35 267 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150) (Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID SCHONIS

Ontvangen 30 maart 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 10.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In aanvulling op het eerste lid kunnen, in het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen, bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over het zorgdragen door de gemeenteraad en burgemeesters en wethouders voor de inzameling van daarbij aan te wijzen afvalstoffen die in aard en samenstelling vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen en afkomstig zijn van daarbij aan te wijzen bronnen.

2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien toepassing is gegeven aan het tweede lid, worden die afvalstoffen aangemerkt als huishoudelijke afvalstoffen.

Toelichting

De Kaderrichtlijn afvalstoffen stelt dat lidstaten zorgdragen dat huishoudelijk en soortgelijk afval zoveel wordt hergebruikt. In de Nederlandse implementatie is niet de aard van het afval, maar het perceel waar het afval wordt ontdaan leidend. Gemeenten mogen alleen zorgdragen voor de inzameling van afval dat van particuliere huishoudens afkomstig is. Maatschappelijke organisaties, zoals scholen en kerken, kunnen voor een substantieel deel afval hebben dat in aard en samenstelling vergelijkbaar is met huishoudelijk afval. Bijvoorbeeld van leerlingen die voor het overblijven pakjes drinken meenemen. Echter, in de huidige situatie wordt dat afval aangemerkt als bedrijfsafval en moeten deze instanties de regels voor bedrijfsafval naleven.

De indiener vindt het belangrijk dat dergelijke (non-profit) organisaties, wanneer zij dat willen, afval – dat in aard en samenstelling vergelijkbaar is met huishoudelijk afval – kunnen scheiden en zodanig laten inzamelen. Het is voor bedrijfsafvalinzamelaars nu vaak onrendabel om dat soortgelijk afval bij deze organisaties gescheiden in te zamelen. Vooral omdat het om relatief zeer kleine hoeveelheden gaat. Daardoor hebben maatschappelijke organisaties momenteel geen mogelijkheid om het afval gescheiden in te zamelen of bestaat hiervoor zelfs een negatieve financiële prikkel.

De indiener zou daarom graag in de wet voorzien om gemeenten, wanneer dat vanuit het oogpunt van doelmatigheid gewenst is, de mogelijkheid te kunnen geven om dergelijk afval in te zamelen en op vergelijkbare wijze wordt aangeleverd als huishoudelijk afval. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan scholen die net als huishoudens in sommige gevallen ervoor kiezen dat een deel van het afval scheiden naar bioafval, papier en plastic verpakkingen, metaal verpakkingen en drinkpakken (PMD).

Door middel van dit amendement wordt daartoe een grondslag gecreëerd in de Wet milieubeheer om in een algemene maatregel van bestuur regels te stellen over het zorgdragen door de gemeenteraad en burgemeesters en wethouders voor dergelijke afvalstromen. Bij of krachtens deze algemene maatregel van bestuur kan nog nader worden bepaald voor welke afvalstromen en voor welke bronnen waar dit afval van afkomstig is dit van toepassing wordt.

Om te verhelderen welke regelgeving op deze afvalstoffen van toepassing is, worden in het nieuwe derde lid deze afvalstoffen expliciet aangemerkt als huishoudelijke afvalstoffen.

Schonis

Naar boven