33 605 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2012

Nr. 8 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2013

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2012 van het Ministerie van Economische Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur (Kamerstuk 33 605 XIII, nr.2).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Hamer

Adjunct-griffier van de commissie, Van Bree

1

Kunt u toelichten waarom de provincies voor de periode 2011 tot en met 2013 een integratie-uitkering krijgen en waarom voor deze periode niet gelijk is gekozen voor een algemene uitkering?

Antwoord

De algemene uitkering wordt op basis van algemene maatstaven provinciaal verdeeld. De uitkering over de periode 2011 tot en met 2013 betreft een verdeling gebaseerd op de afronding van het ILG op basis van juridische verplichtingen en het beheer tot en met 2013.

2

Waarom heeft u bij het afsluiten van de afrondingsovereenkomsten van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) geen afspraken met de provincies gemaakt over de te leveren prestaties?

Antwoord

De afrondingsovereenkomsten geven uitvoering aan het bestuursakkoord natuur. De afspraken in het bestuursakkoord natuur zijn leidend. Daarin is afgesproken dat de resterende middelen beschikbaar zijn voor de afronding van harde juridische verplichtingen en het beheer tot en met 2013.

3

Kunt u aangeven welke overwegingen ten grondslag hebben gelegen aan het besluit dat een eventuele mindering op de afrekening van de ILG-gelden weer wordt toegevoegd aan het bedrag dat voor de integratie-uitkering beschikbaar is?

Antwoord

De overweging is dat de middelen, die na afrekening van het ILG resteren en bedoeld waren voor de realisatie van de natuurdoelen en andere ILG-doelen, op deze manier alsnog besteed kunnen worden aan deze doelen.

4

Deelt u de opvatting van de Algemene Rekenkamer dat provincies linksom of rechtsom verzekerd zijn van volledige vergoeding van hun uitgaven aan het ILG en zo ja, welke consequenties wilt u hieraan verbinden?

Antwoord

De provincies ontvangen de beschikbare rijksmiddelen voor zover besteed aan ILG-doelen.

5

Kunt u aangeven hoe zekerheid gekregen wordt dat de rijksbijdrage is besteed aan ILG doelen, aangezien de Algemene Rekenkamer constateert dat de controleverklaringen van de provinciale accountants bij de voortgangsrapportages deze zekerheid niet geven?

6

Deelt u de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat zekerheid wel te verkrijgen is door de controle van de provinciale jaarrekeningen als uitgangspunt te nemen en te reviewen of de provinciale accountants bij deze controle zijn nagegaan of de rijksbijdrage ILG daadwerkelijk aan ILG-doelen is besteed en zo ja, hoe gaat u dit oppakken?

7

Welke rol zou de Auditdienst Rijk (ADR) volgens u kunnen spelen bij de verantwoording van de ILG-gelden door de provincies over de periode 2007–2010?

Antwoord 5 t/m 7

Ik ben van mening dat er voldoende zekerheid blijkt uit de controleverklaringen omdat is gehandeld binnen de kaders van de overeengekomen ILG systematiek. Het volledige controlestelsel van het ILG kende de volgende elementen:

  • 1. De provincies verantwoorden de ILG-transacties in hun jaarrekening, waarbij de reguliere jaarrekeningeisen bepalend zijn (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten).

  • 2. Daarnaast rapporteren de provincies jaarlijks de uitgaven en prestaties ILG in een voortgangsrapportage.

  • 3. De jaarrekening wordt gecontroleerd door de externe accountant van de provincies.

  • 4. Deze accountant stelt vervolgens vast dat de uitgaven in de voortgangsrapportage zijn ontleend aan de door hem van een goedkeurende verklaring voorziene jaarrekening. Hierover geeft hij een verklaring ten behoeve van het ministerie, genaamd de ontleend aan verklaring.

  • 5. De verantwoording door de provincies van de geleverde prestaties wordt beoordeeld door een Comité van toezicht. Hiertoe doet het Comité tussentijds waarnemingen en rapporteert daarover.

Deze afspraken zijn na uitvoerig overleg tot stand gekomen. De gedachten van rijk en provincies waren mede door de TK gewenste beperkte verantwoordings- en controlelasten, vertrouwen tussen overheden, vertrouwen in het democratisch proces binnen de provincie (totstandkoming jaarrekening provincie is al met voldoende waarborgen omgeven) en efficiency (geen omslachtige accountantscontrole op prestaties met onduidelijke uitkomsten).

Ter verdere ondersteuning van de zekerheid dat de bestedingen aan de doelen zijn besteed, voert de Auditdienst Rijk een extra controle uit op de ILG bestedingen gedaan door DLG en DR in opdracht van de provincies. Dit betreft 85% van de ILG bestedingen. De Auditdienst Rijk zal voor de zomer over deze bestedingen een controleverklaring afgeven.

8

Wanneer wordt de aangepaste Wet Agrarisch Grondverkeer (Wag) naar de Kamer gestuurd naar aanleiding van de opmerking van de Algemene Rekenkamer over de jaarlijkse afrekening van het saldo van inkomen en uitgaven van het Bureau Beheer Landbouwgronden?

Antwoord

Als gevolg van de afronding en implementatie van de stelselwijziging van het natuurbeleid, zoals die voortvloeit uit het Bestuursakkoord Natuur, is het nodig de positie van de Dienst Landelijk Gebied en Bureau Beheer Landbouwgronden nader te bezien en afspraken te maken met de provincies over de positionering en het functioneren van DLG en BBL in de toekomst. Na afronding van deze afspraken kan ik een totaalbeeld van de benodigde acties opmaken en kan ik u een reëel tijdpad geven voor een eventuele aanpassing van de WAG.

Naar boven