33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2014

Op 3 december 2013 heeft uw Kamer bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2014 een gewijzigde motie Van Veldhoven aangenomen over SMART doelstellingen voor Green Deals (Kamerstuk 33 750 XII, nr. 57). Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Wonen en Rijksdienst en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, een reactie op deze motie.

Bij brief van 15 november 2013 (Kamerstuk 33 043, nr. 26) heb ik, mede namens de minister van Wonen en Rijksdienst en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, uw Kamer geïnformeerd over de resultaten van de Green Deal aanpak. In deze brief is onder meer ingegaan op de conclusies uit de extern uitgevoerde Audit en de wijze waarop de aanbevelingen daaruit zullen worden opgevolgd. Hierbij is aangegeven dat het van belang is om de afspraken in Green Deals zo concreet mogelijk te formuleren. Bij de formulering van nieuwe Green Deals wordt hieraan nadrukkelijk aandacht besteed. In de brief wordt ook ingegaan op de opschaling van Green Deals. Bij nieuwe deals zal het opschalingspotentieel al bij de intake van een initiatief worden geïdentificeerd en in de afweging worden meegenomen. Dit potentieel zal in de tekst van toekomstige Green Deals worden verduidelijkt. Bij reeds lopende deals zal het opschalingspotentieel in kaart worden gebracht en worden gekoppeld aan concrete acties. Met deze werkwijze geef ik invulling aan het in de motie verwoordde verzoek.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven