33 192 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken in de vreemdelingenketen in verband met het verbeteren van de identiteitsvaststelling van de vreemdeling

Nr. 15 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BERNDSEN-JANSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 28 januari 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

F

Na het opschrift van hoofdstuk 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 115

  • 1. De bevoegdheid van Onze Minister om op grond van artikel 106a een gezichtsopname en vingerafdrukken van een vreemdeling af te nemen en te verwerken, vervalt zeven jaar na de inwerkingtreding van de wet van..... 201.. tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van biometrische kenmerken in de vreemdelingenketen in verband met het verbeteren van de identiteitsvaststelling van de vreemdeling (Stb. 201.., nr....).

  • 2. De in de vreemdelingenadministratie opgenomen gegevens, bedoeld in artikel 107, eerste lid, onderdeel a, worden zeven jaar na de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde wet van..... 201.. vernietigd.

  • 3. Onze Minister bevordert dat uiterlijk drie maanden na het tijdstip, bedoeld in het eerste en het tweede lid, een voorstel van wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend, waarbij de wijzigingen die in deze wet zijn aangebracht door artikel I, onderdelen A, D en E, van de in het eerste lid bedoelde wet van..... 201.., ongedaan worden gemaakt.

II

In artikel II vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

Toelichting

Deze wet vormt een ernstige inbreuk op de privacy, daarom zou er naar de mening van de indiener een horizonbepaling in moeten zitten. Dit amendement regelt dat in feite een horizonbepaling wordt opgenomen in deze wet, daar de bevoegdheden van de minister ten aanzien van de biometrische kenmerken na zeven jaar komen te vervallen. Indien uit de evaluatie na vijf jaar blijkt dat een voortzetting van deze wetgeving toch gewenst is, dan heeft de minister nog twee jaar om met een nieuw wetsvoorstel het wetgevingstraject af te ronden om zo de voortzetting te garanderen. Dit amendement is een vervanging van dat gedrukt onder nr. 8. De vervanging houdt verband met een technische wijziging van het amendement, de strekking is echter hetzelfde gebleven.

Berndsen-Jansen

Naar boven