Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2015
Uw Kamer heeft mij verzocht een brief te sturen over de actuele stand van zaken met
betrekking tot het project Buijtenland van Rhoon, onderdeel van de opgave uit de Planologische
Kernbeslissing Project Mainportontwikeling Rotterdam (PKB PMR) om 750 ha natuur- en
recreatiegebied te ontwikkelen op Midden-IJsselmonde en in de Noordflank van Rotterdam.
Ik zal daarbij het vervolgtraject toelichten en ingaan op de rol van de provincie
Zuid-Holland.
De motie van de leden Rudmer Heerema en Jacobi (Kamerstuk 33 576, nr. 22) heeft het kabinet opgeroepen om, binnen de PKB PMR, in lijn met het advies Veerman,
creatief invulling te geven aan de integrale opgave voor het Buijtenland van Rhoon.
Het advies Veerman stelt voor om de ontwikkeling van het gebied organisch en middels
een gebiedscoöperatie tot stand te laten komen, waarbij ruimte ontstaat voor een reflectieperiode
tot 2020 voor zittende agrariërs. Daarnaast wordt geadviseerd de geplande grootschalige
ontwikkeling van natte natuur te vervangen door hoogwaardige akkernatuur, die beter
inpasbaar is in het polderlandschap en agrarisch medegebruik beter toelaat.
De provincie Zuid-Holland is krachtens de Uitwerkingsovereenkomst 750ha verantwoordelijk
voor de realisatie van het project Buijtenland van Rhoon. Dit is onderdeel van de
sturingsfilosofie van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam, waarbij voor ieder
deelproject die partij verantwoordelijk is gemaakt, die het beste invulling kan geven
aan de uitvoering daarvan.
Ik heb aangegeven bovengenoemde motie, gelet op de hiervoor beschreven verantwoordelijkheidsverdeling,
in overleg met de provincie Zuid-Holland uit te voeren en de voortgang te bewaken.
Ik verwijs u hiervoor ook naar mijn brief van 28 januari 2015 (Kamerstuk 33 576, nr. 40). De provincie heeft de parlementaire behandeling van het burgerinitiatief «STOP
project Buytenland nu!» afgewacht. Ik zie nu geen belemmeringen om uitvoering te geven
aan het project Buijtenland van Rhoon. Ik heb dit ook schriftelijk aan de provincie
kenbaar gemaakt.
De provincie Zuid-Holland heeft aangegeven met de uitvoering aan de slag te willen
gaan in samenspraak met bewoners en bedrijven in het gebied en zal voor zover mogelijk
de aandachtspunten, die in de loop van het proces door diverse gremia zijn meegegeven,
daarin meenemen. De provincie Zuid-Holland zal een gebiedscoöperatie opzetten en daarvoor
een opdracht formuleren. Naar verwachting kan deze gebiedscoöperatie begin 2016 aan
de slag gaan. De provincie Zuid-Holland blijft eindverantwoordelijk voor het behalen
van de PKB-doelen en zal derhalve fungeren als opdrachtgever van de gebiedscoöperatie,
die de feitelijke uitvoering op zich zal nemen.
Inmiddels heeft de provincie Zuid-Holland circa 100 ha in bezit die via de gebiedscoöperatie
kunnen worden ingezet voor een soepel verloop van het transformatieproces. Daarnaast
heeft de provincie Zuid-Holland ruilgronden beschikbaar voor agrariërs die uiteindelijk
besluiten om hun bedrijf niet te transformeren. Hierdoor wordt hen de mogelijkheid
geboden om in een ander gebied hun reguliere bedrijf uit te oefenen.
Ik vertrouw erop dat de provincie Zuid-Holland met de geboden duidelijkheid nu voortvarend
aan de slag kan gaan om de doelstelling van de PKB PMR voor het Buijtenland van Rhoon
samen met alle belanghebbenden in het gebied te realiseren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma