34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 95 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 juni 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 30 april 2020 over de vierde rapportage Renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 94).

De vragen en opmerkingen zijn op 25 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 23 juni 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de VVD-fractie bedanken de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de vierde rapportage Binnenhof. Graag willen zij de Staatssecretaris een aantal vragen voorleggen.

De renovatie van het Binnenhof komt nu meer in de uitwerkingsfase terecht, zo valt in de brief te lezen. De leden van de VVD-fractie vragen of er door de COVID-19 uitbraak veranderingen in het programma van eisen of ontwerp te voorzien zijn. Zo ja, welke zijn dat precies? Zo neen, hoe onderzoekt de Staatssecretaris de consequenties van de COVID-19 uitbraak dan en wanneer zijn resultaten te verwachten? Kan het ook zijn dat de COVID-19 uitbraak wijzigingen qua hygiëne/veiligheid ruimte in het ontwerp vereist? Heeft er inmiddels een Coronacheck op het ontwerp plaatsgevonden? Is voor de tijdelijke huisvesting ook onderzocht of deze COVID-19 bestendig is? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.

In het rapport van Van den Dobbelsteen zijn 13 maatregelen voorgesteld. Wat gebeurt er als de 13 maatregelen die naar aanleiding van dit rapport worden onderzocht wel voldoen, maar niet binnen de financiële kaders passen? Hoe wordt bepaald of deze wel of niet binnen de financiële kaders passen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.

Eind februari 2020 is door de architecten en technisch adviseurs het functioneel voorontwerp voor het gebouwdeel Tweede Kamer voorgelegd aan de gebruiker en het Rijksvastgoedbedrijf. Voor de zomer wordt het uiteindelijke voorontwerp ter toetsing voorgelegd voor besluitvorming rond de zomer. Wat zijn nu de openstaande punten waarover nog besloten moet worden om het voorontwerp definitief te maken? De leden van de VVD-fractie vragen of dit nog steeds het schema is en hoe de Tweede Kamer hierbij wordt betrokken. Ook is er overleg over de terugkeer van Nieuwspoort in het gebouw van de Tweede Kamer. Besluitvorming over de definitieve situatie is voorzien voor het zomerreces. Is dat nog steeds het schema en hoe wordt de Tweede Kamer daarbij betrokken, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Wordt er overigens gedacht aan alternatieve locaties voor Nieuwspoort? En waarom gelden er andere beslismomenten («rond de zomer» versus «voor de zomer»)? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.

Als gevolg van het jaar uitstel is er meer tijd om de ICT en audiovisuele middelen in het gebouw Bezuidenhoutseweg 67 te realiseren. De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris om aan te geven wat er op dat gebied nog moet gebeuren.

De Staatssecretaris ziet geen mogelijkheid om de verhuizing tijdens het verkiezingsreces van 2021 te laten plaatsvinden en staat de verhuizing nu gepland voor het zomerreces van 2021. Is het besluit om dan te verhuizen genomen? De leden van de VVD-fractie vragen hoe zeker het is dat het bij één jaar uitstel blijft. Wat als het niet lukt om in het zomerreces van 2021 te verhuizen? Is het enige alternatief dan weer een jaar uitstel? Zo neen, wat zijn dan de alternatieven voor een verhuizing in één keer en 12 maanden uitstel? Is daarvoor een scenarioplanning gedaan? En zo ja, is er een back-up plan, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Uitstel kwam aanvankelijk door de stikstofproblematiek. De vraag is of dat nu is opgelost. Wat is de invloed van COVID-19 op het tijdpad? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.

Er is meer geld uitgetrokken voor extra beveiliging van de tijdelijke huisvesting. Zijn er ook meer kosten te verwachten voor extra beveiliging van het Binnenhof zelf?

In de brief wordt ingegaan op de motie van het lid Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) en het amendement Sneller (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 5). De uitwerking hiervan wordt parallel onderzocht naast de voorontwerpfase van gebouwdeel Tweede Kamer. Wat wordt er bedoeld met het gestelde dat deze uitwerking kan leiden tot een huisvestingsvraag voor de Tweede Kamer als gebruiker waarbij alle huisvestingslocaties van de Tweede Kamer worden beschouwd, zowel binnen als buiten het Binnenhof? Om hoeveel vierkante meters extra ruimtevraag in totaal gaat het? Kan dit de overgang naar de tijdelijke huisvesting in 2021 in gevaar brengen? Hoe past de uitwerking in relatie tot de huisvestingsvraag binnen de gemaakte financiële afspraken? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Staatssecretaris.

De leden van de VVD-fractie hebben ook een vraag over een andere motie, en wel de motie van het lid Bisschop c.s. over het in oorspronkelijke stijl inrichten van de Oude Zaal (Kamerstuk 34 293, nr. 92). Zij vragen de Staatssecretaris nader in te gaan op deze passage. Moet deze passage zo worden gelezen dat de Staatssecretaris de aangenomen motie naast zich neerlegt als de gebruiker geen verzoek tot wijziging van de functie van de Oude Zaal indient? Gaarne krijgen zij een reactie.

Bij de doorvertaling van het investeringsbudget is rekening gehouden met een structurele indexatie van 2,5% per jaar, maar de conjuncturele component is de afgelopen jaren veel harder gestegen. Het is de vraag of deze conjuncturele component de komende tijd ook zo hard zal stijgen. In het tweede kwartaal worden samenwerkingsovereenkomsten met aannemers gesloten. In hoeverre is te verwachten dat de prijzen omlaag zullen gaan door de huidige omstandigheden (COVID-19)? Is het verstandig nu die contracten te sluiten gezien de huidige economische situatie?

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie de Staatssecretaris om de oude begroting, alsmede de nieuwe begroting, met daarbij een uitsplitsing naar de gebruikers en uitsplitsing naar renovatie versus verhuizing tijdelijke huisvesting, naar de Kamer te sturen.

De leden van de PVV-fractie stellen de volgende vragen:

«Op 15 april 2020 is de eerste samenwerkingsovereenkomst gesloten met Heijmans.» Kan de keuze voor Heijmans worden onderbouwd, zo vragen de leden van de PPV-fractie?

«De stikstofproblematiek bij deze tijdelijke huisvesting is onlangs opgelost zodat de vergunningsaanvraag in zijn afrondende fase is.» Wat hield dit (niet-bestaande) «stikstofprobleem» precies in en hoe is het opgelost, zo vragen de leden van de PVV-fractie?

«De Tweede Kamer nam vorig jaar tijdens de algemene politieke beschouwen [helaas] de motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) aan om het budget voor de ondersteuning van parlementariërs structureel met € 10 miljoen per jaar te verhogen.» Welke (financiële) consequenties t.a.v. de huisvesting verwacht de Staatssecretaris hiervan voor zowel B67 als het Binnenhofcomplex, zo vragen de leden van de PVV-fractie?

Deelt de Staatssecretaris de mening dat het van de zotte is dat (1) door een niet-bestaand «stikstofprobleem» de renovatie een jaar vertraging oploopt, (2) dit tot een extra kostenpost van maar liefst € 25 miljoen leidt en (3) hierdoor de Grafelijke Zaken niet gerenoveerd kunnen worden, zo vragen de leden van de PVV-fractie?

€ 25 miljoen extra kosten voor een niet-bestaand «stikstofprobleem» – hoe legt de Staatssecretaris dat uit?

Is de Staatssecretaris bereid ervoor te zorgen dat financiële middelen, bedoeld voor de renovatie, geenszins – op welke manier dan ook – worden aangewend voor stikstof- en aanverwante onzinmaatregelen?

Ziet de Staatssecretaris mogelijkheden – mede gelet op de ontwikkelingen rondom corona en de gevolgen hiervan voor het Kamerwerk – om de renovatie, juist nu, gefaseerd uit te voeren, opdat tijdelijke verhuizing naar B67 uiteindelijk niet meer nodig zal zijn?

De leden van de PVV-fractie merken op dat aan de weggestuurde tropische-kantoortuin- architect, die zich duidelijk niet aan de opdracht «sober en doelmatig» heeft gehouden, € 2,7 miljoen excl. BTW wordt betaald. Is er over dit bedrag onderhandeld? Heeft een professionele externe partij hierbij bemiddeld?

Kan de Staatssecretaris onderbouwen hoe het bedrag van € 1,2 miljoen excl. BTW voor het (her)bruikbare deel van het voorontwerp tot stand is gekomen?

Kan de Staatssecretaris onderbouwen hoe de overige € 1,5 miljoen excl. BTW tot stand is gekomen?

Naar aanleiding van de bijlage bij de brief van de Staatssecretaris stellen de leden van de PVV-fractie nog de volgende vragen:

«Het plaatsen van zonnepanelen is momenteel nog niet opgenomen in het huidige ontwerp.» De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris ervoor kan zorgen dat dit ook zo blijft?

Deelt de Staatssecretaris de mening dat een terugverdientijd van PV-systemen en zonnecollectoren van 7 tot 25 jaar wel erg ruim is? Kan dit worden gepreciseerd?

Hoe wordt de terugverdientijd van PV-systemen en zonnecollectoren berekend? Hoe wordt hierbij rekening gehouden met de kosten van onderhoud en/of vervanging van componenten?

«De mate van toepassing van circulaire materialen en producten is afhankelijk van het projectbudget.» Hoeveel wenst de Staatssecretaris hieraan maximaal uit te geven? Wat is de prijsverhouding tussen circulaire en «niet-circulaire» materialen en producten, zo vragen de leden van de PVV-fractie?

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de vierde rapportage inzake de renovatie van het Binnenhof.

De leden van de CDA-fractie vragen of de planningen voor de tijdelijke huisvestingen van de Tweede Kamer en Eerste Kamer en de Raad van State gehaald kunnen worden. Daarbij speelt ook de vraag of de Coronacrisis leidt tot aanpassing van de eisen voor de tijdelijke huisvesting. Zo ja, wat zullen daar de kosten van zijn?

De leden van de CDA-fractie vragen of de verschillende ontwerpen van de gebouwdelen van het Binnenhofcomplex eveneens «Corona-proof» zijn.

De leden van de CDA-fractie waarderen het dat gestreefd wordt om Nieuwspoort terug te laten keren in het complex. Graag vernemen zij of daar extra kosten aan verbonden zijn.

De leden van de CDA-fractie zien dat de vraag van het lid Ronnes, gedaan tijdens het AO van 17 oktober 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 91), om het moment van verhuizing naar de tijdelijke huisvesting te laten plaatsvinden tegelijk met de geplande verkiezingen in maart 2021, nader is bezien. Zij betreuren het dat er geen mogelijkheid is om de verhuizing zo te combineren, maar beseffen ook dat er andere en meer zwaarwegende belangen zijn.

De leden van de CDA-fractie vernemen graag spoedig wat de feitelijke en financiële gevolgen zijn van de uitwerking van de motie Jetten (Kamerstuk 35 300, nr. 19) om het budget voor de ondersteuning van parlementariërs structureel met € 10 miljoen per jaar te verhogen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de vierde voortgangsrapportage renovatie Binnenhof. Zij hebben nog enkele vragen die ze aan de Staatssecretaris willen voorleggen.

De leden van de D66-fractie constateren dat er op verzoek van de Tweede Kamer als gebruiker een second opinion over het buitenklimaat is uitgevoerd. Deze leden vragen of er nader aangeven kan worden wat uit deze second opinion is gekomen? Zijn hier nog grote problemen naar voren gekomen, of gevolgen voor het proces anders dan omschreven in de voortgangsrapportage?

De leden van de D66-fractie vragen op welke termijn er duidelijkheid wordt verwacht rondom de publieksingang van de Tweede Kamer, en van welke factoren deze planning afhangt?

De leden van de D66-fractie constateren dat er nu niet voor gekozen is om certificering middels BREEAM-NL na te streven. Deze leden vragen of er wel andere verdergaande meetmethodes worden toegepast, zodat het effect van de duurzaamheidsmaatregelen in totaal ook inzichtelijk wordt? De leden van de D66-fractie vragen tevens of er ook wordt vastgelegd welke materialen waar en hoe worden toegepast om toekomstig hergebruik en verbouw te vergemakkelijken (zoals in het materialenpaspoort)?

De leden van de D66-fractie vragen wat de gevolgen zijn van de vertraging die is opgelopen bij de verhuizing van het Ministerie van Algemene Zaken? Zij vragen op welke wijze deze eventueel kan worden ingehaald en wat het voor planning en kosten betekent wanneer dit niet het geval is?

De leden van de D66-fractie constateren dat de ingebruikname van de Oude Zaal wordt meegenomen in het onderzoek van de voorontwerpfase. Deze leden vragen in hoeverre de eisen die worden gesteld voor het in gebruik nemen van de Oude Zaal van hetzelfde niveau zullen zijn als de andere zalen met dezelfde functie?

De leden van de D66-fractie vragen of er nader geduid kan worden wat er wordt bedoeld met de passage in de voortgangsrapportage «het benutten van alle huisvestingsopties, zowel binnen als buiten het Binnenhof»?

De leden van de D66-fractie vragen of er nader uiteengezet kan worden wat de marktspanning voor het budgettaire beeld van de renovatie betekent en in hoeverre de verwachting is dat er door onzekerheden als COVID-19 nog extra middelen benodigd zijn voor de renovatie?

De leden van de D66-fractie constateren dat er binnen de Kamer al begonnen is met voorbereidingen van de tijdelijke verhuizing, bijvoorbeeld in de Handelingenkamer. Deze leden vragen welke werkzaamheden of verhuizingshandelingen er in de Kamergebouwen al plaatsvinden in de aanloop naar de verhuizing, en wat dit eventueel betekent voor het functioneren van de Kamer in deze periode?

De leden van de D66-fractie constateren dat een deel van de hoger uitgevallen lasten als gevolg van het uitstellen van de verhuizing wordt gedekt vanuit de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze leden vragen welke middelen binnen de begroting van BZK hiervoor worden gebruikt? Tevens constateren de leden van de D66-fractie dat de Grafelijke Zalen niet worden gerenoveerd. Deze leden vragen wat de huidige staat van deze zalen is nu de renovatie niet doorgaat, en op welke termijn er (groot) onderhoud voor deze zalen gepland staat of nodig wordt geacht?

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van de vierde voortgangsrapportage. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen aan de Staatssecretaris.

De leden van de fractie van GroenLinks zijn, zoals bekend, van mening dat duurzaamheid een belangrijk aspect is bij de verbouwing. Zij zijn van mening dat de renovatie van het gehele complex een goed moment is om duurzaamheidsmaatregelen te nemen. Zij zijn ook van mening dat dit goed past bij het goede voorbeeld dat de overheid in het algemeen en het parlement specifiek hiermee geeft aan de samenleving. Deze leden vinden het uiteraard van belang dat het geld dat gemoeid is met de renovatie van het Binnenhof goed en doelmatig moet worden besteed. Zij zijn evenwel van mening dat duurzaamheidsmaatregelen nu op de langere termijn juist (energie)kosten kunnen besparen en dat het daarom de moeite waard is om effectieve investeringen te doen. Niet alleen uit het oogpunt van duurzaamheid, maar ook vanuit het oogpunt van kostenbesparingen op de langere termijn. Deelt de Staatssecretaris deze mening?

Over de duurzaamheidsparagraaf hebben de leden van de fractie van GroenLinks op dit moment een aantal concrete vragen.

  • In de bijlage onder punt 8 over circulaire materialen en producten staat dat de mate van toepassing afhankelijk is van het projectbudget. Kan de Staatssecretaris dit nader concreet toelichten? En deelt hij de mening dat het niet logisch is om van de samenleving te vragen om circulair te bouwen en als overheid dat dan niet ook maximaal te doen?

  • In de bijlage onder punt 5 over de PV-systemen en zonnecollectoren op daken staat dat het plaatsen van zonnepanelen momenteel nog niet is opgenomen in het huidige ontwerp en dat op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw VO voor de TK, waarin dit wordt opgenomen waar dit binnen de projectkaders valt en kostenefficiënt is. Kan dit nader worden toegelicht? Wat is de precieze definitie van de projectkaders en hoe wordt kostenefficiëntie bepaald?

  • In de bijlage staat dat CO2-accountancy en verantwoording nu niet in scope project valt. Kan dit nader worden toegelicht?

De leden van de fractie van GroenLinks begrijpen dat door het uitstel van de verhuizing met een jaar, naar de zomer van 2021, er ca. 25 miljoen euro extra kosten zijn. Als gevolg hiervan worden de Grafelijke zalen niet gerenoveerd. Wat betekent dit concreet voor deze zalen, welk onderhoud wordt niet uitgevoerd? En wat zijn de gevolgen hiervan? Betekent dit bijvoorbeeld dat eventuele latere renovatie moeilijker uitvoerbaar zal zijn of dat onherstelbare schade kan optreden?

De leden van de fractie van GroenLinks vernemen graag van de Staatssecretaris of de coronacrisis, voor zover nu in te schatten, gevolgen zal hebben voor de planning en de uitvoering van de (voorbereidende) werkzaamheden? Zo ja, wat zijn deze gevolgen? In het verlengde hiervan vragen de aan het woord zijnde leden of, mocht de 1,5 meter samenleving nog lange tijd aanhouden, er overwogen wordt om bij de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer te kijken naar het benutten van meer verdiepingen zodat er meer beschikbare werkplekken zijn? Zo ja, welke mogelijkheden zijn er en wat zijn de consequenties van het gebruik van meer kantoorruimte?

Tot slot zouden de leden van de fractie van GroenLinks het op prijs stellen als een geactualiseerde schematische tijdlijn van de belangrijkste momenten in het project kan worden gedeeld.

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de vierde rapportage Renovatie Binnenhof. Zij hebben daar nog een aantal vragen over.

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de vertraging en oplopende kosten voor de renovatie Binnenhof. Volgens deze leden is het van belang dat de rijksoverheid het goede voorbeeld geeft en niet -wederom- terecht komt in een project waarbij kosten en termijnen worden overschreden. De leden van de SP-fractie lezen in de rapportage dat bezuinigingen voor de reeds bekende kostenoverschrijdingen worden gevonden door onder andere de Grafelijke Zalen niet te renoveren. Voorts staat vermeld dat € 5 mln. wordt opgevangen binnen de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook de extra kosten voor de beveiliging van de tijdelijke huisvesting van € 25 mln. worden binnen genoemde begroting opgevangen. Wat betekent dit concreet? Zijn hierdoor bezuinigingen te verwachten op andere posten op deze begroting? Garandeert de Staatssecretaris dat kostenoverschrijdingen niet zullen worden opgevangen door te bezuinigen op uitgaven op deze begroting voor de samenleving?

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de kosten gemoeid met de uitvoering van de motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr.19). In de rapportage wordt aangegeven dat nog geen inzicht is in de kosten en consequenties die deze motie zal hebben. Wanneer verwacht de Staatssecretaris hier wel duidelijkheid over te kunnen geven? De motie Jetten wordt deels betaald uit onderbestedingen bij de huurtoeslag. Kan de Staatssecretaris aangeven of vanwege de huidige economische teruggang wordt verwacht dat meer huishoudens in de nabije toekomst zijn aangewezen op huurtoeslag? Zo ja, welke consequenties heeft dit voor de uitvoering van de motie Jetten c.s.?

De Coronacrisis heeft op dit moment een grote impact op het werk van de Staten Generaal. Om het parlementaire werk voort te kunnen zetten zijn maatregelen genomen waaronder het in gebruik nemen van extra zalen, een andere opstelling en extra schoonmaakwerkzaamheden. Deskundigen waarschuwen dat deze maatregelen potentieel nog lang nodig zullen zijn en rekening dient te worden gehouden met nieuwe uitbraken in de komende jaren. De Staatssecretaris schrijft in de rapportage dat de huidige uitbraak van COVID-19 de renovatie kan raken maar dat eventuele gevolgen nog niet zijn in te schatten. De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris niet enkel te kijken naar de gevolgen van de huidige uitbraak maar vragen ook te analyseren welke maatregelen ook op langere termijn genomen dienen te worden om zowel in de tijdelijke huisvesting als na de renovatie beter om te kunnen gaan met nieuwe uitbraken.

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat het Binnenhof niet alleen van belang is voor de politiek maar voor de samenleving als geheel. Het hart van de democratie kan niet zonder de mensen die ze vertegenwoordigd, menen deze leden. De SP-fractie is van mening dat de renovatie van het Binnenhof een uitgelezen kans biedt de historie van het Binnenhof beter te leren kennen en daar een zo breed mogelijk publiek bij te betrekken. De leden van de SP- fractie zijn verheugd dat de Staatssecretaris in gesprek is met de gemeente Den Haag om uitvoering te geven aan de aangenomen motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk, 34 293, nr. 87) die opriep een breed publiek te laten participeren bij het archeologisch onderzoek dat zal plaatsvinden in het kader van de renovatie Binnenhof. De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de zinsnede op pagina 11 van de rapportage waarin de Staatssecretaris stelt «de subsidieregeling voor invulling van deze motie vervalt eind 2020». Om welke subsidieregeling gaat het? Welke consequenties heeft dit? Betekent deze zinsnede dat de Staatssecretaris vreest geen uitvoering te kunnen geven aan genoemde motie?

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennis genomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de vierde rapportage renovatie Binnenhof. Deze leden hebben een aantal vragen die zij graag opgehelderd zien.

In de voortgangsrapportage wordt aandacht besteedt aan het ontwerp van de Tweede Kamer en minder aan de voortgang bij andere Binnenhof bewoners. Welke knelpunten leven daar in de ontwerpen? Deelt de Staatssecretaris de mening dat, gezien het feit dat alle Binnenhofbewoners (Algemene Zaken, Eerste Kamer, Raad van State) in de stuurgroep zitten en de opdracht hebben gezamenlijk op te trekken, het belangrijk is inzicht te hebben in de voortgang van alle vier de bewoners? Is de Staatssecretaris bereid deze transparantie te geven en ook inzicht te verschaffen in de voortgang van andere ontwerpen?

De Minister stelt dat de verschillende ontwerpen van de gebouwdelen volgens de planning verlopen. Welke planning wordt hier bedoeld? Hoe verhoudt dit zich tot de nieuwe demarcatie Raad van State en Tweede Kamer? Kan inzicht worden gegeven in de gehele planning inclusief Algemene Zaken, Eerste Kamer en Raad van State? Kan worden aangegeven wat precies is verschoven? Welke consequenties heeft deze verschuiving voor de Tweede Kamer?

Is het waar dat de vergunningen voor de start van de daadwerkelijke renovatie van het Binnenhof nog niet zijn aangevraagd? Om welke vergunningen gaat het? Wat is de Staatssecretaris bekend over de planning van het vergunningentraject? Hoe lang verwacht hij dat dit traject gaat duren? Welke impact verwacht de Staatssecretaris dat de stikstof- dan wel coronacrisis hebben op de duur van dit traject? Hoe lang zal het duren voordat daadwerkelijk met de bouw kan worden begonnen na het afgeven van de vergunningen? Bestaat de kans dat wanneer de verhuizing naar B67 plaats heeft voor het afgeven van de vergunning het Binnenhof gedurende een lange tijd leeg staat terwijl nog niet kan worden begonnen met de renovatie? Deelt de Staatssecretaris de mening dat zolang er geen vergunningen zijn afgegeven de verhuizing naar B67 niet kan plaats vinden? Welke garanties kunnen worden gegeven dat de verbouwing niet langer zal duren dan 5,5 jaar, vanaf het moment van verhuizing? Bestaat er een recente haalbaarheidsstudie of review naar de plannen zoals deze zich nu ontwikkelen? Zo ja, wat zegt deze over de haalbaarheid?

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de impact is van het project renovatie Binnenhof voor de binnenstad van Den Haag? Welke impact heeft de renovatie op de horeca, winkels en musea in de directe omgeving? Wat is de impact van de renovatie voor de ondernemers in combinatie met de maatregelen genomen tegen het coronavirus?

Is het wel verantwoord om te verhuizen zolang niet duidelijk is wanneer er daadwerkelijk met de bouw kan worden begonnen? In hoeverre is hierover al overeenstemming tussen het Rijksvastgoedbedrijf, de gemeente en de omgeving?

Hoe is het budget verdeeld over de verschillende Binnenhofgebruikers en welk opslagpercentage (projectvoorstel niet zijnde bouwkosten) hanteert het Rijks vastgoedbedrijf? Uit welke kosten bestaat deze opslag?

De leden van de PvdA-fractie vragen of er een overzicht kan worden gegeven van het totale budget voor de renovatie van het Binnenhof met daarbij een specifiek overzicht per gebruiker? Kan worden aangegeven hoe het budget er nu uitziet, wat is er tot nu toe uitgegeven, waaraan en met welk doel? Welk deel daarvan ging naar het Rijksvastgoedbedrijf? Is de Staatssecretaris bereid om alle financiële uitgaven die tot nu toe zijn gedaan, en die u van plan bent te doen, openbaar te maken?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de B67 onderdeel is van de strategische voorraad van het Rijksvastgoedbedrijf. Waarom komen de kosten voor de B67 dan ten laste van het projectbudget renovatie Binnenhof? Kan de Staatssecretaris hier duidelijkheid over verschaffen?

Tot slot vragen de leden van de PvdA-fractie zich af of B67 Corona-proof is. Klopt het dat alle bezoekersstromen via een enkele ingang binnen komen? Zo ja, kan hierdoor wel aan de 1,5 meter richtlijnen worden voldaan? Deelt de Staatssecretaris de mening dat wanneer de gehele samenleving moet anticiperen op 1,5 meter, dit juist geldt voor de Tweede Kamer? Zo ja, hoe gaat hij de 1,5 meter richtlijnen in B67 realiseren? Is de Staatssecretaris bereid om de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk, maar vóór het zomerreces een uitgewerkt plan toe te sturen met de maatregelen die hij neemt om het gebouw Corona-proof te maken?

De leden van de ChristenUnie-fractie danken het kabinet voor de toegezonden stukken.

De renovatie van het Binnenhof gaat wat de leden van de ChristenUnie-fractie betreft niet enkel over geld of tijd. Het gaat in de eerste plaats over het kloppend hart van onze parlementaire democratie en hoe het Binnenhof die rol ook in de toekomst kan blijven spelen. Daarbij zijn de monetaire en planmatige kaders van groot belang, omdat de renovatie vanuit gemeenschapsgeld wordt betaald. Dat hiermee verstandig behoort te worden omgegaan, wordt nog eens extra onderstreept in de coronacrisis, die grote economische gevolgen zal helpen.

Tegelijkertijd zien de leden van de ChristenUnie-fractie ook een aanjaagfunctie bij de rijksoverheid om bouwprojecten door te zetten. Zij onderschrijven dan ook volmondig de oproep die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 22 april jongstleden deed, samen met bouwpartijen: blijf doorbouwen en versnel waar mogelijk. Zij hebben mede in het licht van deze oproep een aantal vragen over het voornemen om niet over te gaan tot renovatie van de Grafelijke zalen waartoe ook de Ridderzaal behoort. Zij vragen het kabinet afzonderlijk op de hieronder gestelde vragen in te gaan.

Meer nog dan bovenstaande hechten de leden van de ChristenUnie-fractie er aan hier met klem te benadrukken dat het hier een uniek gebouw betreft met grote historische waarde voor ons land, niet in de laatste plaats omdat hier in 1581 het Plakkaat van Verlatinghe werd ondertekend waarmee Filips II werd afgezet als heerser. Ziet het kabinet de waarde van deze ruimtes ook? Deelt zij de mening van de leden van de ChristenUnie-fractie dat dit een gebouw is dat gekoesterd en bewaard moet worden? Welke gevolgen heeft het voorgenomen besluit dan ook voor het behoud van de Grafelijke zalen voor toekomstige generaties? Wat zal er concreet niet worden gerenoveerd, wat wel was voorgenomen? En waarom wordt dit verantwoord geacht? Is bij dit specifieke besluit cultuurhistorische expertise ingewonnen, juist vanwege de grote waarde van het gebouw? Tevens vragen zij een nadere onderbouwing wat de financiële gevolgen zijn als niet nu, maar over bijvoorbeeld na twintig jaar tot renovatie wordt overgegaan. Zal dan niet een veelvoud moeten worden betaald van het bedrag dat nu wordt bespaard, zo vragen zij.

Daarnaast vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe het voornemen om niet over te gaan tot renovatie van de Grafelijke zalen zich verhoudt tot het eerdere pleidooi van het kabinet om door te blijven bouwen. Doet het kabinet hiermee niet eigenlijk het tegenovergestelde? Zij roepen het kabinet op om te bezien hoe toch doorgang kan worden gevonden voor renovatie van de Grafelijke zalen, dat ook in deze tijd zijn meerwaarde laat zien.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen met instemming dat het project meer in de uitwerkingsfase terechtkomt. Welke mogelijkheden zijn er om (delen van) de renovatie naar voren te houden? Hoe kan de renovatie worden aangewend om de bouw op gang te houden? Bieden de huidige omstandigheden aanleiding of mogelijkheid om versnelling in te zetten?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het overzicht weging duurzaamheidsmaatregelen renovatie Binnenhof, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de motie van de leden Van Eijs en Van der Graaf (Kamerstuk 34 293, nr. 89). Zij vragen hoe naast de kostenklasse, ook de mate van impact op het bereiken van duurzaamheidsdoelen wordt meegewogen? Kan de regering ook deze impact bij de maatregelen aangeven?

Mede in het licht van de huidige crisis vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of en hoe er mogelijkheid is voor de Kamer om in uitzonderlijke gevallen samen te komen gedurende de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting tijdens het zomerreces 2021.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de kosten voor de beveiliging van de tijdelijke huisvesting 25 miljoen euro hoger uitvallen dan voorzien. Zij vinden dit een zeer groot bedrag en vragen zich af welk bedrag oorspronkelijk voor de beveiliging was geraamd. Voorts vragen zij of, met inachtneming van geheimhouding waar nodig, nader kan worden onderbouwd waar deze extra kosten in gaan zitten

De leden van de SGP-fractie hebben kennis genomen van de vierde rapportage Renovatie Binnenhof. Deze leden hebben daarover enkele vragen.

De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de uitwerking van de motie Bisschop over de functie van de Oude Zaal (Kamerstuk 34 923, nr. 92). Wat is er als reactie op deze motie in gang gezet? Klopt het dat op dit moment het verzoek tot wijziging, zoals de motie vraagt, als onderzoek meegenomen wordt in de voorontwerp fase? Wordt het herinrichten van de Oude Zaal reeds als onderdeel van het renovatieplan meegenomen? Is onderzocht of de Oude Zaal in de toekomst als commissievergaderzaal gebruikt kan worden?

II Reactie van de bewindspersoon

Inleiding

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 20 mei jl. in een schriftelijk overleg vragen gesteld over de brief van 30 april 2020 (Kamerstuk 34 293, nr. 94) over de vierde rapportage renovatie Binnenhof (hierna: vierde rapportage). Ik dank u voor de gestelde vragen.

Hoezeer ik ook begrijp dat iedere bewoner met pijn in het hart het Binnenhof voor een aantal jaar zal verlaten, en de Haagse ondernemers in de omgeving het vertrek met lede ogen aanzien, is de renovatie van het Binnenhof urgent. Dit vanwege gebreken en aanpassingen met het oog op wet- en regelgeving zoals asbest, brandveiligheid en de staat van technische installaties. De renovatie is voorwaardelijk voor het toekomstig functioneren van het gehele gebouw voor zijn gebruikers en de mensen die het Binnenhof bezoeken. Het is niet voor niets dat de Haagse brandweer de huisvesting op het Binnenhof slechts gedoogt, omdat de veiligheid van gebruikers en bezoekers door extra maatregelen is verzekerd. Maar dit geldt dus niet voor het gebouw. Voor een structurele oplossing is, zoals ik in de eerdere voortgangsrapportages heb aangegeven, renovatie vereist. Nut en noodzaak van de renovatie zijn in de kabinetsreactie van 25 september 2015 (Kamerstuk 34 293, nr. 2) gemotiveerd en de gekozen reikwijdte is daarin toegelicht. Tijdens het debat op 10 december 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 36, item 9) heeft uw Kamer ook aangegeven de renovatie noodzakelijk en urgent te vinden. De mogelijkheden en onmogelijkheden bij de uitvoering van de renovatie zijn in dit debat uitgebreid besproken. De Tweede Kamer heeft in april 2016 ingestemd met de variant van de verbouwing ineens met een renovatieduur van 5,5 jaar (Kamerstuk 34 923, nr. 29) waarbij de gebruikers gedurende die periode verhuizen naar tijdelijke huisvestingen.

Het is in deze uitzonderlijke tijd verder van groot belang om de bouw waar maar enigszins mogelijk op gang te houden, zoals de leden van de ChristenUnie-fractie terecht stellen. Vandaar dat het kabinet én vanwege de urgentie én vanwege het doorgaan van de bouw bij de voorjaarsnotabesluitvorming akkoord is gegaan met extra middelen gekoppeld aan de disclaimers.

Naar aanleiding van vragen van vrijwel alle fracties kan ik aangeven dat ervoor wordt gezorgd dat in de tijdelijke huisvesting rekening wordt gehouden met de impact van COVID-19. Uitgangspunt is dat de primaire processen zoveel mogelijk gelijkwaardig doorgaan zoals nu ook op het Binnenhof gebeurt. Samen met de gebruikers wordt er alles aan gedaan om die maatregelen te nemen die noodzakelijkerwijs genomen moeten worden, ook al is het ongewis of deze maatregelen nog nodig zullen zijn tegen de tijd dat de tijdelijke huisvesting in gebruik wordt genomen. De bouw van de tijdelijke huisvesting voor de Eerste Kamer / Raad van State en Tweede Kamer ligt op koers. Alles is gereed zodat de gebruikers nog deze zomer kunnen beginnen met de noodzakelijke voorbereidingen (zoals het sluiten van bijvoorbeeld noodzakelijke contracten) om de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting in de zomer van 2021 goed te laten verlopen. Zoals in de vierde rapportage is aangegeven, wordt voor de tijdelijke huisvesting Algemene Zaken bekeken of de opgelopen vertraging door de stikstofproblematiek ingelopen kan worden.

De renovatie van het Binnenhof komt steeds meer in een uitwerkingsfase. Een belangrijke mijlpaal hierbij is de vaststelling van de verschillende voorontwerpen van de gebouwdelen op het Binnenhof rond de zomer, na instemming van de gebruikers. De voorbereidingen voor deze besluitvorming zijn, op een enkele te maken keuze per voorontwerp na, afgerond. Daarnaast laat de globale berekening ten aanzien van stikstof zien dat onder andere met de toepassing van emissiearm materieel de renovatie binnen de normen kan worden uitgevoerd.

Natuurlijk is een dergelijk groot project niet vrij van risico’s. Zo was de uitspraak rond stikstof en COVID-19 niet te voorzien. Samen met de gebruikers wordt er alles aan gedaan om een zoveel mogelijk gelijkwaardige, tijdelijke werkomgeving te realiseren. En daarnaast de hele renovatie binnen tijd en budget te verwezenlijken.

In het navolgende ga ik in op de vragen die in dit verslag zijn gesteld, waarbij zo veel mogelijk de volgorde van het verslag wordt aangehouden en de vragen zoveel mogelijk in samenhang worden behandeld. Indien dit niet mogelijk is, noem ik de vragen specifiek in mijn beantwoording.

De beantwoording van deze vragen heb ik gegroepeerd op basis van de volgende thema’s:

  • COVID-19

  • Renovatie

  • Duurzaamheid

  • Tijdelijke huisvesting

  • Financiën

  • Omgeving

COVID-19

De leden van de fracties van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, PVV, GroenLinks, PvdA en SP stellen vragen over verschillende aspecten van de renovatie van het Binnenhof in relatie tot COVID-19, waaronder de planning, financiën en uitvoering.

Het vraagstuk van COVID-19 staat niet op zichzelf. Binnen afzienbare termijn worden in de volle breedte rijksgebouwen (tijdelijk) aangepast op de gevolgen van COVID-19 en de nieuwe 1,5 meter samenleving. Kennis die hierbij wordt opgedaan zal worden benut bij het project renovatie Binnenhof, zodat tijdig eventuele noodzakelijke maatregelen worden genomen bij de tijdelijke huisvesting als ook bij de renovatie van het Binnenhof zelf.

De bouw van de tijdelijke huisvesting Eerste Kamer / Raad van State en Tweede Kamer zelf draait volop door. De uitvoerende partijen zijn goed in staat de organisatie van het bouwproces op de richtlijnen van het RIVM in te richten. De extra inspanningen die het kost om volgens de richtlijnen te werken, worden binnen de voorziene planningen opgevangen en hebben geen gevolgen voor de bouw van de tijdelijke huisvesting. Van concrete vertraging in toeleveranties in de bouw is nu geen sprake.

De leden van de fracties van PvdA, VVD, GroenLinks en CDA vragen in hoeverre de tijdelijke huisvestingen en het Binnenhof na de renovatie Corona-proof zijn. Voor alle tijdelijke huisvestingen wordt de impact van COVID-19 bekeken. Uitgangspunt is dat de primaire processen zoveel mogelijk gelijkwaardig doorgaan zoals nu ook op het Binnenhof gebeurt ten tijde van COVID-19. Belangrijk is te melden dat het pand Bezuidenhoutseweg 67 verschillende ingangen kent. Medewerkers komen gescheiden binnen, er zijn meerdere toegangen en bij de centrale ingang is sprake van meerdere tourniquets voor de bezoekersstromen waarachter zich verschillende scanstraten en speedlanes bevinden. Ook zijn de publieke ruimtes, zoals de commissiezalen en de publieke tribune van de plenaire zaal via verschillende routes en ingangen te bereiken, vergelijkbaar met de huidige situatie op het Binnenhof. Ten aanzien van de gebouwdelen op het Binnenhof na de renovatie wordt de mogelijke impact van COVID-19 in overleg tussen de gebruikers en het Rijksvastgoedbedrijf meegenomen bij de uitwerking van het definitief ontwerp. Hierbij is ook aandacht voor de vraag van de leden van de SP-fractie om in de toekomst beter om te gaan met nieuwe uitbraken. Vanuit deze invalshoek worden de gevolgen van COVID-19 voor de renovatie beoordeeld.

Renovatie

Ontwerpproces

De leden van de VVD-fractie vragen welke openstaande punten er nog zijn om van een functioneel voorontwerp naar een definitief voorontwerp te komen voor gebouwdeel Tweede Kamer. Het functioneel voorontwerp wordt voor het zomerreces aan de gebruiker Tweede Kamer voorgelegd voor instemming. In het functioneel voorontwerp zijn alle functionaliteiten in de juiste omvang en op de juiste locatie voorgesteld. Tevens is een aantal ruimtelijk/ functionele verbeteringen voorgesteld, zoals de entree en logistiek. Na de uitwerking van deze verbeteringen kan het definitief voorontwerp na het zomerreces, na instemming van de gebruiker, worden vastgesteld. Daarna wordt het verder uitgewerkt in het definitief ontwerp. De leden van de D66-fractie vragen op welke termijn er duidelijkheid wordt verwacht rondom de publieksingang van de Tweede Kamer, en van welke factoren deze planning afhangt? De publieksentree is één van de functionaliteiten die in het functioneel voorontwerp is opgenomen en in bovengenoemd proces is opgenomen.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er bij de andere gebouwdelen, naast de Tweede Kamer, knelpunten in de ontwerpfase zitten. Met de preciezere invulling van de demarcatie tussen de gebouwdelen is een belangrijk punt opgelost. Daarnaast spelen er momenteel geen substantiële knelpunten bij de andere gebouwdelen. In de Stuurgroep Binnenhof worden vooral de complex-overstijgende zaken besproken, of als er zaken zijn die een ander gebouwdeel raken. De fractie van de PvdA vraagt ook naar verschuivingen met de preciezere invulling van de demarcatie. De vier gebruikers blijven in grote lijnen op hun huidige locatie gesitueerd. Er komt een logischer scheiding tussen de gebouwdelen, waardoor de brandveiligheid, de technische installaties en het functionele gebruik verbeterd kunnen worden. De Raad van State gaat weer gebruik maken van de oude Volle Raadzaal. Deze zaal heeft nu nog een kantoorfunctie. De indeling van de Hofkapel blijft min of meer gelijk, maar een deel van de monumentale zolderverdieping van de Eerste Kamer wordt na de renovatie jaarlijks opengesteld voor het publiek. In de vierde rapportage is een visuele weergave gegeven van deze demarcatie.

Vergunningen en planning

De leden van de PvdA-fractie hebben verschillende vragen over de stand van zaken omtrent de vergunningen. De vergunningen worden conform planning parallel aan het ontwerpproces aangevraagd. De benodigde vergunningen zijn onder andere:

  • Vergunning Wet Natuurbescherming;

  • Sloopmelding;

  • Aanlegvergunning;

  • Omgevingsvergunning voor alle gebouwdelen.

In de zomer van 2021 kan worden gestart met de fysieke voorbereiding van de renovatie. Dit betreffen onder andere onderzoekswerkzaamheden en asbestsanering die niet vergunningplichtig zijn. Een eventuele vertraging in het verkrijgen van een benodigde vergunning heeft daarom geen gevolgen voor de start van de renovatie. Daarnaast zijn de doorlooptijden van de omgevingsvergunningen verschillend voor monumenten en niet-monumenten. Hoe dan ook kan gestart worden met de genoemde werkzaamheden.

De leden van de fracties van PvdA en VVD vragen naar de impact van stikstof op de vergunningen. De globale berekening laat zien dat de inschatting is dat door de toepassing van onder andere emissiearm materieel voldoende reducties mogelijk zijn om de renovatie binnen de randvoorwaarden van de stikstofdepositie uit te voeren. Inmiddels zijn twee van de drie uitvoerende partijen voor de renovatie gecontracteerd. Met deze partijen worden thans de logistieke plannen op hoofdlijnen ontwikkeld, die binnen de randvoorwaarden van de stikstofdepositie dienen te passen. Dit wordt in nauw overleg met de gemeente Den Haag gedaan. Als de voorontwerpen gereed zijn, wordt een nauwkeurigere berekening uitgevoerd. Dit is in september gereed. Op basis van de definitieve ontwerpen, die gereed zijn aan het einde van het jaar, kan een definitieve berekening worden uitgevoerd.

De leden van de fracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en de PvdA hebben vragen gesteld over de planning. In de vierde rapportage gaf ik op de afzonderlijke onderdelen inzicht in de planning. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de PvdA en GroenLinks-fracties over de planning van de verschillende ontwerpen, is de tijdlijn als volgt:

  • Rond de zomer van 2020 zijn de verschillende voorontwerpen van gebouwdelen Tweede Kamer, Eerste Kamer / Raad van State en Algemene zaken vastgesteld, inclusief de nieuwe demarcatie;

  • Rond de aankomende jaarwisseling wordt op basis van de definitieve ontwerpen gestart met de vergunningaanvragen;

  • In de zomer van 2021 zal, na verhuizing naar de tijdelijke huisvesting, worden gestart met de fysieke voorbereidingen van de renovatie. Dit betreffen onder andere onderzoeken en asbestsaneringen;

De renovatie beslaat, zoals aangegeven, een periode van 5,5 jaar. Zoals ik in mijn inleiding heb aangegeven is in 2016, na afweging van verschillende varianten, besloten tot een niet gefaseerde renovatie met tijdelijke huisvesting voor de gebruikers van het Binnenhof. Dit ook in antwoord op de vraag van de leden van de PVV-fractie.

Grafelijke Zalen

De leden van de fracties van de ChristenUnie en de PVV stellen vragen over de Grafelijke Zalen in relatie tot de cultuurhistorische waarde van dit gebouw. Uiteraard is dit een gebouw wat gekoesterd en bewaard moet worden, ook voor de toekomstige generaties. In de vierde rapportage over de renovatie van het Binnenhof heb ik gemeld dat vanwege de kosten voor het jaar uitstel een versobering in het project moest plaatsvinden. De keuze was of 1) de Grafelijke Zalen niet meer te renoveren of 2) de € 25 miljoen te herprioriteren binnen de scope (versobering of verkleining) van alle andere gebouwdelen. De noodzakelijke besparing opleggen als integrale versobering van het gehele project zou ook – nog los van de haalbaarheid – tot extra onderzoek en daarmee tot extra ontwerpkosten en tijdverlies leiden. Daarnaast was een belangrijke overweging dat het complex Grafelijke Zalen een vrijstaand gebouwdeel is met een beperkte operationele bezetting. Dit is niet het geval voor de overige gebouwdelen op het Binnenhof die dringend gerenoveerd dienen te worden, met name vanwege onder andere de brandveiligheid en asbest. Daarom is gekozen om de renovatie van de Grafelijke Zalen in dit project niet uit te voeren.

De leden van de fracties van GroenLinks, ChristenUnie en D66 vragen naar de huidige staat van de Grafelijke Zalen, de concrete gevolgen van de beslissing om de Grafelijke Zalen niet meer te renoveren, en de gevolgen voor een latere renovatie. Uiteraard betekent het niet doorgaan van de renovatie niet dat er geen enkel onderhoud plaatsvindt. De huidige situatie van de Grafelijke Zalen wordt op peil gehouden volgens het overeengekomen instandhoudingsplan, waarbij veiligheid, gezondheid en bedrijfszekerheid worden geborgd. Op dit moment wordt ook cultuurhistorische expertise meegenomen, zoals de leden van de ChristenUnie-fractie vragen. De leden van de fractie van D66 vragen op welke termijn er (groot) onderhoud voor deze zalen gepland staat of nodig wordt geacht. Hiervoor wordt een nieuw herziene reguliere meerjarenonderhoudsplanning opgesteld, conform het huisvestingsstelsel van het Rijksvastgoedbedrijf. Tevens zal het definitief ontwerp van de renovatie van de Grafelijke Zalen gewoon worden afgerond. Wanneer in een later stadium wordt besloten om de renovatie van de Grafelijke Zalen alsnog doorgang te laten vinden zal dat daarmee snel op te pakken zijn, zoals de leden van de GroenLinks fractie vragen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen tevens een nadere onderbouwing van de financiële gevolgen als niet nu, maar over bijvoorbeeld twintig jaar tot renovatie wordt overgegaan. Deze financiële gevolgen bij renovatie over bijvoorbeeld 20 jaar kunnen nu nog niet worden aangeven. Hiervoor zou meer duidelijkheid nodig zijn over veranderend gebruik, nieuwe wet- en regelgevingen en de dan geldende marktsituatie.

Nieuwspoort, Oude Zaal en lange termijn huisvestingsbehoefte

In reactie op de vragen van de leden van de VVD en CDA-fracties over Nieuwspoort, kan ik u melden dat Nieuwspoort, de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf overeenstemming hebben verkregen over het functioneel ontwerp van Nieuwspoort, binnen het Kamergebouw. Daarbij is -uiteraard – ook de gebruiker Tweede Kamer betrokken, zoals de VVD-fractie vraagt. De aansturing van het ontwerpproces gebeurt immers binnen de driehoek gebruiker, opdrachtgever en architecten/technische adviseurs. Besluitvorming over het ontwerp en de samenhangende kosten binnen de kaders van het project vindt plaats op het moment dat het functioneel voorontwerp van de Tweede Kamer gereed is. De Bouwbegeleidingscommissie van de Tweede Kamer is hier nauw bij betrokken. In reactie op de vragen van de leden van de VVD-fractie over het onderscheid tussen «voor de zomer» en «rond de zomer», kan ik melden dat het functioneel ontwerp van Nieuwspoort voor de zomer van 2020 gereed is. De besluitvorming over het gehele functioneel voorontwerp van het gebouwdeel is rond de zomer voorzien.

De leden van de VVD en D66-fracties hebben vragen over de lange termijn huisvestingsbehoefte van de Tweede Kamer. Er is een aantal ontwikkelingen dat in nauwe samenhang wordt bezien. Dit betreft de stand van zaken rondom satellietlocaties buiten het Binnenhof van de Tweede Kamer en de motie Jetten en het amendement Sneller. Met de gebruiker Tweede Kamer heb ik afgesproken om hier, binnen het Rijkshuisvestingsstelsel, de komende maanden tot een afgestemde aanpak te komen om zowel kwalitatief als kwantitatief goede huisvesting ten behoeve van de Tweede Kamer te bieden bij terugkeer van de tijdelijke huisvesting aan de Bezuidenhoutseweg 67. Ik informeer u hier nader over in de volgende rapportage. Dit heeft overigens geen gevolgen voor de overgang naar de tijdelijke huisvesting.

De leden van de fracties van SGP, VVD en D66 hebben vragen gesteld over de Oude Zaal. Zoals besproken in het VAO Renovatie Binnenhof van 21 november 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 27, item 5) was de motie Bisschop betreffende de Oude Zaal een motie aan de Tweede Kamer zelf. De gebruiker Tweede Kamer zal een verzoek tot wijziging moeten indienen waarbij de consequenties voor tijd en geld zijn verwerkt. Na akkoord van gebruiker en Rijksvastgoedbedrijf hierop zal de herinrichting van de Oude Zaal onderdeel uitmaken van de renovatie, dit conform het proces zoals ook beschreven in de vierde rapportage. Wel is reeds onderzocht, zoals de leden van de SGP-fractie vragen, op welke wijze verschillende stromen mensen toegang tot de zaal kunnen krijgen met het oog op toekomstig gebruik van de zaal.

Aannemers

De fractie van de PVV vraagt naar de zorgvuldigheid bij de keuze voor de betreffende aannemers. De keuze voor de betreffende partijen is gebeurd na zorgvuldige afweging. Criteria hierbij zijn onder andere relevante ervaring, financiële positie en technische en professionele vaardigheden. Inmiddels is ook op 4 mei jl. een tweede samenwerkingsovereenkomst gesloten, met bouwcombinatie De Kroon. De derde en laatste samenwerkingsovereenkomst wordt naar verwachting in juli gesloten.

De leden van de fractie van de VVD vragen zich af in hoeverre het verstandig is om nu al de contracten met de aannemers aan te gaan, gezien de COVID-19 uitbraak en mogelijke invloed op prijzen. Door de aannemers vroeg te betrekken in het ontwerpproces (of althans vóór het einde van het ontwerpproces) wordt gestreefd naar meer zekerheid over de haalbaarheid en maakbaarheid van de ontwerpen, in relatie tot planning en budget. Het is in deze uitzonderlijke tijd verder van groot belang om de bouw op gang te houden waarnaar de leden van de fractie van de ChristenUnie ook verwijzen, uiteraard zonder onverantwoorde risico’s te nemen. In de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 mei jl. is het kabinet verder ingegaan op maatregelen om de bouw op gang te houden. Samen met de bouwsector en alle partijen wordt eraan gewerkt dat de bouw in Nederland volop doorgang kan vinden (Kamerstuk 32 847 en 25 295, nr. 650).

De samenwerkingsovereenkomsten vormen een algemene basis waarbinnen deelovereenkomsten kunnen worden gesloten die tot financiële verplichtingen zullen leiden. De overeenkomsten zelf kennen nog geen financiële verplichting. Om de bouwvoorbereiding in lijn met de planning doorgang te laten vinden, zijn inmiddels enkele deelovereenkomsten gesloten, waarin enkele voorbereidende werkzaamheden zijn afgesproken. De daadwerkelijke bouwkosten worden vastgelegd in later te sluiten realisatieovereenkomsten. Opdrachten aan een geselecteerde partij worden verstrekt als de aangeboden prijs marktconform is en de prijs-kwaliteitverhouding van de aanbieding goed is. Een groep van externe en interne deskundigen is gevraagd zitting te nemen in een challenge board om dit proces van contractering en contractbeheer periodiek te beoordelen. Ten aanzien van de vraag van de leden van de VVD-fractie naar de prijsontwikkeling, kan ik alleen zeggen dat de huidige economische omstandigheden zich tot op heden nog niet door lijken te vertalen in lagere bouwprijzen.

Duurzaamheid

De leden van de fracties van VVD, D66, ChristenUnie, PVV en GroenLinks hebben verschillende vragen gesteld over het thema duurzaamheid. De leden van de VVD en ChristenUnie-fracties vragen naar de systematiek van kaders, kostenklasse en impact voor het bereiken van duurzaamheidsdoelen. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of ik deel dat duurzaamheidsinvesteringen op de korte termijn juist op de lange termijn energiekosten kan besparen. Iedere maatregel kent een terugverdientijd, maar er is initieel aanvullend budget benodigd om te kunnen investeren. De kostenbesparing zit inderdaad besloten in de factor terugverdientijd die ik steeds betrek bij de afweging voor te nemen duurzaamheidsmaatregelen. Dit kan wel leiden tot baten, vooral ten gunste van de gebruiker, op andere posten. Kostenefficiëntie wordt bepaald aan de hand van de terugverdientijd in relatie tot de investering. Niet alle maatregelen zijn uit te drukken in kostenefficiëntie, zoals bij regenwaterretentie. Omdat er niet altijd een meetbare impact weer te geven is, is het advies van TU Delft / Van den Dobbelsteen gevraagd. Buiten de algemene duurzaamheidsdoelstelling van de overheid destijds, zijn er geen specifieke duurzaamheidsdoelstellingen aan de renovatie gesteld bij vaststelling van de scope en de financiële kaders in 2015.

Van de 13 maatregelen die in het rapport van de TU Delft / Van den Dobbelsteen worden voorgesteld zijn er 10 al grotendeels opgenomen in de verschillende voorontwerpen of worden deze momenteel nader onderzocht, inclusief terugverdientijden. Dit gebeurt gelijktijdig met het opstellen van de ontwerpen van de gebouwdelen. Uiteraard moeten die maatregelen binnen de financiële kaders passen. In de vijfde rapportage over de renovatie van het Binnenhof informeer ik u hier nader over. Er is een aantal specifieke vragen gesteld over een aantal duurzaamheidsonderwerpen die ik puntsgewijs, in het licht van voorgaande kaders en proces, langs ga:

  • De leden van de fracties van PVV en GroenLinks-fracties hebben vragen gesteld over zonnecellen waarmee elektriciteit kan worden opgewekt (PV-cellen). Het rapport Van den Dobbelsteen1 categoriseert duurzaamheidsmaatregelen in kostenklassen. Eén van deze kostenklassen kent een bandbreedte van 7 tot 25 jaar. In geval van een PV-systeem hebben met name de op dit moment lage energiekosten van het Rijk een negatieve invloed op de berekening van terugverdientijd. In de terugverdientijden van PV-panelen worden onderhoud, vervanging van componenten en de degradatiefactor (ze gaan in de loop der jaren steeds minder leveren) meegenomen.

  • De leden van de PVV en GroenLinks-fracties vragen ook aandacht voor circulariteit. Circulariteit was geen doel bij het vaststellen van de scope en de financiële kaders in 2015, maar past goed bij het huidige tijdbeeld. Voor de renovatie van het Binnenhof wordt zoveel als dat binnen onder andere de financiële kaders past, voorgesorteerd op de overheidsdoelstelling dat de gebouwenportefeuille per 2050 circulair moet zijn. In de verdere planuitwerking geldt als uitgangspunt dat er wordt gezocht naar het hergebruik van materialen die vrijkomen bij de renovatie, voor zover dat past binnen de gestelde kwaliteitseisen en financiële kaders. Hergebruik van vrijkomende materialen vergt in ieder geval (de-) montage- en schoonmaakkosten al dan niet op locatie, die moeten worden afgewogen tegen aanvoer en kosten van nieuwe materialen.

  • De leden van de D66-fractie constateren dat er op verzoek van de Tweede Kamer als gebruiker een second opinion over het binnenklimaat is uitgevoerd. Deze leden vragen of er nader aangeven kan worden wat uit deze second opinion is gekomen? Het ontwerpteam van het deel Tweede Kamer voert momenteel een quickscan uit ten aanzien van de impactbepaling van het na-isoleren van gevels in dit gebouwdeel. Op basis van de second opinion wordt het installatieconcept in de Tweede Kamer getoetst. Er worden hiervoor verschillende opties vergeleken. Deze maatregelen worden, voor zover ze binnen het financiële kader passen, zoveel als mogelijk overgenomen in het ontwerp. Ik informeer u hierover nader in de vijfde rapportage.

  • De leden van de D66-fractie constateren dat er nu niet voor gekozen is om certificering middels BREEAM-NL na te streven. Op advies van het rapport van de TU Delft / Van den Dobbelsteen wordt nu echter wel de toepasbaarheid van BREEAM-NL onderzocht.

  • De leden van de D66-fractie vragen tevens of er ook wordt vastgelegd welke materialen worden toegepast om toekomstig hergebruik en verbouw te vergemakkelijken (zoals in het materialenpaspoort)? Dit gebeurt door middel van het toepassen van een Bouw Informatie Model, waarin wordt vastgelegd welke nieuwe materialen worden verwerkt in de renovatie.

  • De leden van GroenLinks-fractie vragen nog aandacht voor CO2-accountancy. CO2-accountancy was geen onderdeel van de vastgestelde scope, reikwijdte en financiële kaders in 2015. CO2-accountancy is één van de onderdelen die op advies van de TU Delft / Van den Dobbelsteen nu wordt onderzocht.

Tijdelijke huisvesting

Zoals ik in de inleiding van deze beantwoording aangaf, ligt de planning voor de tijdelijke huisvestingen van de Eerste Kamer / Raad van State, Tweede Kamer op schema. De leden van de VVD-fractie hebben in het bijzonder gevraagd hoe zeker het is of het uitstel bij één jaar blijft en of het enige alternatief nog een jaar uitstel is. Zoals ik in de inleiding aangaf zie ik op dit moment geen reden om aan te nemen dat nieuw uitstel noodzakelijk is. Ik verwijs, naar aanleiding van de vragen van de PvdA-fractie over een review of haalbaarheidsstudie ook naar de quickscan van PWC naar de tijdelijke huisvesting, waarover ik u in juli 2019 heb geïnformeerd (Kamerstuk 34 293, nr. 82). Het uitgangspunt bij de planning van het proces is, dat het democratisch proces te allen tijde ongestoord moet kunnen doorgaan.

De leden van de D66-fractie vragen wat de gevolgen zijn van de vertraging die is opgelopen bij de verhuizing van het Ministerie van Algemene Zaken. Zij vragen op welke wijze deze eventueel kan worden ingehaald en wat het voor planning en kosten betekent wanneer dit niet het geval is? Voor de tijdelijke huisvesting Algemene Zaken wordt bekeken of de opgelopen vertraging door de stikstofproblematiek ingelopen kan worden zoals in mijn vierde voortgangsrapportage is aangegeven. De leden van de PVV-fractie stellen een vraag over de oplossing van deze stikstofproblematiek. De stikstofdepositie voor de tijdelijke huisvesting Algemene Zaken is beperkt omdat het Rijksvastgoedbedrijf de tijdelijke units elders laat fabriceren. Er is een oplossing voor het stikstofprobleem gevonden door het aantal laad- en losbewegingen te verminderen, met een lagere stikstofuitstoot beneden de norm tot gevolg.

De leden van de VVD-fractie vragen wat er op het gebied van ICT en audiovisuele middelen nog moet gebeuren in de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. De levering, installatie, test en inbedrijfstelling van de ICT en audiovisuele middelen wordt momenteel door de gebruiker Tweede Kamer uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn afgestemd op het bouwproces in de tijdelijke huisvesting Bezuidenhoutseweg 67 en liggen op schema.

De leden van de D66-fractie constateren dat er al voorbereidingen worden getroffen voor de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting, bijvoorbeeld in de Handelingenkamer. De voorbereiding, fasering en uitvoering van de verhuizing gebeurt door het facilitaire bedrijf van de gebruiker Tweede Kamer. Tijdens het zomerreces van 2021 zal de inrichting van de plenaire zaal verhuizen naar de tijdelijke huisvesting Bezuidenhoutseweg 67. Dit heeft geen gevolgen voor het functioneren van de Tweede Kamer.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het mogelijk is om in uitzonderlijke gevallen wel samen te komen in de periode van de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting. Tijdens de verhuizing van het Binnenhof naar B67 zal er altijd een locatie voor de Tweede Kamer beschikbaar zijn om samen te komen en of te werken. Dit kan zijn aan het Binnenhof, in Bezuidenhoutseweg 67 of elders. Hiertoe wordt door het programmateam van de gebruiker Tweede Kamer een terugvalscenario opgesteld.

Financiën

Op het terrein van financiën zijn diverse vragen gesteld. De leden van de VVD-fractie vragen meer inzicht in de opbouw van het budget. Het budget bedraagt € 475 mln. (prijspeil 2015). Hiervan is € 410,4 mln. (prijspeil 2015) bedoeld voor de renovatie en € 52,1 mln. (prijspeil 2015) voor de tijdelijke huisvestingen. Daarnaast is er nog € 12,5 mln. beschikbaar gesteld voor niet-huisvestingskosten. In onderstaande tabel is het oorspronkelijk vastgestelde budget (prijspeil 2015) zichtbaar plus de reeds gemelde disclaimers2 en de kosten van een jaar uitstel die zijn verwerkt. Dit is vertaald naar huidig prijspeil. Hierbij is rekening gehouden met een jaarlijkse indexering van 2,5%, zoals ook in de vierde rapportage is geschetst. Onderstaande tabel is het huidige budget inclusief het beroep dat tot op heden is gedaan op deze vier disclaimers. Ook voor de toekomst geldt dat dat hier mogelijk beroep op zal moeten worden gedaan voor het renovatiedeel.

Budget

bedragen in € mln.

renovatiebudget

410,4

tijdelijke huisvesting

52,1

subtotaal prijspeil 2015

462,5

   

renovatiebudget

472

tijdelijke huisvesting

57,1

subtotaal prijspeil 2020

529,1

disclaimer indexatieproblematiek tijdelijke huisvesting

15,7

disclaimer veiligheid tijdelijke huisvesting1

21,2

kosten 1 jaar uitstel (25,9 mln.) waarvan binnen projectbudget2

16,1

   

scopemindering niet renoveren grafelijke zalen

– 20

totaal prijspeil 2020

562,1

   

excl niet huisvestingskosten 12,5 mln prijspeil 2015

12,5

X Noot
1

Excl. wat in het Catshuis zelf aan extra beveiliging wordt gedaan.

X Noot
2

Daarnaast € 9,8 mln. aan extra instandhoudingskosten voor het Binnenhofcomplex als gevolg van het langere gebruik van de faciliteiten. Deze kosten vormen, zoals gebruikelijk, geen onderdeel van het projectbudget.

De leden van de D66-fractie vragen of er nader uiteengezet kan worden wat de marktspanning voor het budgettaire beeld van de renovatie betekent? Zoals in de vierde rapportage is beschreven, is er rekening gehouden met een structurele jaarlijkse indexatie van 2,5%. Dit is één van de vier eerder vermelde disclaimers. De afgelopen periode is gebleken dat als gevolg van conjuncturele ontwikkelingen sprake is van een hogere indexering op de bouwmarkt. Op dit moment is het nog onduidelijk hoe dit zich de komende periode verder zal ontwikkelen.

De leden van de VVD en PvdA-fracties vragen naar de verdeling van de budgetten over de verschillende gebouwdelen. In mijn brief van 22 mei 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 76), deelde ik met u dat ik hierin geen openbaar inzicht kan geven, omdat dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft: dit zou de onderhandelingspositie van het Rijksvastgoedbedrijf negatief kunnen beïnvloeden en kosten opdrijvend kunnen zijn. Zoals aangegeven in het AO van 17 oktober 2019 kan dat óf in een besloten technische briefing óf kunnen de stukken vertrouwelijk ter inzage worden gelegd. De leden van de PvdA-fractie vragen aanvullend hierop waarom de kosten voor de Bezuidenhoutseweg 67 dan ten laste komen van het projectbudget renovatie Binnenhof. De kosten van de tijdelijke huisvesting komen conform het Rijkshuisvestingsstelsel voor de duur van de tijdelijke huisvesting ten laste van de opdrachtgever. Bij vaststelling van het projectbudget in 2015 is besloten de kosten van de investeringen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting onderdeel uit te laten maken van het totale projectbudget. De leden van de PvdA-fractie vragen welk opslagpercentage het Rijksvastgoedbedrijf hanteert en uit welke elementen deze opslag bestaat. De opslag (niet zijnde bouwkosten) bestaat uit drie elementen, te weten bijkomende kosten (zoals leges of aansluitkosten), de kosten van het Rijksvastgoedbedrijf en advieskosten voor architecten en adviseurs.

Over het precieze opslagpercentage kan ik vanwege de commerciële vertrouwelijkheid geen mededelingen doen. De leden van de PvdA-fractie vragen welk deel van het budget naar het Rijksvastgoedbedrijf gaat. Er wordt conform het huisvestingsstelsel met standaard percentages gerekend voor ontwikkelkosten, afhankelijk van de hoogte van de aanneemsom. Voor het renovatiebudget wordt een percentage van 4,7% van de aanneemsom gehanteerd.

De leden van de PvdA-fractie vragen naar de uitgaven die tot nu zijn gedaan. De uitgaven tot nu toe voor de realisatie van de tijdelijke huisvestingen die betrekking hebben op het projectbudget voor het gebruik gedurende de periode van 5,5 jaar bedragen € 45,2 mln. en zijn begroot op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een jaarlijkse bijdrage voor de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en Algemene Zaken. In verband met commerciële vertrouwelijkheid kan ik geen mededelingen doen over welke uitgaven ik voornemens ben te doen.

uitgaven tot begin juni 2020 die behoren tot het projectbudget renovatie binnenhof

in mln. €

tijdelijke huisvesting

waarvan B67

37,1

waarvan LV34

6,9

waarvan AZ

1,2

subtotaal

45,2

renovatie

35

totaal

80,2

De leden van de VVD-fractie vragen of er meer kosten te verwachten zijn voor extra beveiliging van het Binnenhof zelf. Dat is inderdaad niet uitgesloten. Het Programma van Eisen beveiliging van de gebruiker Tweede Kamer is in concept gereed. Als de gebruiker Tweede Kamer hierover definitief heeft besloten, kan worden beoordeeld wat dit betekent voor het ontwerp, tijd en kosten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de kosten voor beveiliging van de tijdelijke huisvesting nader kunnen worden onderbouwd, met inachtneming van de vertrouwelijkheid van deze kosten. Zoals ook in de vorige AO’s Renovatie Binnenhof van 17 april en 17 oktober 2019 aan de orde kwam, zijn er twee redenen waarom bepaalde budgettaire informatie niet openbaar gemaakt kan worden. Dit betreft de (extra) kosten op het gebied van veiligheid als op het gebied van commercieel vertrouwelijke informatie. Indien gewenst kan deze informatie wel vertrouwelijk worden gedeeld, óf in een besloten technische briefing óf ter inzage.

D66 en SP vragen naar meer duiding bij de dekking van de extra kosten ten gevolge van het jaar uitstel en de extra kosten door beveiliging bij de tijdelijke huisvesting. De kosten zijn gedekt in de integrale afweging binnen de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarom is er geen één-op-één-koppeling met andere posten. De kosten hebben niet geleid tot bezuinigingen, maar zijn opgevangen door meevallers binnen de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De leden van de PVV-fractie hebben vragen over de totstandkoming en opbouw van de vergoeding voor OMA a € 2,7 mln. excl. BTW. Over de opbouw van het bedrag is nader ingegaan in de vierde rapportage. Het bedrag is een uitkomst van een onderhandeling tussen het Rijksvastgoedbedrijf en OMA. Hierbij is het Rijksvastgoedbedrijf bijgestaan door de landsadvocaat.

De leden van de fracties van PvdA, PVV CDA en SP hebben verschillende vragen over de (financiële) uitwerking van de Motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr.19), mede in relatie tot de dekking van deze motie uit de onderbesteding huurtoeslag Naar aanleiding van deze motie Jetten c.s. zijn er middelen toegevoegd aan de begroting van de Staten-Generaal voor ondersteuning van parlementariërs. Gedurende de begrotingsbehandeling van de begroting van het jaar 2020 is in uw Kamer aangegeven dat dit inclusief de kosten voor overhead (waaronder huisvesting) is, en daarvoor is ook voorzien middels het amendement-Sneller. Daarmee kan deze motie uitgevoerd worden. De invulling van de middelen die beschikbaar zijn gekomen voor de ondersteuning van parlementariërs is aan de fracties van de Tweede Kamer zelf. Uit deze middelen dienen alle kosten, waaronder de overhead, bekostigd te worden. De huidige economische teruggang kan ertoe leiden dat meer huishoudens in de nabije toekomst zijn aangewezen op huurtoeslag. Dit heeft, zoals eerder aangegeven echter geen gevolgen voor de uitvoering van de motie Jetten c.s. Die is namelijk al budgettair verwerkt.

Omgeving

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de impact is van het project Renovatie Binnenhof voor de Binnenstad van Den Haag en de bezoekersaantallen. Al vanaf moment van het kabinetsbesluit maakte de omgeving van het Binnenhof – omwonenden, ondernemers, (culturele) organisaties -hun zorgen kenbaar en ik begrijp dat. De omgeving is onder andere verenigd in het Kernteam Omgeving Binnenhof (KOB), onder voorzitterschap van de directeur Bureau Binnenstad. Het KOB adviseert de gemeente en het Rijksvastgoedbedrijf over de programmering om de bezoekersaantallen op peil te houden; daarbij is ook aandacht voor de gevolgen van COVID-19. Inmiddels zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de aantallen gemeten worden en is door de gemeente, in afstemming met de partners in het KOB, opdracht gegeven aan een hiervoor gespecialiseerd bureau dit de komende jaren bij te houden. Om de bezoekersstromen op peil te houden, realiseert het Rijksvastgoedbedrijf een uitzichtpunt, een informatiecentrum, «aangeklede» bouwschuttingen en rondleidingen over de bouwplaats. Dit in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van de directe omgeving zoals ProDemos, Mauritshuis, (horeca-)ondernemers, The Hague Marketing Bureau en gemeente. De garantie is gegeven dat winkels, musea, horeca altijd bereikbaar zullen blijven.

De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de invulling van de Motie Beckerman. Het betreft concreet de subsidieregeling archeologieparticipatie van het Fonds voor Cultuurparticipatie. In het kader van de coulancemaatregelen ten gevolge van de COVID-19 uitbraak wordt de subsidieregeling in ieder geval verlengd tot november 2021. Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt, samen met de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag, welke mogelijkheden er zijn voor een burgerparticipatietraject bij archeologisch onderzoek in 2021. Ik zal u hierover informeren in de vijfde rapportage.


X Noot
1

Kamerstuk 34 293, nr. 55.

X Noot
2

Derde rapportage over de renovatie van het Binnenhof, Kamerstuk 34 293, nr. 84.

Naar boven