De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er vele bouwplannen klaarliggen voor grootschalige zonneparken op
natuur- en landbouwgrond, ook van grote buitenlandse investeerders;
constaterende dat een brede coalitie van de Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving,
RIVM, Sovon, boeren- en natuurorganisaties en netbeheerders pleit voor een ruimtelijk
afwegingskader;
overwegende dat het opofferen van landbouwgrond lokaal effect kan hebben op grondprijzen,
dat natuurbeschermers en ecologen waarschuwen voor de negatieve gevolgen van grote
zonneparken op kwetsbare natuur en bodemleven en dat netbeheerders te laat in het
proces worden betrokken voor het realiseren van de aansluiting;
overwegende dat zonne-energie onmisbaar is voor het halen van de klimaatdoelen, maar
dat er nog veel onbenutte ruimte is voor zonnepanelen op daken van huizen, scholen,
kantoren, parkeergarages, op bedrijventerreinen, braakliggende terreinen, vuilstorten
en langs infrastructurele werken zoals geluidsschermen;
overwegende dat de ladder voor duurzame verstedelijking bedoeld is voor locaties voor
woningen, winkels en kantoren, en niet voor de inpassing van zonnepanelen;
overwegende dat de verkenning naar een afwegingskader van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland laat zien dat provincies en gemeenten allemaal hun eigen ruimtelijk kader
hanteren;
overwegende dat ook zaken zoals de participatie van omwonenden onvoldoende geregeld
zijn;
overwegende dat het klimaatakkoord wordt vertaald in regionale energiestrategieën;
verzoekt de regering:
-
• in samenspraak met decentrale overheden een zonneladder op te stellen voor de inpassing
van zonne-energie, die als nationaal afwegingskader kan worden benut bij het opstellen
van regionale energiestrategieën, zodat primair onbenutte daken en terreinen worden
benut en landbouw en natuur zo veel mogelijk worden ontzien;
-
• hierbij de landbouwsector, de zonne-energiesector en netbeheerders te betrekken;
-
• deze sturingsinstrumenten voor ruimtelijke inpassing en participatie conform de systematiek
van de Omgevingswet te verankeren in rijksbeleid (bijvoorbeeld de NOVI) en waar nodig
ook regelingen aan te passen die belemmerend werken, zodat daken beter kunnen worden
benut voor het opwekken van zonne-energie en zo nodig hier ook met decentrale overheden
afspraken over te maken;
verzoekt de regering tevens de Kamer in januari 2019 te informeren hoe de gesprekken
met decentrale overheden zijn verlopen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Agnes Mulder
Jetten
Yeşilgöz-Zegerius