33 529 Gaswinning

Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2018

Hierbij stuur ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het plan van aanpak voor de versterking «Veiligheid voorop en de bewoner centraal»1 dat de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) vandaag heeft gepresenteerd aan uw Kamer. Een overzicht van moties die het plan van aanpak adresseert gaat als bijlage2 bij deze brief. Ook bied ik uw Kamer de overeenkomst tussen de Staat en de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) aan, waarin afspraken over de bekostiging van de versterking zijn vastgelegd3.

De NCG heeft de afgelopen maanden intensief gewerkt aan het uitwerken van een uitvoeringsaanpak voor de versterkingsoperatie, op basis van het advies van de Mijnraad (Kamerstuk 33 529, nr. 498) en de bestuurlijke afspraken die de regio, de Minister van BZK en ik hierover op 2 juli 2018 hebben gemaakt (Kamerstuk 33 529, nr. 502). Op 20 september hebben wij in het verlengde daarvan nadere uitgangspunten vastgesteld (Kamerstuk 33 529, nr. 527), aan de hand waarvan het plan van aanpak voor de uitvoering is afgerond. Op 6 november jl. heb ik uw Kamer hierover bericht en aangegeven dat de nieuwe versterkingsaanpak zo snel mogelijk in uitvoering wordt gebracht (Kamerstuk 33 529, nr. 532).

Op basis van het plan van aanpak «Veiligheid voorop en de bewoner centraal» kan de versterking van de meest risicovolle woningen nu met prioriteit ter hand worden genomen. Tegelijkertijd moet een aantal zaken verder worden uitgewerkt, zoals de standaardmaatregelencatalogus die de Mijnraad adviseert toe te passen en de governance van de uitvoering van de versterkingsaanpak. Hierover ben ik in gesprek met de regio. De regiobestuurders en ik zijn het er over eens dat dit de uitvoering van de nieuwe versterkingsaanpak niet kan en hoeft te belemmeren.

De afgelopen weken is er gelegenheid geweest voor terugkoppeling in de gemeentelijke organisaties en heeft de NCG samen met gemeenten voorbereidingen getroffen voor de communicatie met alle betrokken bewoners. Ik verwacht dat alle betrokken bewoners, zowel zij die al eerder met de versterkingsoperatie te maken hadden als mensen die nu voor het eerst benaderd worden, de komende weken worden geïnformeerd over de laatste stand van zaken en mogelijkheden voor het vervolg. Ondertussen heeft de versterking «oude stijl» niet stilgelegen. Zoals ook aangegeven in mijn brief van 6 november jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 532), zijn de lopende versterkingsactiviteiten op basis van eerdere bestuurlijke afspraken de afgelopen maanden voortgezet.

Overeenkomst bekostiging versterking

De versterkingsoperatie wordt publiek ingericht, waarbij de NAM in de praktijk alleen nog een financiële verplichting draagt. Wetgeving om dit te realiseren is in voorbereiding. Vooruitlopend daarop wordt die eindsituatie nu al zoveel als mogelijk in de praktijk gebracht. Dit is een gedeelde wens van de regio en het kabinet. Om dit te regelen is op 22 november 2018 een overeenkomst gesloten tussen de Staat en de NAM. Een kopie van deze overeenkomst gaat als bijlage bij deze brief.

Uitgangspunt van deze overeenkomst is dat ik als Minister verantwoordelijk ben voor het veiligheidsbeleid en dat de daaruit voortvloeiende versterkingsuitgaven voor rekening van de NAM komen. De overeenkomst geeft hiermee ruimte om de invulling van het versterkingsbeleid samen met de regionale partijen vorm te geven zonder dat betrokkenheid van de NAM hiervoor vereist is. Deze overeenkomst dekt de benodigde versterking voor alle gebouwen in het aardbevingsgebied. Daarnaast herbevestigt de overeenkomst eerder door mij met de regio en de NAM gemaakte afspraken over de versterking van panden die onderdeel zijn van de groepen 1.467 en 1.588.

De bijgesloten overeenkomst dient ter overbrugging van de periode tot het inwerkingtreden van wetgeving waarin de publieke aansturing en uitvoering van de versterkingsoperatie zijn verankerd. Het primaat van het veiligheidsbeleid ligt ingevolge deze overeenkomst bij mij als Minister. Oordeelsvorming over de versterking van individuele gebouwen, over de prioritering en over de ontwikkeling van de zogenaamde «catalogus» wordt belegd bij onafhankelijke experts. Over de verdere uitwerking hiervan ben ik in gesprek met de regio. Vanzelfsprekend informeer ik uw Kamer over de voortgang.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven