35 300 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020

Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2019

In het debat over de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik toegezegd met een schriftelijk oordeel te komen over de gewijzigde motie van de leden Den Boer, Van der Molen en Van der Graaf.1 Middels deze brief informeer ik u over de appreciatie van de motie.

Appreciatie motie

De motie verzoekt de regering om het samenwerkingsrecht samen met de VNG nader uit te werken in een modelverordening en dit recht te stimuleren in het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie. Ik beschouw deze motie als een ondersteuning en aanvulling van mijn beleid. Daarom laat ik het oordeel over de motie aan uw Kamer.

Uitdaagrecht en samenwerkingsrecht in de Nederlandse context

Nederland kent een lange politiek-bestuurlijke traditie van samenwerken. Ik constateer dat op veel plekken in ons land initiatiefnemers samen met gemeenten op zoek gaan naar manieren waarop collectieve voorzieningen het beste kunnen worden uitgevoerd. Soms leidt dit tot het feitelijk overnemen van publieke taken, al dan niet met bijbehorend budget, en soms leidt dit tot afspraken over samenwerking bij het uitvoeren van publieke taken tussen inwoners en gemeente. In de Nederlandse context is dit een continuüm en geen strikte scheiding. Daarom maak ik geen specifiek onderscheid tussen het uitdaagrecht en het samenwerkingsrecht. In maart 2020 organiseer ik een conferentie om nader in te gaan op de positie van het uitdaagrecht en het samenwerkingsrecht binnen de Nederlandse context.

Modelverordening en stimuleringsmaatregelen

De onderhavige motie roept op het samenwerkingsrecht samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uit te werken in een modelverordening en dit recht te stimuleren in het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie.

Zoals ik eerder in de brief aan uw Kamer van 14 december 20182 aankondigde, ben ik in samenwerking met de VNG en gemeenten een modelverordening ten aanzien van het uitdaagrecht aan het uitwerken. Het samenwerkingsrecht zal onderdeel uitmaken van deze modelverordening. De verwachting is dat deze modelverordening eind 2019 beschikbaar is.

Binnen het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie zet ik mij samen met de VNG en de beroeps- en belangenverenigingen in om het uitdaagrecht en het samenwerkingsrecht te stimuleren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het ondersteunen van gemeenten als zij op belemmeringen stuiten, maar ook om het delen van kennis en het delen van goede voorbeelden.

Tot slot

Tijdens de begroting heb ik met u gesproken over de Engelstalige benaming van het uitdaagrecht (het «Right to Challenge») en het samenwerkingsrecht (het «Right to Cooperate»). De suggestie van uw Kamer dit aan te passen naar de Nederlandse taal, neem ik over. Vooralsnog hanteer ik daarvoor het uitdaagrecht en het samenwerkingsrecht. Graag bekijk ik nog of deze benamingen de lading voldoende dekken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 35 300 VII, nr. 45.

X Noot
2

Kamerstuk 35 000 VII, nr. 80.

Naar boven