33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

Nr. 118 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN ’T WOUT EN VAN DER STAAIJ TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 74

Ontvangen 23 april 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de situaties waarin een aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, in het bezit dient te zijn van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de situaties waarin een aanbieder die een solistisch werkende natuurlijk persoon is, in het bezit moet zijn van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, afgegeven op een tijdstip dat niet langer dan drie jaar is verstreken.

II

In artikel 7.8, eerste lid, wordt na «voor hem werkzaam zijn» ingevoegd: en ten aanzien van wie een verklaring omtrent het gedrag is vereist.

Toelichting

Gemeenten zijn integraal verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning van hun inwoners, inclusief de kwaliteit van deze ondersteuning. De indieners zijn van mening dat gemeenten daarom – waar nodig – zelf moeten bepalen of zij een verklaring omtrent gedrag eisen van personen die beroepsmatig met cliënten in contact komen, en voor welke vormen van ondersteuning zij deze eisen stellen. Met dit amendement wordt daarom de bepaling die een verklaring omtrent gedrag verplicht stelt voor de maatschappelijke ondersteuning geschrapt. Gemeenten kunnen waar nodig deze eisen zelf opnemen in hun verordening.

Wel wordt met dit amendement de mogelijkheid geboden om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de situaties waarin een aanbieder, niet zijnde een aanbieder die hulpmiddelen of woningaanpassingen regelt, in het bezit moet zijn van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor zijn werknemers die beroepsmatig in contact komen met zijn cliënten.

Van ’t Wout Van der Staaij

Naar boven