Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2018
Met mijn brief van 13 juli 20181 heb ik u geïnformeerd over de stappen om te komen tot een voorstel met alle partijen
voor structurele financiering van de grensinformatiestructuur. Tevens heb ik u gemeld
dat ik heb besloten vanaf 2019 in gelijke mate met de regio structureel te gaan bijdragen
aan de kosten voor de grensinfopunten (GIP’s) en de backoffice van de SVB structureel
zal financieren. Met deze brief wil ik u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), op de hoogte stellen van de stand van zaken ten
aanzien van het financieringsvraagstuk van de GIP’s.
De zomerperiode heeft in het teken gestaan van ambtelijke voorbereiding op de bestuurlijke
gesprekken met de regio’s. Bemoedigend signaal daaruit is dat het aanbod van SZW,
zoals eerder beschreven, in de regio’s over het algemeen positief is beoordeeld. Vanaf
begin september zijn de bestuurlijke gesprekken in de regio gestart. Naast de noodzaak
tot sluitende financiële afspraken is een belangrijk onderwerp van gesprek om in de
fase vanaf 2019 komen tot verdere kwaliteitsverbetering, effectiviteit en samenwerking
tussen de GIP’s.
Met de Provincies Zeeland en Limburg heeft het bestuurlijke gesprek inmiddels plaatsgevonden.
Beide hebben ingestemd met het voorstel van SZW om de kosten van de frontoffices (GIP’s)
gelijk tussen Rijk en regio te verdelen en als provincie ook zelf een bijdrage te
leveren.
De Provincie Zeeland neemt het initiatief om met de overige regionale actoren de regionale
bijdrage toe te zeggen. Tezamen met de Rijksbijdrage kan op deze wijze voor het GIP
Terneuzen een sluitende toekomstige dekking gerealiseerd worden. Daarnaast heeft de
Provincie zich bereid verklaard om in overleg te treden met regionale bestuurders
in West-Brabant om te komen tot betere samenwerking, kwaliteit en dekking van de grensinformatiestructuur
aan de Nederlands-Vlaamse grens.
In Limburg hebben Provincie en regionale partijen overeenstemming bereikt over een
50–50 verdeling van de regionale bijdrage. Gedeputeerde staten van de provincie Limburg
hebben hun bijdrage reeds bestuurlijk bekrachtigd. In het overleg is voorts geconstateerd
dat met de toezeggingen vanuit het Rijk, Provincie en de overige regionale partijen
toekomstige financiering voor de GIP’s Aachen-Eurode en Maastricht kan worden bereikt.
Hierbij wordt voor Aachen-Eurode uitgegaan van een gelijke inzet vanuit de Duitse
partijen.
Voor het GIP Mönchengladbach is met de toezegging vanuit Rijk en Provincie vooralsnog
het grootste deel van de kosten (Nederlandse zijde) gedekt. De regionale partijen
zijn hier nog in overleg voor het resterende deel. De verwachting is dat dit zal slagen.
Later deze maand zal in Assen en Zwolle met de betrokken regionale bestuurders gesproken
worden over de financiering van de GIP’s in Bad Nieuweschans en Gronau. Ook de gesprekken
met de overige regio’s worden binnenkort gevoerd. Het uitgangspunt is om de bestuurlijke
gesprekken in oktober afgerond te hebben.
Op basis van de ervaringen tot nu toe ben ik optimistisch dat ook in de overige regio’s
het gesprek een positieve uitkomst zal hebben. De verantwoordelijkheid en coördinatie
die Provincies in dit proces op zich nemen sterken mij daarin. Voor de begrotingsbehandeling
zullen de afspraken over financiering en doorontwikkeling van de GIP’s tussen Rijk
en regio formeel worden vastgelegd.
In mijn vorige brief (Kamerstuk 32 851, nr. 50) gaf ik aan dat namens het kabinet de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninksrijkrelaties over de langjarige financiering van de GIP’s in contact blijft
met zijn ambtgenoten in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. De Noordrijn-Westfaalse
Minister van Bonds- en Europese aangelegenheden en Internationale zaken heeft te kennen
gegeven dat hij het streven deelt om met het oog op de regeringsconsultatie op 19 november
2018, voor de GIP’s aan de Noordrijn-Westfaals-Nederlandse grens een financieringsmodel
uit te werken.
Over de verdere uitkomsten zal ik u voor de begrotingsbehandeling nader informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark