33 204 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten

Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2012

Hierbij zend ik u een afschrift van mijn brief van 25 sept. jl. aan alle colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten (in afschrift aan de gemeenteraden) over inkomensgrenzen in de Wmo.

Aanleiding voor deze brief is de presentatie in het televisieprogramma Kassa van het rapport van de Stichting De Ombudsman. Ik verwijs daar in de brief ook naar.

De VNG heeft inmiddels op haar website opnieuw aandacht besteed aan de kwestie van de inkomensgrenzen in de Wmo en roept gemeenten op om, hangende de aanpassingen van de verordeningen, op zijn minst een toelichting op de website te plaatsen waaruit blijkt dat inkomensgrenzen in de verordening niet meer worden toegepast.

Tijdens het debat met uw Kamer op 27 sept. jl. over het wetsvoorstel houdende wijziging van de AWBZ en de Wmo in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling (Handelingen II 2012/13, nr. 6), heb ik toegezegd aan te geven wanneer ik zal optreden tegen gemeenten die tegen de regelgeving en het uitgedragen beleid blijven handelen.

Ik wil evenwel benadrukken, dat ik de bijgevoegde brief 1) aan alle colleges én gemeenteraden heb gestuurd, juist met het oog op het democratische proces in de gemeente. Ik ga ervan uit dat dat lokale proces van horizontale verantwoording z’n werk doet.

Voor zover verordeningen nog niet zijn aangepast, vind ik het wel redelijk dat de betreffende colleges uiterlijk op 1 november een publicatie hebben gedaan over de juiste toepassing van de wet. Het is de taak van de gemeenteraad om daar op toe te zien.

Indien ik daarna nog word gewezen op een aanhoudende onregelmatigheid bij een gemeente, dan zal ik mij met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstaan over de mogelijke bestuurlijke vervolgstappen.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven