32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2012

Hierbij bied ik uw Kamer het advies van de Adviescommissie Versnelling en Verbetering Besluitvorming Infrastructuur (VVBI) aan1). De Commissie heeft afgelopen jaar op mijn verzoek een drietal vraagstukken op hoofdlijnen onderzocht:

  • Op welke wijze kan de besluitvorming over de samenloop van natuurbescherming, waaronder Natura 2000, en projecten voor infrastructuur, gebiedsontwikkeling en de agrarische sector worden versneld en verbeterd door toepassing van de «Elverding-aanpak»?

  • Hoe kan via de «Elverding-aanpak» in complexe trajecten op een constructieve manier met de botsing van belangen worden omgegaan, waardoor betere oplossingen worden bereikt en minder tijdrovende – juridische – procedures hoeven te worden gevolgd?

  • Zijn er, uitgaande van de bestaande Europese wetgeving, verbeteringen mogelijk in de wijze waarop de Nederlandse wetgeving en bestuurspraktijk met dit internationale recht omgaan?

De Commissie geeft aan dat de materie rond de samenloop van natuur en economische ontwikkeling complex is. Tijdens haar zoektocht naar mogelijkheden om de spanning tussen de diverse belangen te verminderen is dit vele malen gebleken. Hoofdconclusie is dat om ruimte te creëren voor economische ontwikkelingen investeringen in de natuur noodzakelijk zijn.

Ik onderschrijf de analyse van de Commissie dat de samenloop van natuur en economische ontwikkeling complex is. De Commissie maakt melding van discussies met bevoegde gezagen en procedures bij de Raad van State over modellen en onzekerheden in effectvoorspellingen, die op zichzelf niets toevoegen aan de verbetering van de natuur, maar daar juist van af kunnen leiden.

Hier heeft niemand baat bij.

In een bondig advies heeft de Commissie mij op eerdergenoemde vraagstukken aanbevelingen gedaan. Ten algemene concludeer ik dat de aanbevelingen welke de Commissie doet mijn ingezette beleid ondersteunen. Een aantal aanbevelingen, waaronder het vroegtijdig betrekken van natuur in het besluitvormingsproces, het faciliteren van doelmatig onderzoek en een goede informatievoorziening wordt in het traject van het Wetsvoorstel Natuurbescherming opgepakt. Voor wat betreft andere regelgeving op het gebied van de leefomgeving wordt hierin voorzien in het traject van de Stelselwijziging Omgevingsrecht.

Op een aantal aanbevelingen wil ik specifiek reageren.

Investeren in kwaliteit van de natuur

Terecht merkt de Commissie op dat de onvoldoende kwaliteit van de natuur een belangrijke rol speelt bij de samenloop van natuur en economische ontwikkeling. De Commissie beveelt daarbij aan middelen doelmatig in te zetten, te investeren in de meest kansrijke locaties en om de belangrijkste knelpunten weg te nemen. Deels worden deze aanbevelingen al opgepakt in bestaand beleid. Zo wordt in het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur ingezet op het zo effectief mogelijk inzetten van middelen om te voldoen aan onze internationale verplichtingen.

De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is erop gericht in de toekomst doelmatig te investeren in het verbeteren van milieucondities, het realiseren van herstelbeheer en het wegnemen van belangrijke knelpunten. Zo wordt enerzijds de kwaliteit van de natuur verbeterd en anderzijds ontstaat er ontwikkelingsruimte voor economische activiteiten.

Ten aanzien van de door de Commissie genoemde (administratieve) clustering van Natura 2000-gebieden heb ik eerder aangegeven hier onderzoek naar te doen (Kamerstuk 32 670, nr. 24). Ik ontvang binnenkort van Alterra een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan. Nadat ik het definitieve rapport heb ontvangen, zal ik het met mijn reactie naar uw Kamer sturen. In mijn reactie zal ik de ideeën van de Commissie betrekken.

Verbetering van het besluitvormingsproces

De Commissie geeft een aantal aanbevelingen over de verbetering van het besluitvormingsproces. Een aantal hiervan is aan de provincies gericht. Ik vind deze aanbevelingen waardevol en zal ze doorgeleiden naar de provincies opdat zij kunnen bepalen hoe zij deze aanbevelingen, mede in het licht van de decentralisatie, kunnen effectueren.

De Rijksoverheid zal waar zij voortouwnemer is de aanbevelingen over de beheerplannen meenemen in de totstandkoming van beheerplannen.

De Commissie adviseert om alle Natura 2000-gebieden op korte termijn definitief aan te wijzen en zo duidelijkheid te verschaffen. Ook ik ben van mening dat het definitief aanwijzen van gebieden leidt tot meer duidelijkheid over te realiseren doelen. Overeenkomstig de door de Tweede Kamer ondersteunde motie Koopmans/Veldhoven (TK 30 825, nr. 159) zou dit kunnen op het moment dat duidelijk is, dat de noodzakelijke maatregelen voor het betreffende gebied haalbaar en betaalbaar zijn.

Voorts adviseert de Commissie duidelijkheid te geven ten aanzien van geautoriseerde onderzoeksmethoden, te hanteren normen en invulling van begrippen zoals dosis- effectrelaties. Ondanks de reeds bestaande hulpmiddelen merkt de commissie op dat hier winst te behalen is. Indien daar mogelijkheden toe zijn zal ik deze in de systematiek effectueren. Dit heeft reeds de aandacht in het traject van het Wetsvoorstel Natuurbescherming. Zoals aangegeven wordt voor andere regelgeving hierin voorzien in het traject Stelselwijziging Omgevingsrecht.

Als laatste adviseert de Commissie het Rijk aan te geven op welke wijze de gunstige staat van instandhouding gerealiseerd dient te worden. Ik onderschrijf dit en geef hier ook al invulling aan. In mijn brief aan uw Kamer d.d. 14 september 2011 (Kamerstuk 32 670, nr. 24) geef ik aan dat er onderzoek loopt naar het gekwantificeerde eindstation Natura 2000. De resultaten hiervan zijn input voor de evaluatie van het doelendocument in 2015. Op deze wijze ontstaat zowel een eindbeeld (wanneer is de gunstige staat gerealiseerd) als een beschrijving van het traject ernaartoe. Ook kan hiermee worden bepaald of deze gunstige staat van instandhouding in Nederland volledig bereikt kan worden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven