit perspectief cruciaal om het toerisme op gang te brengen, de belangrijkste economische sector. Er moet nog besloten worden om de grenzen voor (bepaalde) toeristen open te stellen en onder welke voorwaarden dat kan gebeuren. Het advies van het OMT kan hierbij een belangrijk vertrekpunt zijn. Daarnaast is de opening van het luchtruim een essentiële randvoorwaarde. De verwachting is dat over bovenstaand binnenkort een besluit wordt genomen.

Bereikbaarheid alleen is echter niet voldoende, want de concurrentie tussen vakantiebestemmingen zal hoog zijn. Het is dus noodzaak dat de eilanden zich als toeristische bestemming onderscheiden van andere vakantiebestemmingen, bijvoorbeeld middels het grootste mondiaal erkend predicaat voor duurzame toeristische bestemmingen: Quality Coast. Het kabinet heeft om de bereikbaarheid van Saba en Sint Eustatius te verbeteren twee miljoen euro beschikbaar gesteld ten behoeve van een ferryverbinding tussen de bovenwindse eilanden (zie brief aan uw Kamer van 28 april jl., Kamerstukken 35 420, nr. 25). De openbare lichamen Saba en Sint Eustatius zijn momenteel bezig met de planvorming voor deze ferryverbinding. Het streven is om alle nodige voorbereidingen te treffen, zodat wanneer de situatie dat toelaat het toerisme gelijk kan worden opgestart. Dit zal naar verwachting bijdragen aan een sneller economisch herstel van de bovenwinden. Hierin wordt samengewerkt met Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba, de ministeries van IenW en EZK en met mijn eigen departement.

Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn door de eenzijdigheid van hun economie zeer kwetsbare eilanden. Daarom is ook diversificatie van de economie van belang, door andere werkgelegenheid te creëren, bijvoorbeeld in dienstverlening (ICT) en landbouw. Het kabinet gaat hier het gesprek over aan met de bestuurscolleges en de sociale partners. Op korte termijn is het belangrijk dat voortvarende uitvoering wordt gegeven aan verschillende overheidsinvesteringen (infrastructuur, onderwijshuisvesting, natuur). Middelen zijn vaak al beschikbaar, maar uitvoering van de werkzaamheden, waarmee veel werkgelegenheid is gemoeid, komt door knelpunten in vooral bestuurskracht moeizaam tot stand.

Nieuwe en verlengde maatregelen

Rekening houdende met de hiervoor beschreven economische context verlengt het kabinet diverse maatregelen uit het eerste noodpakket. Wel worden enkele voorwaarden aangepast om beter invulling te geven aan de actuele en de specifieke situatie van Caribisch Nederland.

a. Verlenging Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN

De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN is een regeling die kenmerken van de Europees Nederlandse Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO) in zich verenigt. Tegelijkertijd is de regeling anders van opzet in verband met de specifieke context van Caribisch Nederland en met het oog op de uitvoerbaarheid. De contouren van deze regeling zijn uitgebreid geschetst in de brief van de Staatssecretaris van SZW van 31 maart 2020 (Bijlage bij Kamerstuk 35 420, nr. 9), waarbij de getekende Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies als bijlage is meegezonden.

Nu de regeling inmiddels, gerekend vanaf de publicatiedatum in de Staatscourant, ruim twee maanden loopt, is er een goed beeld van het bereik ervan te schetsen. Per teldatum 5 juni 2020 is aan 4.410 belanghebbenden (op persoonsniveau) uitbetaald. Dit betreft overwegend werknemers (totaal 2.960) in dienst van een werkgever. Het overige deel betreft zelfstandig ondernemers (880) en gewezen werknemers (270). Uit een gezamenlijke brief van de Centraal Dialoog Bonaire en de Central Dialogue Statia, kan worden afgeleid dat de regeling de steun heeft van de betrokken partijen.

De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN wordt verlengd voor de duur van vier maanden tot 12 oktober 2020. De voorwaarden voor de tweede tranche wijken niet wezenlijk af van de voorwaarden van de eerste tranche. Wel is nauwkeurig bezien of er mogelijkheden zijn om op onderdelen (meer) aan te sluiten bij de vergelijkbare onderdelen van het Europees Nederlandse noodpakket. Deze analyse heeft geleid tot een tweetal aanvullende voorwaarden:

  • 1. Er is voor gekozen om een met de (Europees Nederlandse) NOW overeenkomstige inspanningsverplichting op te nemen voor scholing, met als doel de inzetbaarheid van werknemers te vergroten, hetzij op de eigen functie of op een andere. Aandachtspunt hierbij is in welke richting de werknemers zich zouden kunnen omscholen. Net als op Curaçao, Aruba en Sint Maarten mag ook in Caribisch Nederland de vraag naar meer economische diversificatie worden gesteld. Het kabinet gaat in gesprek met bestuurscolleges en sociale partners op de eilanden over dit vraagstuk in relatie tot de scholingsmogelijkheden.

  • 2. Tevens is een verplichting voor de werkgever opgenomen om de werknemers over de subsidieverlening te informeren. Dit laatste biedt de werkgever een handvat om in overleg met werknemers te bezien welke andere maatregelen nodig zijn om deze lastige periode te overbruggen.

De overige voorwaarden van de regeling blijven in de tweede tranche in stand, waaronder die ten aanzien van het ontslag. Deze voorwaarden hebben brede steun bij sociale partners in Caribisch Nederland.

b. TVL-regeling CN

Voor Europees Nederland wordt op dit moment, als opvolger van de Beleidsregel Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19, de Tegemoetkomingsregeling Vaste Lasten (TVL) uitgewerkt. Bedrijven met hoge vaste lasten kunnen, afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetderving, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor hun vaste lasten. Dit geldt tot een maximum van € 50.000 voor de periode van 1 juni tot en met 30 september 2020. Parallel hieraan wordt voor Caribisch Nederland, als opvolger voor de Beleidsregel Tegemoetkoming Getroffen Ondernemers COVID-19 BES, gewerkt aan een vergelijkbare regeling. Uitgangspunt hierbij is, dat deze zoveel mogelijk aansluit bij die voor Europees Nederland. Dat neemt niet weg dat rekening moet worden gehouden met de specifieke kenmerken van de eilanden en de uitvoeringsmogelijkheden. Het «noodloket» uit het eerste pakket is, mede door hier rekening mee te houden, een succesvol en gewild instrument geworden. Van de bijna 900 aanvragen zijn er begin juni 650 aanvragen gehonoreerd en uitbetaald waarvan het overgrote deel de $ 4.400 compensatie betrof en een kleiner deel de $ 2.200.

c. Verlenging en uitbreiding financieringsinstrumenten

De financieringsinstrumenten zoals aangekondigd in de brief van 25 maart jl. aan uw Kamer (uitgebreide Borgstelling MKB-kredieten, Garantie Ondernemingsfinanciering en Qredits) zijn tot het eind van dit jaar opengesteld in Caribisch Nederland. Ondernemers weten Qredits te vinden. Tot nu toe hebben 265 ondernemers van lopende Qredits leningen in Caribisch Nederland uitstel van betaling en rentekorting van 2% aangevraagd, wat in noodpakket 1.0 mogelijk werd gemaakt door € 6 miljoen te verstrekken aan Qredits. Gebleken is dat in vergelijking met Europees Nederland op de eilanden weinig gebruik wordt gemaakt van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) en Garantie Ondernemingsfinanciering (GO). De oorzaken hebben deels te maken met onbekendheid. Daartoe zijn lokale banken begin april door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voorgelicht over de toepassing en werking van de BMKB (-C). Deze voorlichting wordt de komende maanden herhaald. Ook zal worden bezien of andere oorzaken meespelen bij de geringe populariteit, zoals bijvoorbeeld de kosten. Daarnaast zal de regeling Klein Krediet Corona (KKC) worden opengesteld voor Caribisch Nederland. Deze regeling is bedoeld voor kleine ondernemers die getroffen zijn door de economische gevolgen van de Coronacrisis, waarbij de overheid voor een belangrijk deel (95%) garant staat voor een overbruggingskrediet van € 10.000 tot maximaal € 50.000. De extra bijdrage van € 25 miljoen voor Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten zoals toegezegd in de brief van het Ministerie van EZK van 7 april jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 2) zal ook worden ingezet voor kredieten in Caribisch Nederland. De mate van gebruik van bovengenoemde instrumenten wordt frequent gemonitord.

Met bovenstaande kredietfaciliteiten wordt het bedrijfsleven ondersteund, maar er kunnen zich bijzondere situaties voordoen. Als dat bedrijven betreft die cruciaal zijn voor de economie van de eilanden, bijvoorbeeld voor de werkgelegenheid of bereikbaarheid, zou in uitzonderingsgevallen bezien kunnen worden of gerichte kapitaalsteun nodig en mogelijk is, en zo ja op welke manier deze vormgegeven zou kunnen worden. Het kabinet heeft hierover op 1 mei jl. een brief naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 35 420, nr. 36).

d. Verlenging fiscale maatregelen

Voor Caribisch Nederland gelden op hoofdlijnen dezelfde Covid-19 maatregelen als voor Europees Nederland, ook wat betreft de fiscaliteit. De belangrijkste fiscale maatregel die in de noodpakketten 1 en 2 voor Caribisch Nederland is opgenomen is het uitstel van het betalen van belasting voor ondernemers die door de Covid-19 crisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen. In het verlengde daarvan is in Caribisch Nederland de invorderingsrente die voor het te laat betalen van belastingaanslagen is verschuldigd, verlaagd van 6% naar 0%. Voorts wordt voor het jaar 2020 het zogenoemde gebruikelijk loon (een bedrag dat directeuren grootaandeelhouders tenminste jaarlijks als loon vanuit hun vennootschap aan zichzelf moeten uitkeren) verlaagd. Laatstgenoemde maatregel is in Caribisch Nederland gekoppeld aan de door Covid-19 veroorzaakte verlaging van de winst in plaats van – zoals in Nederland – verlaging van de omzet. Aan het einde van de periode waarin het 2e noodpakket van toepassing is, wordt bezien of continuering of aanpassing van het pakket Covid-19 fiscale maatregelen wenselijk en mogelijk is voor Caribisch Nederland.

e. Extra middelen voor openbare lichamen in verband met aanvullende noodhulp

Net als in de eerste tranche worden aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor aanvullend eilandelijk beleid. Vanuit het noodpakket wordt € 1,3 mln. beschikbaar gesteld voor de periode van vier maanden. De middelen worden conform de gebruikelijke verdeelsleutel verdeeld over Bonaire, Sint Eustatius en Saba en zo spoedig mogelijk toegevoegd aan de vrije uitkering. Vanuit het eilandelijk beleid kunnen deze middelen worden ingezet voor een tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten die een huishouden zelf niet kan betalen. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld worden benut voor kwetsbare inwoners die mogelijk buiten de regeling voor werkgevers, (gewezen) werknemers en zelfstandig ondernemers vallen. Het kan ook gaan om inwoners of ondernemers die wel een beroep kunnen doen op de regeling maar toch aanvullende inkomensondersteuning nodig blijken te hebben. Aanwending van deze middelen ten behoeve van lastenverlichting voor werkgevers in de vorm van het (tijdelijk) verlagen van heffingen of tarieven, behoort eveneens tot de mogelijkheden. Voor de besteding van de middelen geldt eilandelijke beleidsvrijheid, die enkel wordt begrensd door het basisprincipe dat eilandelijk inkomensbeleid is uitgesloten.

f. Extra middelen voor openbare lichamen

Door het grotendeels stilvallen van de economie lopen de openbare lichamen geraamde inkomsten mis, terwijl de uitgaven stijgen. De inkomsten uit lokale belastingen zoals de toeristenbelasting, de autoverhuurbelasting en de luchthavenbelasting lopen sterk terug. Daar staat tegenover dat de openbare lichamen extra kosten maken in verband met de coronacrisis, bijvoorbeeld voor repatriëring, mondmaskers en andere hygiënemaatregelen. Dit heeft gevolgen voor de financiële positie van de openbare lichamen, zowel op korte als langere termijn.

Mijn ministerie is in gesprek met de bestuurders van de openbare lichamen om de omvang van de financiële problematiek in beeld te brengen en oplossingsrichtingen te verkennen, zoals momenteel ook het gesprek wordt gevoerd met de medeoverheden in Europees Nederland. Hierbij zijn tevens het College Financieel Toezicht en het Ministerie van Financiën betrokken. Dit gesprek tussen de Minister van BZK en de VNG heeft in Europees Nederland geleid tot een voorlopig compensatiepakket voor medeoverheden (Kamerstuk 35 420, nr. 43).

Incidentele suppletoire begrotingen

De budgettaire gevolgen van deze maatregelen worden in incidentele suppletoire begrotingswetten aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregelen die in het belang van het Rijk zijn, mogelijk niet in alle gevallen kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet waar nodig de uitvoering van de maatregelen eerder starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Tot slot

Bij het nemen van vervolgstappen zal het kabinet nauw samenwerken met de bestuurscolleges van de openbare lichamen en met sociale partners in Caribisch Nederland. Met de bestuurscolleges is dit pakket gewisseld. De voorstellen van de Centraal Dialoog Bonaire en de Central Dialogue Statia, zoals verwoord in hun brief van 19 mei jl., zijn grotendeels overgenomen. De verantwoordelijke bewindspersonen gaan graag waar nodig met de Centraal Dialogen het gesprek aan over de actuele situatie. Er komen lastige tijden aan, waar veel van de samenleving zal worden gevraagd. Tegelijkertijd is het kabinet ervan overtuigd dat ook in deze crisis de veerkracht van de eilanden ervoor zal zorgen dat we hier samen – overheid en samenleving aan beide kanten van de oceaan – uit zullen komen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven