Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft in zijn rapport «Klimaatbeleid tegen
het licht»1 methodologische kritiek op de doorrekeningen van het ontwerpKlimaatakkoord door het
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de brief aan uw Kamer2 is ingegaan op de kritiek van het EIB. Het EIB heeft in zijn brief van 11 oktober
2019 op de Kamerbrief gereageerd. Met deze brief kom ik tegemoet aan de vraag van
de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van 14 november jongsleden waarin het kabinet
verzocht wordt een reactie te geven op de brief van het EIB van 11 oktober 2019.
Het EIB heeft voornamelijk kritiek op de gehanteerde aannames die door het PBL worden
gebruikt in de berekening van de bovenwaarde. Het combineren van drie belangrijke
aannames vindt het EIB onrealistisch. Het gaat om (1) de forse kostendalingspercentages
bij bouw- en installatieactiviteiten, (2) de investeringshorizon van woningeigenaren
met gunstige financieringsvoorwaarden en (3) de stijgende gasprijzen op de wereldmarkt.
Aanvullend in haar brief bekritiseert het EIB het kabinet omdat zij – in de ogen van
het EIB – kiest voor deze onrealistische bovenwaarde.
Het kabinet beschouwt het PBL als vakkundig en onafhankelijk rekenmeester. Het PBL
heeft zelf een reactie gegeven op de punten van het EIB. Die reactie is als bijlage
bij deze brief opgenomen3. Het PBL concludeert dat er geen reden is de bandbreedtes die in de analyse van het
(ontwerp)Klimaatakkoord zijn gebruikt nu te herzien of anderszins grote wijzigingen
in de analyse aan te brengen.
Daarnaast wil ik benadrukken dat het kabinet niet kiest voor een bovenwaarde dan wel
onderwaarde. Het PBL houdt in zijn berekeningen rekening met meerdere scenario’s en
komt daardoor in zijn doorrekeningen met een onder- en bovenwaarde. Het gestelde doel
van de sector gebouwde omgeving valt binnen deze bandbreedte. Het kabinet is er zich
terdege van bewust dat dit niet betekent dat het doel automatisch gehaald wordt. Het
bereiken van de gewenste kostenreductie vergt forse inspanning van zowel sector als
kabinet en is bovendien afhankelijk van externe ontwikkelingen.
U ontvangt binnenkort een brief over de verdere uitwerking van het Klimaatakkoord
Gebouwde Omgeving, een brief over financiering en ontzorging van eigenaar-bewoners
en een brief over kostenreductie en innovatie in de bouw. De veronderstelde kostenreductie
is een punt van kritiek van het EIB en in die brief zal ik ingaan op de maatregelen
die het kabinet treft om die reductie binnen bereik te brengen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops