Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2020
Bij brief van 28 september heeft het kabinet landelijke maatregelen aangekondigd ter
bestrijding van het coronavirus (Kamerstuk 25 295, nr. 587). Vanwege deze maatregelen vindt het kabinet dat het invoeren van aanscherpingen
in de Tozo per 1 oktober 2020, in de vorm van een beperkte vermogenstoets, niet langer
meer in de rede ligt. De afgelopen dagen heb ik overleg gevoerd met de VNG, Divosa
en verschillende gemeenten over de latere invoering van de beperkte vermogenstoets.
In deze brief informeer ik u over mijn besluit.
Het uitstel van de invoering van een beperkte vermogenstoets is op een laat moment
aangekondigd en heeft daarom voor gemeenten veel voeten in de aarde. Alles in de uitvoering
stond immers klaar om Tozo 3, met inbegrip van een beperkte vermogenstoets, per 1 oktober
2020 uit te voeren. Ik ben gemeenten dan ook zeer erkentelijk dat zij nu alles in
het werk zetten om de uitvoering van Tozo 3, zonder vermogenstoets, alsnog zo snel
mogelijk in gang te zetten. Dit is voor zelfstandig ondernemers ook van groot belang.
Tegelijkertijd blijft het wenselijk – met het oog op de afwijking ten opzichte van
de regels voor de bijstandsverlening op grond van de Participatiewet en het Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) – dat er stapsgewijs aansluiting wordt
gezocht bij het reguliere vangnet. De Afdeling advisering van de Raad van State vraagt
hiervoor in haar advies op het besluit dat de verlenging tot 1 juli 2021 en de beperkte
vermogenstoets regelt ook aandacht. Daarom is het kabinet ook met VNG, Divosa en gemeenten
in overleg getreden over de invoering van de beperkte vermogenstoets op een later
moment.
VNG en Divosa begrijpen het belang van het invoeren van een beperkte vermogenstoets.
Gemeentelijke uitvoerders hebben aangegeven dat zij, gegeven de wens de beperkte vermogenstoets
op een later moment alsnog in te voeren, een voorkeur hebben voor 1 april 2021 als
invoeringsdatum. Dit geeft gemeenten namelijk de ruimte om per 1 januari 2021 de ondersteuning
van zelfstandig ondernemers bij heroriëntatie zorgvuldig ter hand te nemen en voorkomt
dat gemeenten in de drukke decembermaand voorbereidingen moeten treffen voor een nieuwe
aanvraagtijdvak. Bovendien, zo benadrukken gemeenten, geeft dit voor een aanzienlijke
periode zekerheid aan zelfstandig ondernemers.
Het kabinet kan zich goed vinden in de overwegingen die gemeenten ter tafel hebben
gebracht en daarom is het kabinet voornemens om per 1 april 2021 een beperkte vermogenstoets
op te nemen in de Tozo. Dit betekent dat zelfstandig ondernemers onder «Tozo 3» voor
de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021, en dus voor maximaal 6 maanden, een
uitkering voor levensonderhoud kunnen aanvragen zonder dat er een beperkte vermogenstoets
wordt uitgevoerd. Met ingang van 1 april 2021 bestaat de mogelijkheid om onder toepassing
van de beperkte vermogenstoets een nieuwe aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud
voor nog eens 3 maanden in te dienen. Deze aanvraag zal zien op de maanden april 2021
tot en met juni 2021.
De algemene maatregel van bestuur waarmee de beperkte vermogenstoets in de Tozo wordt
neergelegd is vandaag gepubliceerd (Stb. 2020, nr. 362). Om het uitstel van de vermogenstoets tot 1 april 2021 juridisch te effectueren,
zal zo snel mogelijk een ministeriële regeling worden opgesteld die naar verwachting
volgende week gepubliceerd kan worden en met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober
in werking zal treden. Gemeenten wordt gevraagd te anticiperen op deze ministeriële
regeling. Hierdoor is het voor gemeenten mogelijk om voorafgaand aan publicatie en
inwerkingtreding van deze ministeriële regeling aanvragen voor Tozo 3, dat wil zeggen
zonder vermogenstoets voor maximaal de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021,
in behandeling te nemen en op die aanvragen te beslissen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout