34 104 Langdurige zorg

Nr. 282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2020

Hierbij doe ik u een afschrift van de brief aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) inzake het voorlopig budgettair kader Wlz 2021 toekomen1. Deze brief is onder voorbehoud van de politieke besluitvorming over de begroting 2021 die op Prinsjesdag aan het parlement gepresenteerd wordt. De definitieve kaderbrief Wlz 2021 zal ik na Prinsjesdag uit doen gaan.

Via bijgaande brief reageer ik tevens op het advies van de NZa over de toereikendheid van het budgettair kader Wlz in 2020. Dit advies treft u aan in de bijlagen2. De NZa heeft besloten hierin geen geactualiseerde prognose van de uitgavenontwikkeling uit te brengen, omdat de corona-pandemie tot trendbreuken leidt die nog niet adequaat in de prognose meegenomen kunnen worden. De NZa adviseert om voor dit moment het budgettaire kader, dat ik op 20 april 20203 in lijn met het advies uit de maartbrief van de NZa nog heb opgehoogd, ongewijzigd te laten. Ik heb besloten dit advies te volgen en de reservering van de herverdelingsmiddelen à € 125 miljoen aan te houden.

De NZa adviseert mij in augustus opnieuw over de toereikendheid van het Wlz-kader 2020. Op dit augustusadvies reageer ik na Prinsjesdag in de definitieve kaderbrief Wlz 2021.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 34 104, nr. 278

Naar boven