34 104 Langdurige zorg

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag,31 mei 2018

Onlangs heeft uw Kamer een motie van de leden Bergkamp (D66) en Sazias (50PLUS) aangenomen over gebruikelijke zorg in de Wmo 2015 en Zvw.1 In deze motie wordt de regering verzocht in overleg te treden met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) om vast te stellen of er in de praktijk behoefte is aan meer handvatten met betrekking tot het vaststellen wat gebruikelijke zorg is in de Wmo 2015 en Zvw en, zo ja, hoe dit verbeterd kan worden, en over de uitkomsten van dit overleg uw Kamer te infomeren voor 1 juni 2018.

Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van deze motie.

In het kader van bovengenoemde motie heb ik contact gezocht met VNG, V&VN en Zorgverzekeraars Nederland.

Wmo 2015

De Wmo 2015 schetst een kader betreffende maatschappelijke ondersteuning en laat binnen dat kader een grote mate van beleidsruimte aan gemeenten.

De gedachte hierbij is dat de verschillen in behoeften en mogelijkheden variëren tussen gemeenten. De Wmo 2015 bevat dan ook weinig algemene normen, maatwerk dient voorop te staan. Belangrijk uitgangspunt van de Wmo 2015 is passende ondersteuning van mensen in hun zelfredzaamheid en participatie. Passend betekent in individuele gevallen afstemming op de kenmerken van de persoon en diens situatie.

De Wmo 2015 bepaalt in artikel 1.1.1.2 wat onder gebruikelijke hulp dient te worden verstaan. Met inachtneming van deze definitie is het aan gemeenten om in haar verordening nader invulling te geven aan wat hieronder verstaan dient te worden.

Mede op basis van die invulling voert de gemeente het onderzoek uit om de beslissing op een aanvraag te onderbouwen. Bij dit onderzoek dient de gemeente expliciet aandacht te besteden aan gebruikelijk hulp die in de specifieke situatie in redelijkheid verwacht mag worden van de echtgenoot, ouders of inwonende kinderen of andere huisgenoten van de cliënt. Gebruikelijke hulp kan immers per persoon verschillen. Een zorgvuldig onderzoek en een gedegen afweging is altijd vereist.

Navraag bij de VNG heeft uitgewezen dat gemeenten uit de voeten kunnen met de kaders die de Wmo 2015 stelt. Een landelijk protocol gebruikelijke hulp zou teveel botsen met het uitgangspunt van maatwerk. Er bestaat op dit moment dan ook geen behoefte aan meer handvatten.

Zorgverzekeringswet

Uit het overleg met V&VN en ZN is gebleken dat voor het Zvw-pgb wel behoefte is aan meer handvatten met betrekking tot het vaststellen wat gebruikelijke zorg is.

Deze partijen stellen voor om met Per Saldo en eventueel andere cliëntenorganisaties en het Ministerie van VWS een factsheet gebruikelijke zorg voor volwassenen in de Zvw te maken. Bij het opstellen hiervan kan gebruik worden gemaakt van beschikbare documenten zoals de factsheet gebruikelijke zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag in de Zvw, het protocol gebruikelijke zorg in de AWBZ en de beleidsregels indicatiestelling (hoofdstuk gebruikelijke zorg) van het CIZ. Deze laatste twee documenten hebben weliswaar geen betrekking op de Zvw, maar kunnen wel handvatten bieden voor de nog op te stellen factsheet.

De verwachting is dat de nieuwe factsheet in het najaar gereed zal zijn en dan opgenomen kan worden in de toolbox indicatieproces van V&VN die wijkverpleegkundigen kan helpen bij het stellen van de indicatie. Ik zal uw Kamer in het najaar nader informeren over de stand van zaken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 34 104, nr. 213.

X Noot
2

Hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.

Naar boven