Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
In de Regeling van Werkzaamheden (Handelingen II 2019/20, nr. 5, item 6) en het VAO Groningen van 25 september jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 5, item 8) heeft u mij verzocht te reageren op het mediabericht van RTV Noord omtrent een vermeend
dreigement van NAM om de gaswinning in Groningen te staken. Het document waar het
mediabericht naar verwijst betreft persoonlijke aantekeningen van een aanwezige bij
het gesprek ten behoeve van intern beraad. Het is geen vastgesteld gespreksverslag,
wel is het gedeeld met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
Het betreffende overleg, waarbij vertegenwoordigers van NAM, de Nationaal Coördinator
Groningen (NCG) en EZK aanwezig waren, zag op de uitvoering van de versterkingsoperatie.
In het gesprek zijn door het Ministerie van EZK geen dreigementen vanuit NAM ervaren.
NAM toonde het besef dat er stappen gemaakt moesten worden om de veiligheid in Groningen
te borgen. Ten tijde van het gesprek was er nog geen volledige duidelijkheid over
de wijze waarop de versterking publiek ingericht zou worden. Om die reden zijn verschillende
scenario’s ten aanzien van de veiligheidsopgave geschetst.
In maart 2018 is door het kabinet besloten om zo snel als verantwoord mogelijk de
gaswinning in Groningen te beëindigen om daarmee de veiligheidssituatie in Groningen
op korte termijn te verbeteren en op lange termijn te kunnen garanderen. Het gesprek
vond plaats op 2 augustus 2018, nog voor de inwerkingtreding van de nieuwe Mijnbouwwet.
Met de inwerkingtreding is er een winningsplicht opgelegd. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid
voor het maken van de afweging tussen veiligheid in Groningen en leveringszekerheid
bij de Minister.
Naar aanleiding van de vragen van het lid Van der Lee in het VAO Groningen van 25 september
jl. het volgende. Op basis van de Mijnbouwwet ben ik thans verantwoordelijk voor de
maatregelen om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld
de veiligheid wordt geschaad.
NAM draagt de kosten voor de maatregelen die nodig zijn om vast te stellen of een
gebouw versterkt moet worden en zo ja, de versterking zelf. Waar het gaat om reeds
lopende versterkingsprojecten zijn met NAM aparte afspraken gemaakt, zie hiervoor
de brief van 22 november 2018 die ik aan uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 535) en de bij de genoemde brief gevoegde interim- betalingsovereenkomst versterken.
Ook is NAM juridisch aansprakelijk voor de schade en draagt NAM de kosten voor de
afhandeling van de schade, zowel de uitvoeringkosten van de ondersteuning van de Tijdelijke
Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) als de schadevergoedingen zelf.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes