32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2012

Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer van 17 april 2012 hebben de heer Van Gerven (SP) en mevrouw Ouwehand (PvdD) vragen gesteld over natuurherstel in de Westerschelde. In reactie daarop wil ik u het volgende melden.

De heer Van Gerven vraagt of Vlaanderen nog steeds bereid is om met Nederland te spreken over alternatieve plannen voor natuurherstel in de Westerschelde. Ik kan die vraag bevestigend beantwoorden. Vlaanderen heeft zich consistent op het standpunt gesteld dat er bereidheid is om over de Nederlandse plannen voor natuurherstel in de Westerschelde te spreken. De minister-president van Vlaanderen heb ik steeds op de hoogte gehouden van de gesprekken tussen Nederland en de Europese Commissie en hem derhalve ook geïnformeerd over de inhoud van het Nederlandse voorstel aan de Europese Commissie. Na de formele reactie van de Europese Commisie op de aanpak die het kabinet op 13 april 2012 aan de Europese Commissie heeft toegezonden, zal het overleg met Vlaanderen worden gestart.

Mevrouw Ouwehand vroeg naar de juridische analyse onder de alternatieve plannen voor natuurherstel in de Westerschelde. In mijn brief aan de Europese Commissie van 20 januari 2012, die u per brief van dezelfde datum is toegezonden (Tweede Kamer 2011–2012, 32 670, nr. 32) heb ik het juridische kader duidelijk geschetst. Ik moge u hiernaar kortheidshalve verwijzen, evenals naar hoofdstuk 5 van rapport van Deltares «Natuurherstel in de Westerschelde:

De mogelijkheden nader verkend», dat ik u per brief van 17 juni 2011 heb toegezonden (Tweede Kamer 2010–2011, 30 862, nr. 48).

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven