33 643 EU-voorstellen: Plant- en diergezondheidspakket COM (2013) 264, 260, 262, 265, 267 en 327

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2014

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken omtrent het plant- en diergezondheidspakket. De recente ontwikkelingen in het Europees Parlement (EP) rondom het voorstel voor de Teeltmateriaalverordening en de amendementen voor een gesloten importsysteem voor Plantgezondheid geven aanleiding om de Kamer nu te informeren. Voor een uitgebreide toelichting op het onderhandelingsproces in Raad en het Europees Parlement verwijs ik naar mijn brief met de eerste voortgangsrapportage van 19 december jl. (Kamerstuk 33 643, nr. 12).

EU-Commissievoorstel voor Verordening Teeltmateriaal

Op 11 februari jl. heeft de landbouwcommissie van het Europees Parlement het Commissievoorstel over de Teelmateriaalverordening verworpen. De landbouwcommissie stemde over het rapport van rapporteur Silvestris (Italië, christen-democraat, lid EVP-fractie) en aanvullende amendementen (1.480 amendementen in totaal). In de adviserende milieucommissie waren daarnaast 480 amendementen ingediend.

Op 11 maart heeft het EP plenair over het voorstel gestemd en werd besloten het voorstel te verwerpen omdat:

  • de «one size fits all» benadering niet past in deze complexe sector en leidt tot onnodige lasten voor alle betrokken en minder keuzes voor consumenten;

  • het voorstel onvoldoende verbeteringen biedt op het gebied van duurzaamheid en biodiversiteit;

  • het grote aantal grondslagen voor gedelegeerde handelingen een goede beoordeling van het voorstel belemmeren en te veel macht aan de Europese Commissie geven.

Het EP heeft de Europese Commissie (EC) verzocht het voorstel gegeven de kritiekpunten in te trekken en een nieuw voorstel aan het volgende EP aan te bieden. De Europese Commissie heeft aangegeven dit niet van plan te zijn.

Binnenkort zal het EP zijn conclusies aan de Raad aanbieden. Op dat moment zal ook in de Raad de vraag voorliggen hoe verder te gaan met het voorstel. Ik zal u tezijnertijd hierover informeren.

Ook in de Raadswerkgroep is het Teeltmateriaalvoorstel inmiddels vrijwel geheel een eerste keer artikelsgewijs doorgenomen. Daarbij heeft de EC de artikelen toegelicht en hebben de landen verduidelijking gevraagd en commentaar geleverd. Nederland heeft zich in de raadswerkgroep kritisch opgesteld in lijn met de kaders die met uw Kamer zijn besproken. De belangrijkste discussiepunten in de raadswerkgroep komen op hoofdlijnen overeen met de thema’s die in het EP naar voren zijn gebracht. Het Griekse voorzitterschap zal in principe met wijzigingsvoorstellen komen, maar mogelijk leidt de afwijzing van het voorstel in het EP tot uitstel van verdere behandeling in de Raad.

Indien de EC het voorstel terugtrekt, blijft de bestaande regelgeving van kracht.

EU-Commissievoorstel voor Verordening Plantgezondheid

In de landbouwcommissie van het Europees Parlement is er op 11 februari 2014 gestemd over het rapport van rapporteur Fajmon (Tsjechië, conservatief, lid ECR-fractie) over de amendementen op het Commissievoorstel Plantgezondheid. Er was een flink aantal amendementen ingediend met als doel het huidige open fytosanitaire importsysteem om te zetten naar een gesloten importsysteem. Bij de stemming in de landbouwcommissie heeft het gesloten systeem een krappe meerderheid van de stemmen gekregen. Half april volgt nu de plenaire stemming in het Europees Parlement. Ik zet me er voor in deze stemming voor Nederland positief te beïnvloeden, omdat ik geen voorstander ben van een gesloten systeem.

Bij een gesloten systeem is de import van planten en plantaardige producten in beginsel verboden, tenzij ze op de positieve lijst staan. In een periode van 3 jaar zouden alle bestaande en nieuwe handelsstromen door de EU beoordeeld moeten worden of ze fytosanitair veilig zijn en op de zogenaamde positieve lijst geplaatst kunnen worden. Daarbij speelt de fytosanitaire situatie in het land van oorsprong ook een rol. Alleen planten en plantaardige producten, die toegelaten zijn en met de juiste herkomst mogen de EU ingevoerd worden. Dit zou een ernstige verzwaring betekenen van de mogelijkheden om te handelen in plantaardig materiaal.

Het huidige open importsysteem in de EU houdt in dat in beginsel alle soorten plantaardig materiaal naar de EU geïmporteerd mogen worden, mits dit materiaal voorzien is van een fytosanitair exportcertificaat afgegeven door de autoriteit van het derde land. Daarnaast is er een negatieve lijst van producten die niet in de EU ingevoerd mogen worden, omdat het fytosanitaire risico daarvan te hoog is.

In de Raadswerkgroep is het Plantgezondheidsvoorstel voor de eerste keer doorgenomen. Nederland heeft zich in de raadswerkgroep kritisch opgesteld conform de kaders die in het BNC-fiche zijn aangegeven en die met uw Kamer zijn besproken. Gebleken is dat de discussie over het al dan niet open zijn van het fytosanitaire importsysteem (vanuit derde landen) het belangrijkste is. Nederland heeft in de Raad stelling genomen tegen het gesloten importsysteem, omdat het te algemeen is, niet risicogebaseerd en disproportioneel is. Een gesloten importsysteem veronderstelt dat alle importen uit derde landen een onaanvaardbaar fytosanitair risico opleveren. Dit is niet het geval. Er zijn vele handelsstromen, die als laag risico beschouwd worden. Een gesloten systeem brengt voorts een onevenredig grote belemmering van de import van planten en plantaardige producten uit derde landen (waaronder ontwikkelingslanden) naar de EU teweeg. Ook zal een gesloten systeem veel lasten voor bedrijven veroorzaken. Ter toelichting: er zijn jaarlijks alleen al in Nederland naar schatting tussen de 500 en 1000 nieuwe importstromen. Al deze nieuwe plant-landcombinaties zullen aan een risico-onderzoek onderworpen moeten worden. Het uitvoeren van een risico-onderzoek is een tijdrovende en kostbare zaak (ongeveer 25.000–50.000 euro per analyse) en duurt een paar jaar. Dit brengt een aanzienlijke handelsverstoring teweeg. Tenslotte is een zeer belangrijke consequentie dat naar verwachting derde landen eenzelfde handelswijze zullen gaan toepassen als het gaat om plantaardige producten uit de EU, waardoor de export vanuit de EU ernstig beperkt zal kunnen worden.

Ik begrijp de zorg om de bescherming van de EU tegen de insleep van ziekten en plagen, maar zet mij in voor een systeem dat meer is gebaseerd op de feitelijke risico’s. De inzet van Nederland is gericht op een evenwichtige benadering tussen het fytosanitaire risico en de impact op de handel.

EU-Commissievoorstel voor Controleverordening

Op 20 februari jl. heeft de milieucommissie van het EP gestemd over het rapport van rapporteur Pirillo (Italië, sociaal-democraat, lid S&D-fractie) en aanvullende amendementen. Veel van de aangenomen amendementen hebben betrekking op het schrappen van teeltmateriaal uit de reikwijdte van de verordening. Daarnaast heeft de milieucommissie amendementen aangenomen die betrekking hebben op het vergroten van de transparantie van controleresultaten en tegengaan van voedselfraude. Ook zijn amendementen aangenomen die het grote aantal gedelegeerde handelingen tegengaan, bijvoorbeeld door elementen van gedelegeerde handelingen naar de basistekst van de verordening te brengen. Dit sluit aan bij het Nederlandse standpunt.

De milieucommissie heeft een aantal amendementen aangenomen op twee voor de Nederlandse agrohandel belangrijke punten: ten eerste de mogelijkheid om inspecties te verplaatsen van de EU-buitengrens naar een andere erkende locatie. Dit is cruciaal voor fytosanitaire invoerinspecties zodat een lading planten niet twee maal in en uitgeladen hoeft te worden en er veel tijd en kosten worden bespaard voor het bedrijfsleven. En ten tweede de eis dat het Europese elektronische systeem voor het rapporteren en vastleggen van controlegegevens automatisch gegevens kan uitwisselen met nationale systemen (zoals CLIENT in Nederland). Zonder deze automatische gegevensuitwisseling zou het Nederlandse bedrijfsleven veel hogere kosten hebben door minder efficiënte logistieke afhandeling van handelsstromen. Nederland heeft zich actief en tot nu toe met succes ingezet om deze punten bij het EP onder de aandacht te krijgen.

Het EP zal op 15 april in de plenaire vergadering stemmen over het geconsolideerde rapport.

De raadswerkgroep heeft de eerste artikelsgewijze bespreking van het voorstel bijna afgerond. In de raadswerkgroep zijn door de lidstaten vooral vragen gesteld over de duiding van veel artikelen. Daarnaast was er veel kritiek op de uitzondering voor microbedrijven voor het betalen van controlekosten. De Nederlandse inbreng is in lijn met het BNC-fiche. Voor de Nederlandse wensen ten aanzien van geautomatiseerde data-uitwisseling is er toenemende steun in de raadswerkgroep. De verwachting is dat het Griekse voorzitterschap na april met wijzigingsvoorstellen komt.

EU-Commissievoorstel voor Verordening Diergezondheid

De landbouwcommissie van het EP heeft op 11 februari het rapport van rapporteur Paulsen (Zweden, liberaal, lid ALDE-fractie) over de Diergezondheidsverordening en aanvullende amendementen aangenomen. De amendementen hebben onder andere betrekking op het leggen van een duidelijke relatie tussen diergezondheid en antibioticaresistentie, diertransport en dierenwelzijn.

In de raadswerkgroep worden de wijzigingsvoorstellen van het Griekse voorzitterschap besproken. Nederland heeft in februari een schriftelijke reactie bij het voorzitterschap ingediend in lijn met het BNC-fiche. Deze reactie besteedt vooral aandacht aan vaccinatie, antimicrobiële resistentie, en het vergemakkelijken van transporten tussen lidstaten met een laag risico.

EU-Commissievoorstel voor Financiële Verordening

Raad en EP hebben eind december 2013 een akkoord bereikt over de financiële verordening. De verwachting is dat het voorstel in mei formeel wordt vastgesteld.

Zodra zich belangrijke nieuwe ontwikkelingen voordoen zal ik dit aan uw Kamer melden. De eerstvolgende reguliere voortgangsrapportage over het pakket zal eind juni zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven