33 576 Natuurbeleid

Nr. 100 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2017

Op 21 maart 2016 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de maatschappelijke consultatie over oplossingsrichtingen voor dilemma’s in de implementatie van de VHR in Nederland (Kamerstuk 33 576, nr. 62). Deze denkrichtingen voor verbetering van de implementatie van de VHR in Nederland zijn eind 2016 voorgelegd aan juridische, bestuurskundige en ecologische deskundigen. Zij hebben gekeken of de denkrichtingen mogelijk zijn binnen de huidige kaders en of ze ook daadwerkelijk een oplossing zullen kunnen bieden.

De notitie met hun bevindingen is onlangs afgerond en doe ik u bij deze toekomen1.

De deskundigen concluderen dat de meeste dilemma’s voortkomen uit beperkingen die voortvloeien uit de richtlijnen, en de interpretatie van het Europese Hof daarvan, en niet zozeer uit de Nederlandse implementatie. Dat de dilemma’s ontstaan wordt vooral veroorzaakt door de huidige staat van de natuur.

De drie belangrijkste aanbevelingen zijn om meer te investeren in natuur, zodat ingrepen minder snel significant zijn, meer gebruik te maken van programmatische aanpakken en kennis efficiënter te organiseren. Daarnaast zien de experts ook enkele andere terreinen waarop verbetering mogelijk is. Zo kan de aanwijzing van de gebieden mogelijk slimmer gemaakt worden en kan soortenbescherming mogelijk efficiënter. Verder worden de mogelijkheden voor natuurinclusief werken binnen de richtlijnen gegeven.

De notitie is een van de laatste producten van de Nederlandse activiteiten in het kader van de Fitness Check VHR. Er volgt hierna alleen nog een rapport over de vergelijking met een drietal andere lidstaten met betrekking tot een aantal aspecten van de implementatie van de VHR.

Vervolg

In december 2016 heeft de Europese Commissie de Europese Fitness Check van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) afgerond met de conclusie dat de richtlijnen «fit for purpose» zijn en niet aangepast zullen worden. De Europese Commissie constateert echter ook dat de implementatie van de richtlijnen door de lidstaten beter kan. Daarom stelt de Commissie op dit moment een actieplan op voor verbetering van de implementatie. Daarin zijn bilaterale gesprekken met de lidstaten opgenomen, waarin maatwerk besproken kan worden voor slimmere manieren van implementatie. Aangezien de deskundigen tot de conclusie komen dat er niet veel ruimte is om de Nederlandse implementatie heel anders te doen zullen hun bevindingen als belangrijke input voor deze overleggen dienen.

Het Europese actieplan wordt naar verwachting begin juni gepresenteerd, de uitvoeringsperiode is nog niet bekend. Het is aan een volgend kabinet om inhoudelijk invulling te geven aan de vervolgstappen die de Europese Commissie op grond van het actieplan met de lidstaten wil zetten op het terrein van de implementatie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven