Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2021
Op 26 mei jl. heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de civiele procedure
die door zeven stichtingen en verenigingen (waaronder Milieudefensie) en ruim 17.000
individuele eisers is aangespannen tegen Royal Dutch Shell (RDS). De Nederlandse overheid
is geen partij in deze procedure. De Kamer heeft mij gevraagd om een schriftelijke
appreciatie van de uitspraak.
De rechtbank beveelt RDS om via het concernbeleid van de Shell-groep de CO2-uitstoot
eind 2030 met netto 45% te verminderen ten opzichte van het niveau van 2019. De uitspraak
is bij voorraad uitvoerbaar. Dat wil zeggen dat Shell ook als ze hoger beroep aantekent
aan de reductieverplichting zal moeten voldoen.
De door de rechtbank opgelegde reductieverplichting ziet op de gehele energieportefeuille
van de Shell-groep en op het gezamenlijke volume van alle emissies van de Shell-groep,
haar toeleveranciers en afnemers. Ten aanzien van de CO2-uitstoot van de Shell-groep
zelf heeft de rechtbank RDS een resultaatverplichting opgelegd; ten aanzien van toeleveranciers
en afnemers een zwaarwegende inspanningsverplichting. RDS is vrij om de reductieverplichting
naar eigen inzicht na te komen en het concernbeleid voor de Shell-groep vorm te geven.
RDS is ook niet verplicht in Nederland zijn emissies verder te verlagen, zolang door
maatregelen elders in de wereld de opgelegde reductiedoelstelling wordt gehaald.
Het is de eerste keer dat een Nederlandse rechter een bevel oplegt aan een concern
om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Dat maakt de uitspraak uniek.
Mogelijke consequenties nationaal klimaatbeleid, en investeringsklimaat
De uitspraak van de rechtbank is veelomvattend. Het is nog niet bekend welke gevolgen
de uitspraak zal hebben. Meer inzicht in de mogelijke gevolgen van deze uitspraak
voor Nederlandse bedrijven, het klimaatbeleid en het investeringsklimaat is gewenst.
De gevolgen zullen van verschillende factoren afhangen, waaronder de uitkomst van
een eventuele hoger beroep- en cassatieprocedure.
Voor het kabinet blijft het uitgangspunt dat we onverkort doorgaan met de uitvoering
van het Nederlandse Klimaatakkoord. Vanzelfsprekend blijft het Kabinet gecommitteerd
aan het halen van de Europese CO2 reductiedoelen en de doelen van de Overeenkomst van Parijs.
Ik wil benadrukken dat een goed investeringsklimaat van groot belang is voor het kabinet
om de klimaatdoelen te halen. We staan samen met het bedrijfsleven voor een majeure
uitdaging om klimaatverandering tegen te gaan. Forse private investeringen in Nederland
zijn nodig om de basisindustrie, waartoe Shell behoort, uiteindelijk in 2050 klimaatneutraal
te maken.
Zoals aangegeven kom ik na de zomer met een uitgebreidere analyse over de gevolgen
van de uitspraak.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius