32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)

Nr. 50 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2018

In mijn brief van 23 januari 2018 heb ik u de rapportage «Eenheid in verscheidenheid, evaluatie informatiestructuur voor grensgangers tussen Nederland, Duitsland en België» aangeboden.1 Daarbij heb ik toegezegd u voor de zomer te informeren over de voortgang van het met alle partijen komen tot een voorstel voor structurele financiering van de grensinformatiestructuur. Met deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), hieraan invulling.

De Staatssecretaris van BZK heeft mede namens mij in de brief van 20 april 2018 de stand van zaken van de financiering van de grensinfopunten (GIP’s) op dat moment geschetst.2 In die brief is onder meer vermeld dat op 18 april jl. SZW een conferentie met deelnemers uit Nederlandse, Duitse en Vlaamse bestuurlijke en uitvoerende partijen heeft georganiseerd over de grensinformatiestructuur. Op deze conferentie is door alle betrokkenen het belang van de huidige structuur benadrukt. Daarbij was ook oog voor de noodzaak om in de volgende fase op het gebied van kwaliteitsborging, monitoring van resultaten en verbinding met arbeidsbemiddeling, stappen te zetten. Tijdens de conferentie is aangegeven dat SZW vanaf 2019 een structurele bijdrage zal leveren aan de Nederlandse kosten van de backoffice van de SVB én de GIP’s.

Op mijn verzoek verkent de heer Matthijs Huizing, voormalig voorzitter van het Actieteam Grensoverschrijdende Economie en Arbeid (GEA), de mogelijkheden voor een sluitend financieringsvoorstel met de Nederlandse overheden in de grensregio’s. In dit verband zijn gesprekken gestart met diverse provincies en Euregio’s. De voorlopige oogst van deze gesprekken levert een beeld op van bereidheid tot bijdragen op provinciaal en regionaal niveau, maar ook twijfel over de toekomst bij werknemers van de GIP’s en onzekerheid over de omvang van de mogelijke regionale bijdrage. Dit beeld wordt onderschreven door een resolutie van de Euregioraad Rijn-Waal die de Staatssecretaris van BZK en ikzelf hebben mogen ontvangen.

Ik heb oog voor de bijzondere positie waarin grensregio’s verkeren en ik onderschrijf, zoals eerder uitgesproken, het belang van een goed functionerende grensinformatiestructuur. Een vitale grensoverschrijdende arbeidsmarkt heeft op regionaal en op nationaal niveau voordelen. Rijk en regio hebben daarmee een gezamenlijk en gelijkwaardig belang. Daarom heb ik besloten vanaf 2019 in gelijke mate met de regio structureel te zullen bijdragen aan de kosten voor de GIP’s. Daarnaast is financiering vereist voor de backoffice van de SVB. In de SZW-begroting heb ik voor beide onderdelen middelen gereserveerd.

De GIP’s in het Nederlands-Duitse grensgebied zijn gezamenlijk opgezet en bedienen (potentiële) grensarbeiders uit beide landen. Ambtelijk is overeenstemming over het standpunt dat het met het oog op de toekomstige financiering alleszins redelijk is om een evenredige verdeling tussen de landen te hanteren. Met dat uitgangspunt zijn ook gesprekken met collega’s in Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen over de verdeling tussen de landen en structurele bijdragen vanuit de deelstaten opgestart. Namens het kabinet is de Staatssecretaris van BZK daarover in gesprek met de Noordrijn-Westfaalse Minister van Bonds- en Europese aangelegenheden. Hij deelt het streven om te komen tot structurele financiering van de GIP’s op basis van een evenredige verdeling. Met het oog op de regeringsconsultatie tussen de Nederlandse en Noordrijn-Westfaalse regeringen in november 2018 wordt dit verder uitgewerkt. Deze gesprekken met de Duitse deelstaten om tot structurele financiering van de gezamenlijke grensinformatiestructuur te komen moeten wat het Nederlandse kabinet betreft worden gevoerd in de grensoverschrijdende governancestructuur die in opdracht van de Staatssecretaris van BZK momenteel wordt verkend.

Het zomerreces zal benut worden om per regio bestuurlijke gesprekken te voeren over de concrete invulling van de afspraken met de aan Nederlandse zijde betrokken bestuurders. Ik ben voornemens om daarbij aan te sluiten bij de grensoverschrijdende governancestructuur die mijn collega van BZK voor ogen heeft. Het doel is om zo spoedig mogelijk na de zomer duidelijkheid te hebben. Ik zal u te zijner tijd uiteraard op de hoogte stellen van de resultaten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 32 851, nr. 37.

X Noot
2

Kamerstuk 32 851, nr. 38.

Naar boven