33 643 EU-voorstellen: Plant- en diergezondheidspakket COM (2013) 264, 260, 262, 265, 267 en 327

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2014

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken omtrent de voorstellen van de Europese Commissie voor een verordening Teeltmateriaal, verordening Plantgezondheid, verordening Diergezondheid, Controleverordening en Financiële verordening (het plant- en diergezondheidspakket). Dit is de derde voortgangsrapportage over het pakket. Ik verwijs hierbij ook naar mijn twee eerdere brieven van 19 december en 18 maart jl. (Kamerstukken 33 643, nrs. 12 en 14).

EU-Commissievoorstel voor Verordening Teeltmateriaal

Voor de voortgang van het voorstel voor de Verordening Teeltmateriaal verwijs ik u naar mijn brief van 24 juni jl. over de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 juni 2014.

EU-Commissievoorstel voor Verordening Plantgezondheid

Het Europees Parlement heeft op 15 april 2014 zijn standpunt in eerste lezing bepaald over het voorstel voor de verordening Plantgezondheid. Een reeks amendementen bedoeld om het huidige open fytosanitaire importsysteem om te zetten naar een gesloten importsysteem is met tweederde meerderheid weggestemd. Nederland had zich hier ook voor ingezet bij het Europees Parlement en ik ben dus blij met deze uitslag van de stemming.

Wel is er een amendement aangenomen waarin voorgesteld wordt het artikel uit het Commissievoorstel te schrappen dat de lidstaten toestaat strengere fytosanitaire maatregelen te nemen dan in de EU van kracht zijn, zolang als het interne verkeer daardoor niet gehinderd wordt. Het is belangrijk voor Nederland dat dit artikel gehandhaafd blijft. Dan kan in Nederland bijvoorbeeld het beregeningsverbod met oppervlaktewater in de teelt van pootaardappelen gehandhaafd blijven, zodat de pootaardappelteelt in Nederland beschermd blijft tegen de plantenziekte bruinrot. Dit is van groot belang voor onze exportpositie bij pootaardappelen. In de Raad willen de lidstaten unaniem dit artikel handhaven. Nederland zal zich inzetten dit artikel te behouden.

Ook in de Raad is het debat over het al dan niet open zijn van het fytosanitaire importsysteem het belangrijkste onderwerp van discussie. Het Griekse voorzitterschap is op basis van de bespreking van het Commissievoorstel in de raadswerkgroep half mei met de eerste set wijzigingsvoorstellen gekomen. Wat betreft het importsysteem ben ik niet gelukkig met het voorstel van het voorzitterschap. Er wordt een gesloten importregime voor al het teeltmateriaal (zoals stekken, zaden, bomen, struiken, bollen, potplanten) voorgesteld. Ik ben van mening dat dit geen goede weergave is van de uitkomst van het debat in de raadswerkgroep over het open versus gesloten importsysteem. Het merendeel van de lidstaten heeft met name zorg om het fytosanitaire risico bij de import van houtige gewassen (bijvoorbeeld bomen en struiken). Voor deze hoogrisicoproducten zou men wel een gesloten systeem willen invoeren met behoud van het open importsysteem voor het merendeel van de planten. Het voorstel van het voorzitterschap gaat echter te ver. Nederland is in beginsel voor een open importsysteem gecombineerd met een slagvaardige reactie van de EU als er een risico gesignaleerd wordt. Omdat in de discussie in de raadswerkgroep duidelijk was dat de meerderheid van de lidstaten een aanscherping van de fytosanitaire importsysteem wil op het punt van de houtige gewassen, is Nederland bereid te praten over een compromis hiervoor. Ik begrijp de zorg om de bescherming van het EU-grondgebied tegen de insleep van ziekten en plagen, maar zet mij in voor een systeem dat meer is gebaseerd op de feitelijke risico’s. Nederland heeft zich in de Landbouw- en Visserijraad van 16 en 17 juni 2014 dan ook uitgesproken tegen een gesloten importsysteem.

EU-Commissievoorstel voor Controleverordening

Op 15 april jl. heeft het Europees Parlement ook zijn standpunt bepaald over het voorstel voor de Controleverordening. Het EP stelt hierbij onder andere de volgende amendementen voor: het schrappen van teeltmateriaal uit de reikwijdte; tegengaan van antibioticaresistentie toevoegen aan de reikwijdte; garanderen van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de competente autoriteiten en de inspecteurs. De keuze over doorberekenen van de inspectiekosten wordt aan de lidstaten gelaten en het MKB mag worden uitgezonderd van het betalen van retributies.

Het EP heeft ook amendementen aangenomen op een aantal voor de Nederlandse agrohandel belangrijke punten. Het behouden van de mogelijkheid om inspecties te verplaatsen van de EU-buitengrens naar een andere erkende locatie is in een amendement neergelegd. En ook de eis dat het Europese elektronische systeem voor het vastleggen van controlegegevens automatisch gegevens kan uitwisselen met nationale systemen (zoals CLIENT in Nederland) is overgenomen. Nederland had deze punten actief onder de aandacht gebracht bij het EP.

In de raadswerkgroep hebben de lidstaten na de eerste artikelsgewijze bespreking van het voorstel de eerste wijzigingsvoorstellen van het Griekse voorzitterschap doorgenomen. Deze wijzigingsvoorstellen zijn tot nu toe vooral gericht op verduidelijking van de tekst.

Een algemeen zorgpunt van Nederland en andere lidstaten is het grote aantal grondslagen voor gedelegeerde handelingen in het voorstel. Nederland blijft zich inzetten om dat aantal terug te brengen. Het Griekse voorzitterschap heeft echter aangegeven dat de discussie hierover op dit moment niet in de raadswerkgroep gevoerd zal worden. Nederland is overigens met de Commissie van mening dat teeltmateriaal ook onder de verordening dient te vallen en steunt het bovengenoemde amendement van het Europees Parlement op dit punt dus niet.

EU-Commissievoorstel voor Verordening Diergezondheid

Het Europees Parlement heeft medio april eveneens zijn standpunt in eerste lezing over het voorstel voor de verordening Diergezondheid aangenomen. Het EP pleit hierbij onder andere voor meer aandacht voor preventie van dierziekten, het beschermen van biodiversiteit en behouden van genetische diversiteit, het tegengaan van antibioticaresistentie en de relatie tussen diergezondheid en dierenwelzijn. Daarnaast stelt het EP voor om de Commissie door middel van een gedelegeerde handeling de bevoegdheid te geven om de lijst met besmettelijke dierziekten (en daarvoor gevoelige diersoorten) aan te kunnen passen. Voor deze dierziekten gelden ziektespecifieke voorschriften voor de preventie en bestrijding ervan. Nederland en een aantal andere lidstaten willen over aanpassingen in de lijst echter mee kunnen besluiten en willen graag de uitvoeringshandeling in het huidige voorstel behouden.

In de raadswerkgroep zijn de afgelopen maanden de wijzigingsvoorstellen van het Griekse voorzitterschap besproken. Het Commissievoorstel en de wijzigingsvoorstellen zijn grotendeels in lijn met het Nederlandse standpunt. Wel heeft Nederland, zoals hierboven reeds aangegeven, de wens om als lidstaat mee te kunnen besluiten over het wijzigen van de lijst van dierziekten en gevoelige diersoorten en cofinanciering bij ziektebestrijding. Daarnaast vraagt Nederland aandacht voor de onderwerpen vaccinatie, het tegengaan van antimicrobiële resistentie en het vergemakkelijken van transporten tussen lidstaten met een laag risico.

EU-Commissievoorstel voor Financiële Verordening

Raad en EP hebben eind december 2013 een akkoord bereikt over de financiële verordening. Het voorstel is in mei formeel door de Raad vastgesteld. Dit voorstel is sneller behandeld aangezien het gerelateerd is aan het algemene Meerjarig Financieel Kader 2014–2020.

Volgende voortgangsrapportage

Zodra zich belangrijke nieuwe ontwikkelingen voordoen zal ik dit aan uw Kamer melden. De eerstvolgende reguliere voortgangsrapportage over het pakket zal eind dit jaar zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven