Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2018
Hierbij ontvangt u mijn reactie op het verzoek om in te gaan op een studie over de
achteruitgang van insectenpopulaties in het tropisch regenwoud als gevolg van klimaatverandering
(www.NOS.nl, 16 oktober jl.) (Handelingen II 2018/19, nr. 14, item 8).
Het bericht op de NOS-website is gebaseerd op een artikel dat is gepubliceerd in het
wetenschappelijk tijdschrift PNAS1, geschreven door de onderzoekers Bradford Lister (VS) en Andres Garcia (Mexico).
In het artikel wordt een vergelijking gemaakt van de insectenpopulatie in het tropische
regenwoud op het Caribische eiland Puerto Rico (VS) in de perioden 1976–1977 en 2011–2013.
Geconstateerd wordt dat de insectenpopulatie sterk achteruit is gegaan. Gemeten in
biomassa varieerde de achteruitgang in ruim 30 jaar van 10 tot 60 maal. Parallel aan
de achteruitgang van de insecten bleken ook de populaties van hagedissen, kikkers
en vogels, die insecten eten, sterk achteruit te zijn gegaan. De temperatuur in het
onderzoekgebied is in die periode met 2.0°C gestegen.
De wetenschappers stellen dat hun onderzoek aangeeft dat de opwarming van het klimaat
de drijvende kracht is achter de ineenstorting van het voedselweb in het onderzochte
bos. Dit zou kunnen betekenen dat de invloed van klimaatverandering op tropische ecosystemen
groter is dan tot nu toe verwacht werd.
Deze studie bevestigt dat er nog veel onbekend is over de gevolgen van klimaatverandering
op de natuur, ook in tropische gebieden.
Het sterkt mij in de overtuiging dat wij de doelen van het Parijs-akkoord moeten halen
om klimaatverandering tegen te gaan. In Nederland wordt daar door vele partijen hard
aan gewerkt. Eén van de manieren waarop het kabinet zich inzet om deze doelen te halen
is met mijn visie «Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden».
In deze visie ga ik in op mijn streven naar kringlooplandbouw, dat ook een bijdrage
levert aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten