Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33400-V nr. 104 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33400-V nr. 104 |
Vastgesteld 18 december 2012
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de brief van 17 september 2012 inzake de 2e Freedom Online conferentie (Kamerstuk 33 000 V, nr. 164).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 december 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Eijsink
De griffier van de commissie, Van Toor
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie:
1.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het verslag over de tweede Freedom Online Conferentie dat op 17 september aan de Tweede Kamer is gestuurd. Internetvrijheid is van groot belang. Het is daarom goed nieuws dat de eerste Freedom Online Conferentie in Den Haag opvolging heeft gekregen in Nairobi. Ook de organisatie van een derde Freedom Online Conferentie, zo blijkt uit de Kamerbrief, is vermoedelijk verzekerd.
De leden van de VVD-fractie juichen toe dat Tunesië zich heeft aangesloten bij de Freedom Online coalitie. Het land heeft recente ervaringen met burgerlijk verzet tegen een ondemocratisch regime. Verzet dat gedeeltelijk ook via internet en sociale media werd geuit. In tal van andere landen in de regio speelt dit nog steeds. De leden van de VVD-fractie denken hierbij aan Syrië, maar bijvoorbeeld ook aan de positie van de inmiddels gearresteerde blogger Hamza Kashgari, waarover leden van de VVD-fractie in het verleden mondelinge vragen hebben gesteld. Ook de ontwikkeling van een eigen, afgesloten, internetvorm in Iran toont de urgentie van internationale actie om internetvrijheid zoveel mogelijk te borgen.
De leden van de VVD-fractie vinden internetvrijheid en mensenrechten twee kanten van dezelfde medaille. Daarom horen deze leden graag van de minister of de 40 000 euro die is uitgegeven aan de 2e Freedom Online Conferentie zijn betaald vanuit het mensenrechtenfonds. En zo nee, waarom niet? De leden van de VVD-fractie horen ook graag van de minister of er ruimte is binnen het mensenrechtenfonds om meer aandacht te besteden aan internetvrijheid.
Antwoord
Voor 2012 was het Mensenrechtenfonds al uitgeput, maar omdat Nederland toch graag een bijdrage wilde leveren aan deelname van het maatschappelijk middenveld aan de conferentie is het genoemde bedrag betaald uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid. Zoals reeds aankondigd tijdens de eerste Freedom Online conferentie in december 2011 is er van 2012 tot 2015 een totaalbedrag van 5 miljoen beschikbaar gesteld voor projecten gericht op het bevorderen van internetvrijheid vanuit het Mensenrechtenfonds. Daarnaast is voor het Digital Defenders Partnership een bedrag van 1 miljoen euro voor de komende twee jaar gereserveerd vanuit het Mensenrechtenfonds. Binnenkort wordt een tender uitgeschreven voor het Mensenrechtenfonds voor 2013. Bij de beoordeling van projectaanvragen zullen projecten op het gebied van prioritaire beleidsterreinen – waar internetvrijheid deel van uitmaakt – voorrang krijgen.
2.
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie de minister hoe hij aankijkt tegen de spanningsboog tussen internetvrijheid enerzijds en veiligheid anderzijds. Internet wordt ook gebruikt voor opspring van strafbare feiten. Teveel de nadruk leggen op vrijheid kan de veiligheid in het gedrang laten komen en andersom.
Antwoord
Een open en vrij internet is ook een veilig internet. Het bestaand internationaal recht is wat Nederland betreft onverkort van toepassing op het digitale domein, waarbij het uitgangspunt is dat offline rechten ook online gelden. Het basisprincipe daarbij is dat zelfregulering moet worden toegepast waar het kan, en wetgeving wanneer het moet. Nederland is daarom geen voorstander van een alomvattend cyberverdrag, die het gevaar met zich meebrengt dat in sommige landen repressieve maatregelen worden doorgevoerd onder het mom van terrorismebestrijding.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie:
3.
De leden van de fractie van de PVV waarderen de inzet van de minister op het gebied van internetvrijheid en zijn blij dat de continuïteit van het initiatief is gewaarborgd en andere landen ook overwegen, of hebben aangekondigd, financieel bij te willen dragen dan wel de organisatie van toekomstige conferenties op zich te nemen.
Het bevreemdt de leden van de PVV-fractie echter dat Tunesië met instemming van de huidige leden tot de Freedom Online coalitie is toegetreden. Hoewel de internetvrijheid onder de Tunesische dictatuur meer onder vuur lag, wijzen de leden van de PVV-fractie de minister er graag op dat in het voorheen vrij seculiere Tunesië een tendens waarneembaar is islamkritiek aan banden te leggen. De partij Ennahda heeft daartoe in augustus een wetsvoorstel ingediend. Afgelopen april kregen twee jongeren gevangenisstraffen van zeven jaar opgelegd voor het online plaatsen van een Mohammed-cartoon. Is Tunesië hier door de overige Freedom Online-leden op aangesproken en heeft de minister gepleit voor vrijlating van deze jongeren?
Antwoord
Inmiddels heeft Ennahda het genoemde wetsvoorstel weer ingetrokken. Bij toetreding van Tunesië tot de Freedom Online coalitie op 7 september heeft de Tunesische minister van ICT Marzoug aangegeven dat internetcensuur – onder Tunesische internetters bekend als Ammar 404 tijdens het regime Ben Ali – vanaf heden verleden tijd is.
4.
Zijn er in het algemeen voorwaarden en verplichtingen verbonden aan toetreding tot de Freedom Online coalitie?
Antwoord
Ja. Door de leden van de Freedom Online coalitie is afgesproken dat de volgende vier criteria gelden voor toetreding tot de coalitie:
1) Respect voor internetvrijheid binnen de eigen landsgrenzen, of het maken van significante stappen. Als maatstaf daarbij worden de onafhankelijke rapporten van internationaal toonaangevende NGO’s als Freedom House en Reporters Without Borders gehanteerd.
2) Aantoonbaar proactieve inzet voor mensenrechten op internet in de VN, OVSE en andere relevante internationale fora.
3) Een leidende rol binnen de eigen regio om internetvrijheid te bevorderen, zoals door het organiseren van evenementen over het onderwerp.
4) Steun voor de oprichtingsverklaring.
5.
Gezien de recente ontwikkelingen omtrent de op Youtube verschenen film «Innocence of Muslims» en het feit dat veel moslimlanden – inclusief Turkije – Youtube daarop hebben geblokkeerd, zien de leden van de PVV-fractie graag dat er tijdens de volgende Freedom Online bijeenkomst uitgebreid aandacht wordt geschonken aan het internationale recht op vrijheid van meningsuiting zoals neergelegd in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De leden van de PVV-fractie gaan er daarbij vanuit dat Nederland dit recht onverkort zal verdedigen, ook als het islamkritiek betreft.
Antwoord
Tijdens zowel de Freedom Online conferenties in Den Haag als Nairobi is reeds veelvuldig gesproken – door zowel vertegenwoordigers van overheden, bedrijven als het maatschappelijk middenveld – over het recht op vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in internationale verdragen, waaronder het IVBPR. Bij de aankomende Freedom Online conferentie in Tunesië zal dit recht andermaal centraal staan als basis van internetvrijheid.
6.
Volgens het rapport «Freedom on the Net 2012» van Freedom House is de internetvrijheid in Bahrein, Pakistan, Egypte en Jordanië significant gedaald. In Iran, Saudi-Arabië en Turkije is het met de internetvrijheid nog slechter gesteld dan in 2011. De leden van de PVV-fractie zijn ernstig bezorgd dat de toenemende islamisering in de landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) tot beknotting van internetvrijheid van minderheden en andersdenkenden zal leiden en wat dat betreft Pakistan, Saudi-Arabië en Iran achterna gaan. Zo is in Egypte amper bij te houden hoeveel personen het afgelopen jaar een celstraf hebben gekregen wegens islamkritische berichten op een blog, facebook of anderszins. Deze leden verwachten dan ook dat er tijdens de eerstvolgende conferentie extra aandacht besteed zal worden aan die regio.
Antwoord
Zoals tijdens de Freedom Online conferentie in Nairobi het accent lag op internetvrijheid in Afrika zal de aanstaande Freedom Online conferentie in Tunesië zich richten op dit thema in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
7.
Gelet op het feit dat in de Arabische regio met het verdwijnen van dictaturen ook antisemitische uitingen een vlucht hebben genomen en premier Erdogan van Turkije islamkritiek gelijk heeft durven te stellen aan antisemitisme verzoeken de leden van de PVV-fractie de minister tijdens de volgende conferentie het verschil tussen beide duidelijk uit te leggen. Antisemitisme heeft geleid tot genocide. Islamkritiek stelt door islam geïnspireerde misstanden, vervolging en moord juist aan de kaak.
Antwoord
Uw verzoek valt buiten het bestek van het onderwerp internetvrijheid. Tijdens de 3e Freedom Online conferentie zal de Nederlandse visie op het belang van internetvrijheid in algemeen en in het Midden-Oosten en Noord-Afrika in het bijzonder worden onderstreept.
8.
De leden van de PVV-fractie vragen de minister of het mogelijk is de Tweede Kamer een gespecificeerde lijst toe te sturen waarop te zien is uit welke landen de deelnemers afkomstig zijn, teneinde de reikwijdte en effectiviteit van dit initiatief te kunnen controleren.
Antwoord
Een lijst van de hoofden van de delegaties en hun land van herkomst is bijgevoegd. Sinds de oprichting van de Freedom Online coalitie in Den Haag eind 2011 zijn Costa Rica, Finland en Tunesië tot de coalitie toegetreden, en zijn enkele andere landen ook geïnteresseerd om lid te worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie:
9.
De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van voorliggende brief. Hierover hebben zij een aantal vragen. Het is goed om te zien dat 33, voornamelijk Afrikaanse landen, hebben deelgenomen aan deze conferentie. Deze leden spreken de hoop uit dat de conferentie in alle betrokken landen zal leiden meer internetvrijheid. Teleurstellend is dat er in vergelijking met de eerste conferentie een aantal landen en delegaties niet vertegenwoordigd was. Zo ontbrak er ditmaal een Indonesische delegatie. Hoe wordt voorkomen dat deze bijeenkomsten niet vrijblijvend zijn, maar daadwerkelijk leiden tot meer internetvrijheid in de landen die deelnemen? Wat waren de belangrijkste conclusies en hoe wordt er voor gezorgd dat deze in praktijk worden gebracht?
Antwoord
In vergelijking met de conferentie in Den Haag waren er in Kenia meer landen vertegenwoordigd. Naast huidige leden van de coalitie zoals genoemd in de Kamerbrief over de bijeenkomst, waren in Nairobi de volgende landen als waarnemer aanwezig: Zambia, Rwanda, Chili, Brazilië en Japan. Indonesië was als waarnemer in Den Haag aanwezig, maar heeft voorlopig besloten geen lidmaatschap van de coalitie aan te zullen vragen.
Tijdens de Freedom Online-conferenties worden concrete zaken die spelen op het gebied van internetvrijheid in zowel de landen die lid zijn als andere landen besproken, die door deelnemende delegaties in eigen land worden aangekaart. Bovendien leggen deelnemende landen met het ondersteunen van de oprichtingsverklaring – een voorwaarde voor toetreding – in de praktijk verantwoording af voor de staat van internetvrijheid binnen de eigen grenzen. Een voorbeeld is de eerder genoemde aankondiging van lidmaatschap van de coalitie door de Tunesische minister van ICT.
De belangrijkste conclusies zullen worden opgenomen in het rapport zoals door de onafhankelijke Keniaanse rapporteur van de conferentie wordt opgesteld. Dit rapport zal ik aan uw Kamer sturen zodra het gereed is.
10.
Daarnaast vinden de leden van de CDA-fractie het teleurstellend dat een land als China niet vertegenwoordigd was op deze conferentie. Op welke manier wordt er voor gezorgd dat er een lijst met best practices wordt opgesteld die ook toepasbaar is voor landen en maatschappelijke organisaties die op dit moment niet aangesloten zijn bij deze conferenties? En tot welke resultaten heeft dit al geleid?
Antwoord
De huidige leden van de Freedom Online coalitie vinden het van belang dat wordt samengewerkt met gelijkgezinde landen die zich proactief inzetten om vrijheid van meningsuiting en toegang tot internet te bevorderen om tot resultaten te komen. Zo hebben de leden van de coalitie afspraken gemaakt over hoe ze hun inzet in internationale fora als de VN, de OVSE, de EU, de Afrikaanse Unie en andere regionale fora verder zullen coördineren. Het aandacht vragen voor digitale rechten en transparantie in de voorbereidende onderhandelingen van de vergadering van de International Telecommunications Union (ITU) in Dubai van 3 tot 14 december is daar een voorbeeld van. Door een krachtige boodschap uit te dragen kan de coalitie optimaal invloed uitoefenen in multilaterale fora, en andere landen overtuigen zich aan te sluiten.
11.
Kan de minister aangeven welke voorwaarden worden gesteld aan lidmaatschap van deze coalitie, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4.
12.
Wat zijn de concrete doelen die deze coalitie voor zichzelf heeft gesteld en hoe dragen de verschillende betrokken leden hieraan bij?
Antwoord
Met de conferentie in Nairobi is eveneens bereikt dat vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld uit 14 landen – waarvan het merendeel uit Afrika – kennis hebben opgedaan over belangrijke uitgangspunten in het internationale debat over mensenrechten op internet, en zijn getraind in het effectief beïnvloeden van hun eigen overheden om meer waarborgen voor digitale rechten te scheppen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-V-104.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.