35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 354 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2021

Vanwege de coronacrisis staat de evenementensector al geruime tijd grotendeels stil. Tal van concerten, festivals, beurzen en congressen zijn meermaals geannuleerd of uitgesteld. Concertzalen, poppodia en festivalterreinen bleven leeg. In die moeilijke periode heeft de evenementensector de moed er in kunnen houden, en zich serieus ingezet om op een veilige en verantwoorde manier weer open te kunnen. Fieldlab Evenementen, dat de sector samen met de overheid heeft georganiseerd, is daar een fraai voorbeeld van. Naar de versoepelingen van 24 juni, waardoor evenementen met toegangstesten mogelijk werden zonder 1,5 meter afstand, is lang uitgekeken. De sector leek eindelijk te worden beloond voor de getoonde inzet.

Na de versoepelingen van 24 juni is sinds begin juli het aantal coronabesmettingen echter snel opgelopen, waarna het kabinet heeft besloten om ongeplaceerde evenementen van 10 juli tot en met 13 augustus te verbieden. Dat is een grote klap voor alle ondernemers en werkenden in deze sector, die na lang wachten eindelijk weer leken te kunnen doen wat ze het liefste doen: fantastische evenementen neerzetten, waar zoveel mensen na de pittige coronatijd naar uitkeken.

Het kabinet begrijpt dat dit een abrupt besluit is en dat om een evenement te organiseren, geruime voorbereidingstijd nodig is. Organisatoren van evenementen die op korte termijn zouden plaatsvinden, hebben in veel gevallen niet de mogelijkheid hun evenement zodanig aan te passen dat het alsnog doorgang kan vinden. Ongeplaceerde evenementen aanpassen in geplaceerde evenementen is in veel gevallen überhaupt geen optie, en daar waar het wellicht een optie had kunnen zijn, kan dat niet zomaar op heel korte termijn worden georganiseerd.

Vanwege deze voorbereidingstijd heeft het kabinet in het voorjaar de garantieregeling voor evenementen («Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19») aangekondigd.1 Het beoogde effect van de regeling is om professionele organisatoren te stimuleren om ondanks de onzekerheid de voorbereidingen voor het organiseren van evenementen te starten. Hiermee wordt beoogd de levensvatbaarheid van de sector op peil houden, zodat de sector na de coronacrisis zelfstandig verder kan. Met deze regeling als steun in de rug konden zij coronaproof-evenementen organiseren, wetende dat het epidemiologisch beeld onzeker was. De doelgroep van de garantieregeling bestaat uit organisatoren die het pandemierisico vóór corona al afdekten door een annuleringsverzekering, een optie die verzekeraars inmiddels uit hun polissen hebben geschrapt.

Organisatoren van evenementen die door het abrupte kabinetsbesluit de komende periode niet door kunnen gaan, hebben veelal kosten gemaakt in de voorbereiding op het evenement. Dit gaat bijvoorbeeld om aanbetalingen aan artiesten, kosten van het opbouwen van het evenemententerrein, en kosten van beveiliging. Deze kosten komen niet altijd en niet volledig in aanmerking voor vergoeding onder de garantieregeling en er was op deze korte termijn van besluitvorming geen gelegenheid deze kosten te vermijden. Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten de garantieregeling tijdelijk aan te passen en voor de evenementen die buiten de doelgroep hiervan vallen een Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen uit te gaan werken. Met deze brief informeren wij u over de kaders hiervan. Verder ademt het reguliere steunpakket uiteraard mee met het omzetverlies.

Voor de bestaande doelgroep van de garantieregeling heeft het kabinet besloten de garantieregeling op enkele punten te verruimen. Voor de verruimingen van de garantieregeling en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen geldt dat deze goedkeuring door de Europese Commissie vereisen. Dit kan enige tijd in beslag nemen.

Uitbreidingen garantieregeling voor evenementen

Allereerst is het kabinet voornemens het subsidiepercentage te verhogen naar 100% van de gemaakte kosten. Op dit moment geldt dat voor 100% van de gemaakte subsidiabele kosten subsidie kan worden verleend, waarbij voor 20% een terugbetalingsverplichting geldt. Die terugbetalingsverplichting wil het kabinet nu laten vervallen. Deze verruiming geldt van 10 juli tot en met 3 september 2021. De aanpassingen zijn immers nodig voor de evenementen die door het op 9 juli aangekondigde verbod niet door kunnen gaan. Maar ook voor evenementen die na 13 augustus gepland zijn, is er nog altijd onzekerheid. Vanwege het streven uiterlijk 3 weken voorafgaand aan het evenement duidelijkheid te bieden aan organisatoren, geldt deze verruiming tot en met de eerste 3 weken na 13 augustus. De kosten van deze verruiming worden globaal geraamd op € 40 miljoen.

Daarnaast heeft het kabinet besloten de termijn waarbinnen organisatoren zich kunnen aanmelden bij RVO te verlengen, en het minimaal aantal eerdere edities om aanspraak te maken op de garantieregeling terug te brengen van 2 naar 1. Organisatoren kunnen een aanvraag indienen tot 3 weken na inwerkingtreding van de uitbreiding van de garantieregeling, óf indien dat later is, tot 3 weken voor de geplande evenementdatum. Organisatoren die zich nog niet hebben aangemeld, kunnen dat hierdoor alsnog doen. De kosten hiervan worden geraamd op € 10 miljoen.

Tot slot worden ook de subsidiabele kosten verbreed met kosten voor artiesten van buiten de EU, voor de gehele periode van de garantieregeling (1 juli t/m 31 december). In de huidige regeling zijn deze kosten nog uitgesloten. Vanwege de toegenomen onzekerheid moeten artiesten uit bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk worden vastgelegd en aanbetaald. Door deze kosten subsidiabel te maken, ontstaat ook voor organisatoren van evenementen na 13 augustus zekerheid dat de aanbetalingen die zij nu voor deze artiesten doen, onder de garantieregeling vallen. De kosten hiervoor worden geraamd op € 5 miljoen.

In verband met bovenstaande verruimingen wordt de kostenraming van de garantieregeling verhoogd van € 325 miljoen naar € 380 miljoen. Dit zijn de verwachten kosten. Het verplichtingenbudget voor de garantieregeling wordt daarmee verhoogd van € 385 miljoen naar € 450 miljoen.

Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen

Met de genoemde uitbreidingen van de garantieregeling blijft de doelgroep van deze regeling gelijk. Tal van evenementen behoren echter niet tot die doelgroep, en dreigen daarmee tussen wal en schip te vallen. Het kabinet is voornemens om deze groep met een Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen tegemoet te komen. Het kabinet beoogt hiermee organisatoren van (veelal kleinere) evenementen in de periode tussen 10 juli en 13 augustus tegemoet te komen, zoals lokale (muziek)festivals en zomerfeesten. Deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen geldt tot en met 13 augustus. Voor overige evenementen die zijn voorzien voor de periode vanaf 14 augustus zijn uitgaven die organisatoren doen derhalve voor eigen rekening en risico.

Met deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen biedt het kabinet een tegemoetkoming voor kosten die tot 9 juli aantoonbaar zijn gemaakt of reeds juridisch verplicht zijn, ten behoeve van evenementen die door het besluit van 9 juli verboden zijn en die daarop zijn geannuleerd door de organisator. Ook gaat het enkel om evenementen die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van de garantieregeling, die gepland waren tussen 10 juli en 13 augustus. Ook ziet de regeling enkel op publiek toegankelijke, vergunnings- of meldingsplichtige evenementen. Bruiloften of bedrijfsfeesten behoren daarmee niet tot de doelgroep.

Deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen vraagt veel van de uitvoerende partijen. Om dit behapbaar te houden, en de tegemoetkoming gericht in te zetten waar de problemen zich concentreren is ervoor gekozen evenementen zonder vergunnings-of meldingsplicht niet mee te nemen, en een minimumbedrag van € 2.500 te hanteren. Het kabinet voelt zich gesteund door de signalen van verschillende gemeenten en het veiligheidsberaad. Gemeenten kennen de lokale situatie natuurlijk bij uitstek, er zijn al contacten met organisatoren vanwege de vergunningverlening. Veelal zijn de organisatoren partijen die lokaal actief zijn en die een belangrijke plek hebben in de samenleving. Daarom onderzoekt het kabinet welke rol gemeenten kunnen spelen bij de beoordeling en in de uitvoering van deze aanpak. De kosten voor deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen worden globaal geraamd op € 80 miljoen.

Naast de evenementen worden ook de poppodia hard geraakt door de recent door het kabinet afgekondigde maatregelen. Grotere en kleinere zalen door het hele land hadden optredens geprogrammeerd die niet door kunnen gaan.

Gezien het belang van poppodia en hun schade zal er eveneens naar passende compensatie van poppodia worden gekeken.

Hoe de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen en het traject ten behoeve van de poppodia worden ingevuld, wordt in de komende weken verder onderzocht en uitgewerkt. Hierover wordt u op de kortst mogelijke termijn geïnformeerd.

De budgettaire gevolgen van bovenstaande maatregelen worden door middel van een incidentele suppletoire begroting aan u voorgelegd (Kamerstuk 35 894). Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. In geval het kabinet al verplichtingen aangaat en uitgaven doet voor het moment van de autorisatie door de Staten-Generaal, dan beroept het kabinet zich op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Het is niet in het belang van het Rijk om uitvoering van het beleid dat ten grondslag ligt aan de begrotingswetten uit te stellen. De uitgaven en verplichtingen die samenhangen met de voorgenomen maatregelen zijn gepland vanaf de tweede helft van juli en zijn noodzakelijk om zo snel mogelijk de abrupt ontstane schades bij evenementenorganisaties te compenseren. De uitgaven en verplichtingen die afhankelijk zijn van goedkeuring door de EC wil het kabinet om dezelfde reden zo snel mogelijk na deze goedkeuring starten. Bijgevoegd bij deze brief vindt u voor de garantieregeling evenementen het aangepaste toetsingskader risicoregelingen2.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nrs. 309 en 321.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven