Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 23 december 2013.
De wens dat over de structuurvisie overleg gewenst wordt kan door of namens de Kamer
te kennen worden gegeven uiterlijk op 21 januari 2014.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2013
Hierbij ontvangt u, mede namens de bewindslieden van het ministerie van Economische
Zaken, ter kennisgeving de ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee aan (hierna
RSV WoZ)1. De RSV WoZ betreft een partiële herziening van het Nationale Waterplan (NWP). Op
basis van de Waterwet is het NWP voor de ruimtelijke aspecten van de Noordzee een
structuurvisie als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. De RSV WoZ vormt de uitwerking
van de zoekopdrachten zoals geformuleerd in het NWP en nader uitgewerkt in de Beleidsnota
Noordzee. De zoekopdracht betreft het vinden van ruimte voor windenergie in de zoekgebieden
Hollandse Kust en Ten Noorden van de Waddeneilanden. Met de RSV WoZ worden binnen
deze zoekgebieden specifieke gebieden voor windenergie aangewezen. De aangewezen gebieden
omvatten ook het bestaande windpark en de bestaande en de nog in procedure zijnde
vergunningen. De gebieden liggen buiten de 12-mijlszone (dat wil zeggen minimaal 22
km uit de kust). De RSV WoZ vult het NWP aan, maakt daar onderdeel van uit en moet
hiermee in samenhang worden gelezen.
In het Energieakkoord voor duurzame groei2 is met de betrokken partijen afgesproken dat in 2023 4.450 MW aan windvermogen op
zee operationeel is. Dit betekent dat er, aanvullend op de bestaande parken en hetgeen
in voorbereiding is, vanaf 2015 voor in totaal 3.450 MW dient te worden aanbesteed.
Het kabinet streeft hierbij naar een zo kosteneffectief mogelijk opgesteld vermogen.
Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen de in het NWP en de daarbij behorende Beleidsnota
Noordzee al aangewezen gebieden »Borssele» en «IJmuiden Ver», de in de RSV WoZ aangewezen
gebieden «Hollandse Kust» en «Ten Noorden van de Waddeneilanden», alsmede ook de eventueel
aan te wijzen gebieden binnen de 12-mijlszone.
Voor de 12-mijlszone wordt momenteel een Haalbaarheidsstudie uitgevoerd. Het streven
is om uw Kamer begin 2014 te informeren over de uitkomsten van deze studie. Indien
wordt besloten om ook binnen de 12-mijlszone gebieden aan te wijzen, volgt een formeel
proces tot aanwijzing. Het eventuele besluit hiertoe wordt ook uitgewerkt in de vorm
van een partiële herziening van het NWP.
Om het afgesproken aanbestedingspad voor de uitrol van windenergie op zee te kunnen
realiseren zijn, naast het aanwijzen van gebieden, in het Energieakkoord nog diverse
andere afspraken gemaakt. Dit betreft onder meer het zorg dragen voor een robuust
wettelijk kader om de opschaling mogelijk te maken. Het streven is om uw Kamer hierover
in de loop van 2014 nader te informeren.
Daarnaast is de landzijdige ontsluiting van de windparken een belangrijke factor bij
de uitrol van windenergie. Dit heeft onder andere te maken met de procedures en de
aanlegperiode van de kabels. Er zijn meerdere ruimtelijke scenario’s voor aansluiting
van windparken op het net op land mogelijk. In het Energieakkoord is afgesproken dat
daar waar een net op zee (elektriciteitsinfrastructuur voor meerdere windparken) efficiënter
is dan een directe aansluiting per windpark op het landelijk hoogspanningsnet, hiervoor
TenneT verantwoordelijk is.
De in het Energieakkoord afgesproken uitrol van windenergie op zee kenmerkt een kentering
in het denken over het belang van windenergie op zee. Dit heeft onder andere tot gevolg
dat gevestigde én nieuwe spelers afspraken dienen te maken over de spelregels en de
verdeling van het Noordzeeveld zodat elke speler met recht «het spel kan spelen».
Met de aanbieding van deze ontwerp-Rijksstructuurvisie begint een traject waarin burgers
en organisaties een zienswijze kunnen indienen over de ontwerp-Rijksstructuurvisie
en het daarvoor opgestelde milieueffectrapport. Het ontwerp en de bijbehorende stukken
worden van 10 januari tot en met 20 februari 2014 in de inspraak gelegd. Over het
milieurapport zal ook de Commissie voor de m.e.r. advies uitbrengen. Ik streef ernaar
om medio 2014 de definitieve RSV WoZ aan de Tweede Kamer toe te sturen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus