Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2014
Tijdens het vragenuur van 15 april 2014 heeft mevrouw van Veldhoven (D66) gevraagd
om een duiding van het geconstateerde verschil tussen de waarde van het parameter
«Unplanned Capability Loss Factor» (UCL) gepubliceerd op de website van het Internationale
Atoomenergieagentschap (IAEA), en de conclusie van de Borssele Benchmark Commissie
dat de kerncentrale Borssele tot de 25% veiligste kerncentrales behoort (Handelingen II
2013/14, nr. 75, item 3). Hierbij stuur ik de gevraagde informatie, zoals toegezegd.
Voor een duiding van de betekenis van de UCL factor, verwijs ik naar de beantwoording
van de Kamervragen van het lid Jan Vos (PvdA)1. Daarbij wordt vermeld dat de UCL de in een bepaalde periode gemiste elektriciteitsproductie
weergeeft in relatie tot de productie bij onafgebroken bedrijfsvoering op vol vermogen.
De UCL waarde heeft als doel het monitoren van het effect van de inspanning van de
elektriciteitsproductiebedrijven om deze gemiste productie te minimaliseren. Hiermee
is de UCL een maat voor de effectiviteit van de energieopwekking.
De waardes die het IAEA op haar website publiceert geven geen inzicht in de achterliggende
redenen voor de verminderde elektriciteitsproductie. Deze kunnen zeer verschillend
van aard zijn. De UCL waardes zijn geen maat voor de veiligheid en op grond van de
UCL waardes kan geen veiligheidsvolgorde voor kerncentrales worden gegeven. Verder
spelen met het oog op de veiligheid ook andere aspecten een rol die geen onderdeel
uitmaken van de UCL factor, zoals de kwaliteit van het management en de kwaliteit
van het ontwerp.
In 2013 is de kerncentrale Borssele een relatief lange tijd ongepland uit bedrijf
geweest (een paar maanden) vanwege de noodzaak om extra ongeplande onderhoudsactiviteiten
uit te voeren bij het conventionele gedeelte van de elektriciteitscentrale (niet bij
het nucleaire gedeelte). De ongeplande stop is tevens gebruikt om diverse preventieve
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren bij het nucleaire gedeelte. De veiligheid van
de centrale is niet in het geding geweest.
De veiligheid van de kerncentrale in relatie tot andere kerncentrales is beoordeeld
door de Borssele Benchmark Commissie met een door haar ontwikkelde methode. Het rapport
hiervan heb ik u bij brief van 30 september 2013 toegezonden (Kamerstuk 32 645, nr. 55).
Zoals in het Convenant afgesproken, heeft de Borssele Benchmark Commissie verschillende
veiligheidsrelevante factoren, zowel op het gebied van het ontwerp als op het gebied
van de bedrijfsvoering, meegewogen. De UCL factor heeft de Commissie niet als relevante
factor voor de benchmark gebruikt.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp