33 962 Regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)

Nr. 60 AMENDEMENT VAN HET LID SMALING

Ontvangen 4 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 16.19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16.19a (verplichte watertoets)

  • 1. Een bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een omgevingsplan, een projectbesluit of een omgevingsverordening overlegt met de besturen van de betrokken waterschappen.

  • 2. Het bestuur van een betrokken waterschap toetst of het omgevingsplan, het projectbesluit of de omgevingsverordening voldoet aan de belangen van een goede waterhuishouding.

  • 3. In de toelichting bij het omgevingsplan, het projectbesluit of de omgevingsverordening en bij het ontwerp daarvan worden opgenomen:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop in het omgevingsplan, het projectbesluit of de omgevingsverordening rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding, en

    • b. de uitkomsten van het overleg, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit, voor zover het betreft een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval.

Toelichting

Het watertoetsproces is nu bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) in het Besluit ruimtelijke ordening geregeld. De indiener is van mening dat het watertoetsproces vooraan in het besluitvormingsproces zijn plek moet vinden in de Omgevingswet en daarom verankerd moet worden in die wet. In het Bestuursakkoord Water (2011) is afgesproken dat het watertoetsproces ook voor structuurvisies doorlopen moet worden.

Ruimtelijke plannen van overheden zijn vaak van invloed op waterbeheerdoelen die waterschappen willen bereiken. Zo concludeert de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in haar rapport naar de toekomstbestendigheid van het Nederlandse waterbeheer (Waterbeheer in Nederland; Klaar voor de toekomst? (2014)) dat bij ruimtelijke ordeningsprojecten in Nederland te weinig rekening met water wordt gehouden. Het gevolg is dat er besluiten genomen worden op het gebied van ruimtelijke ordening die gevolgen hebben voor de waterhuishouding, waardoor achteraf kostbare maatregelen nodig zijn om wateroverlast te voorkomen of te verhelpen. Er bestaat sinds 2001 een watertoetsproces. Dat is een proces met een aantal herkenbare stappen die waterbeheerders in planprocessen met gemeenten en provincies doorlopen om waterbelangen van begin tot eind goed in ruimtelijke plannen te borgen. Van belang is dat de waterbeheerder zo vroeg mogelijk in het planproces betrokken wordt, kennis over het watersysteem aanreikt en meedenkt over de inbedding van de waterhuishouding in ruimtelijke plannen.

Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door toevoeging van artikel 16.19a in paragraaf 16.2.3 (betrokkenheid van andere bestuursorganen). Op grond van lid 1 overlegt een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een omgevingsplan, projectbesluit of omgevingsverordening met de betrokken waterschappen. Het bestuur van het waterschap toetst of wordt voldaan aan de belangen van een goede waterhuishouding (lid 2). In de toelichting bij het omgevingsplan, het projectbesluit of de omgevingsverordening wordt aandacht besteed aan de gevolgen voor de waterhuishouding en aan de uitkomsten van het overleg met het waterschapsbestuur (lid 3). Op grond van lid 4 geldt deze verplichting ook voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen afwijkactiviteiten.

Smaling

Naar boven