Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2018
Op 20 september 2018 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van
uw Kamer verzocht om een schriftelijke reactie op het bericht «Ook alternatieven voor
BPA risico voor gezondheid» (Duurzaamnieuws.nl, 18 september 2018)1.
Mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord ik uw
verzoek. Het artikel beschrijft een studie waaruit zou blijken dat alternatieven voor
BPA oftewel bisfenol A vergelijkbare hormoonverstorende problemen kunnen veroorzaken
bij muizen als BPA. Het gaat in dit geval om zogenaamde structuuranalogen van BPA,
zoals bijvoorbeeld BPS en BPF.
Het stoffenbeleid in Nederland richt zich niet op één stof (BPA), maar bekijkt dat
in samenhang met de beschikbare alternatieven. De Gezondheidsraad constateerde in
haar briefadvies «De gezondheidsrisico’s van bisfenol A-analogen»2 uit 2014 dat er nog te weinig bekend is over de gezondheidskundige eigenschappen
van BPA-analogen. Daarom vond de Raad het voorlopig niet raadzaam BPA door analogen
te vervangen.
Het Nederlandse beleid is onder andere gebaseerd op dit briefadvies. Daarnaast is
het gebruikelijk de adviezen van de Europese instituten EFSA en ECHA aan te houden.
Ook die organisaties zijn er geen voorstander van om BPA door BPS en BPF te vervangen.
Het bericht in Duurzaamnieuws.nl sluit bij deze lijn aan.
Inmiddels is ook onderzoek gepubliceerd dat laat zien dat sommige producenten anticiperen
op de restrictie op het gebruik van BPA in thermisch papier door over te schakelen
op een mengsel van structuuranalogen3. Er lijkt sprake te zijn van eenzelfde trend op het gebied van voedselcontactmaterialen.
Uit het RIVM-onderzoek naar de bronnen van blootstelling aan BPA is gebleken dat in
Nederland voedsel de grootste bron is. Echter, de gemiddelde blootstelling in Nederland
ligt ruim (een factor 30) beneden de veilig geachte norm die EFSA heeft afgeleid (Kamerstuk
32 793, nr. 296). Daarnaast biedt de Nederlandse regelgeving ten aanzien van het gebruik van de BPA-analogen
BPS en BPF in voedselcontactmaterialen meer bescherming dan de EU-regelgeving. Voor
het gebruik van BPS in coatings geldt in Nederland dezelfde norm als voor BPA, terwijl
het gebruik ervan in de Europese regelgeving niet is geregeld. In Nederland is BPF
in coatings niet toegestaan, terwijl de Europese regelgeving slechts één van de vele
verbindingen verbiedt4.
Ik heb begin dit jaar aan het RIVM gevraagd onderzoek te doen naar het gebruik van
BPA en alternatieven van BPA in o.a. consumentenproducten en voedselverpakkingsmaterialen.
De uitkomsten zullen naar verwachting begin 2019 beschikbaar zijn. Uiteraard zal ik
uw Kamer over de uitkomsten informeren.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins