34 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2015

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2015

Aanleiding

In een tweetal moties (Klaver c.s. (Kamerstuk 33 750 VIII, nr. 39) en Straus/Ypma (Kamerstuk 33 930 VIII, nr. 8)) heeft uw Kamer ons verzocht om meer inzicht te geven in outcome-criteria voor onderwijskwaliteit. Daaropvolgend hebben de leden van de vaste Kamercommissie Onderwijs (VKC), in het ambtelijk overleg met OCW op 18 maart jl., voorgesteld om enkele indicatoren met nieuwe ambities aan de beleidsagenda van de begroting 2016 toe te voegen.

In deze brief reageren we op uw voorstel voor het toevoegen van indicatoren aan de beleidsagenda 2016. Daarnaast informeren we u over de voortgang van onze reactie op de moties naar criteria voor outcome van het onderwijs. Met de begroting 2016 zullen wij reageren op uw voorstel voor nieuwe ambities en tussenstreefwaarden.

1. Reactie voorstel toevoegen indicatoren aan de begroting 2016

In de beleidsagenda bij de begroting stellen we per begrotingsjaar de belangrijkste ambities en beleidsdoelen vast. De ambities worden uitgewerkt en waar mogelijk voorzien van kwantitatieve doelen met bijbehorende streefwaarden. U heeft voorgesteld om een aantal indicatoren toe te voegen aan de huidige begroting.

Nieuwe indicatoren in de beleidsagenda bij de begroting

Op basis van uw voorstel worden de volgende indicatoren additioneel opgenomen in de beleidsagenda 2016:

  • Aandeel leerlingen dat de referentieniveaus voor taal/rekenen behaalt (po)

  • Aandeel studenten dat uitvalt/switcht na 1 jaar (hbo/wo)1

  • Aandeel leraren dat is geregistreerd in het Lerarenregister (po/vo/mbo)

  • Aandeel scholen dat Vensters volledig heeft ingevuld (po/vo)2

  • Percentage 25–64 jarigen, dat deelneemt aan een leeractiviteit (mbo/hbo/wo)

  • Percentage gediplomeerden, dat aangaf dat de opleiding voldoende basis was om te starten op de arbeidsmarkt (mbo/hbo/wo)

Over enkele van deze indicatoren zijn ook met de betreffende sectorraden afspraken gemaakt in het kader van de sectorakkoorden van het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). In bijlage I3 vindt u ter informatie de volledige lijst van indicatoren uit de sectorakkoorden po en vo. Over de voortgang op deze indicatoren wordt u in het najaar van 2015 separaat geïnformeerd met een voortgangsrapportage.

Indicatoren die niet worden toegevoegd aan de beleidsagenda bij de begroting

Voor de onderstaande indicatoren zijn op dit moment geen gegevens beschikbaar. Dat betekent dat het technisch niet mogelijk is om deze indicatoren op te nemen in de begroting 2016.

  • «Aandeel gekwalificeerde docenten in het wo»

    Er zijn met de sectorraad geen afspraken gemaakt over het opleidingsniveau van onderwijspersoneel in het wo. Wel zijn er prestatieafspraken met individuele instellingen gemaakt over Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Hier hebben we echter geen landelijke cijfers over. Over de voortgang van de prestatieafspraken met de instellingen wordt uw Kamer regelmatig geïnformeerd.

  • «Tevredenheid van werkgevers over de aansluiting op arbeidsmarkt (mbo/hbo/wo)»

    Voor deze indicator is op dit moment geen bron beschikbaar. Gezien de diversiteit in het beroepenveld is de indicator werkgeverstevredenheid moeilijk te operationaliseren.

2. Reactie op de moties over outcome-criteria voor onderwijskwaliteit

Uw Kamer heeft ons verzocht om met nuttige criteria te komen om de kwaliteit van het onderwijs in termen van outcome te meten. Naar aanleiding van deze moties hebben wij de OESO gevraagd om een review van het Nederlandse onderwijsstelsel en in overleg met wetenschappers, de Algemene Reken kamer en de sectorraden een brede set onderwijskwaliteitsindicatoren ontwikkeld. Naar aanleiding van deze moties hebben wij:

  • In overleg met wetenschappers en de Algemene Rekenkamer, een set kwaliteitsindicatoren ontwikkeld om de brede kwaliteit van onderwijs inzichtelijk te maken. Deze brede set gaan wij komende maanden bestuurlijk afstemmen met de sectorraden.

  • De OESO gevraagd om een review van het Nederlandse onderwijsstelsel.

2.1. Brede set onderwijskwaliteitsindicatoren

Met de set onderwijskwaliteitsindicatoren willen wij (meerjarig) inzicht geven in de output en outcome van onderwijs in brede zin (kwalificeren, socialiseren en selecteren). Deze set wordt niet integraal opgenomen in de beleidsagenda bij de begroting maar biedt, aanvullend aan de beleidsdoelen in de begroting, informatie op stelselniveau. De indicatoren zijn signalerend en tonen de brede kwaliteit van het onderwijs.

Recent heeft u het rapport «Onderwijsmonitor. Ontwikkelingen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in beeld» van de Algemene Rekenkamer ontvangen. Hierin heeft de Algemene Rekenkamer een dashboard opgenomen om grip te hebben op de doelrealisatie van investeringen in de klas. Het dashboard geeft inzicht in de belangrijkste voorwaarden voor onderwijskwaliteit. Wij willen de set van de Algemene Rekenkamer, die zich richt op de voorwaarden voor goed onderwijs, en de combinatie hiervan met onze brede set nader bekijken.

Onze ambitie is om tot een robuust dashboard van indicatoren te komen die samen een goede foto geven van onderwijskwaliteit in brede zin. Besturen en sectorraden moeten zich hierin herkennen, want alleen dan zullen de gewenste ontwikkelingen in het veld op gang komen. De komende maanden willen wij tot een bestuurlijk akkoord met de raden komen over dit robuuste dashboard. In dit traject zullen we ook de Algemene Rekenkamer vragen kritisch mee te kijken.

2.2. OESO-stelselreview

Naast deze brede set van indicatoren is aan de OESO verzocht om een review van het Nederlandse onderwijsstelsel. De review zal meer inzicht geven in hoe het Nederlandse onderwijssysteem momenteel functioneert en of het toekomstbestendig is. Daarbij is er specifieke aandacht voor hoe we de kwaliteit en outcome van het onderwijs kunnen ontwikkelen van goed naar excellent. Ook hoe ons onderwijssysteem effectiviteit, efficiëntie, equity en toegankelijkheid kan realiseren, heeft daarbij alle aandacht. De resultaten uit de OESO review zullen in 2016 beschikbaar komen.

We vertrouwen erop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over de voortgang van onze reactie op uw moties naar outcome--criteria voor onderwijskwaliteit en uw voorstel voor het toevoegen van nieuwe indicatoren aan de begroting 2016.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

De definitie zoals die in de prestatieafspraken hoger onderwijs wordt gebruikt, zal in de toekomst wellicht aangepast worden.

X Noot
2

Met Vensters PO/VO kunnen scholen zich verantwoorden over hoe zij presteren op een aantal relevante indicatoren. Elke school kan op de belangrijkste indicatoren worden vergeleken met het landelijk gemiddelde (benchmark) en scholen kunnen ook met elkaar worden vergeleken.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven