Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 19 en 21 september 2018 (Handelingen
II 2018/19, nr. 2, items 2 en 5 en Handelingen II 2018/19, nr. 3, items 3, 6 en 8) heeft Uw Kamer de motie van het lid Dijkhoff c.s. (Kamerstuk 35 000, nr. 8, dd. 21 september 2018) aangenomen. De motie verzoekt het kabinet scenario’s te ontwikkelen
waarin de gevolgen van demografische veranderingen in Nederland op verschillende beleidsterreinen
in kaart worden gebracht en deze te voorzien van beleidsopties.
Zoals ik mijn brief van 20 november 20181 uiteen heb gezet, bestaat de verkenning uit twee fasen. De eerste fase van de verkenning
betreft een inventarisatie van beschikbare inzichten ten aanzien van de gevolgen van
de veranderende bevolkingsomvang en -samenstelling. Deze fase is afgerond met de oplevering
van het «Achtergronddocument, Inventarisatie van toekomstverkenningen» dat ik u hierbij aanbied2. De inventarisatie is uitgevoerd door het Nederlands Interdisciplinair Instituut
(Nidi) in samenwerking met het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het omvat scenariostudies
en prognoses die door – of in opdracht van overheden, planbureaus, adviesorganen en
andere instellingen zijn uitgevoerd.
Additioneel bied ik u hierbij de «Voortgangsrapportage, Zekerheden en onzekerheden over de gevolgen van veranderingen
in de bevolking» aan3. Deze is opgesteld omdat de inventarisatie inzicht heeft opgeleverd in achterliggende
factoren die van invloed zijn op de bevolkingsontwikkeling (zowel voor wat betreft
de omvang als de samenstelling) en in wat er bekend is over de effecten van veranderingen
in deze bevolkingsomvang en -samenstelling op (facetten of dimensies van) de samenleving.
De voortgangsrapportage is het resultaat van het verzoek van de betrokken instituten
om de eerste fase uit te breiden met de identificatie van en keuze voor scenario’s
– of juister gesteld: varianten – die in de tweede fase van de verkenning worden doorgerekend.
De voortgangsrapportage bevat een schematisch overzicht van de zeven verschillende
varianten die worden doorgerekend en van de beleidsterreinen die in de verkenning
zullen worden betrokken. Deze is op pagina 24 opgenomen. In dit
schematisch overzicht is een aantal vraagtekens opgenomen. Voor een goed begrip van
de opgenomen vraagtekens hecht ik eraan toe te lichten dat uit de eerste doorrekening
moet blijken of veranderingen in bevolkingsomvang en -samenstelling van invloed zijn
op de desbetreffende beleidsvelden. Alleen indien dat het geval is zullen zij deel
uitmaken van de verkenning, zodat de gevolgen van deze veranderingen in kaart gebracht
kunnen worden.
De tweede en laatste fase van de verkenning is inmiddels van start gegaan. Deze mondt
uit in een eindrapport dat naar verwachting rond de zomer van 2020 gereed zal zijn
en zal worden aangeboden aan uw Kamer.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees